‘Grrr, lukt niet om lichten fietsdrager op de auto aan te
krijgen. Vorige keer zat hij er in 10 min op.’ appt Josephine de avond voor de
geplande pontjestocht.
We besluiten wel te gaan, maar dan zonder fiets. In Terneuzen ontmoeten we
elkaar in het restaurant aan de sluizen. Een wandelkaart hebben we niet, maar
wel een autokaart van het gebied. Het pontje moet dicht bij de N62 liggen, maar
die staat niet op de kaart.
We
trekken onze wandelschoenen aan en beginnen langs het kanaal van Sas van Gent
naar Terneuzen naar het zuiden te lopen. Van de aardrijkskundeles herinner ik
mij nog dat ik het kanaal een magische klank had.
Grote schepen met sleepbootjes die een dwergen lijken naast die giganten halen ons in.
Grote schepen met sleepbootjes die een dwergen lijken naast die giganten halen ons in.
De massa is opgelost
Onderweg
had ik drie keer in de file gestaan en het lijkt wel alsof al die mensen
verdampt zijn. Gans alleen lopen langs lange lanen met bomen. Links en rechts
velden met graan of lege akkers.
We
volgen een goederenspoorweg en even later kondigt een fluit de komst van de
trein aan. Als een paar kleine kinderen zwaaien wij vrolijk. Een brede arm
wuift terug.
De
temperatuur is opgelopen tot 31°C. De meegenomen grote paraplu geeft mij voldoende
schaduw en Josephine heeft haar hoedje op.
De Sleurschuut
Na
drie uur gelopen te hebben, zien we het pontje ineens beneden ons liggen. Via
het Sluiskilpad bereiken we de veerstoep. Meestal zijn we helemaal alleen, maar
nu zijn er kinderen met opblaasdinosaurussen en opblaasbadjes die als boot gebruikt
worden. Ze maken plaats voor ons en we kunnen overvaren en onze weg vervolgen.
Dit trekvlot over de Westelijke Rijkswaterleiding kreeg als toepasselijke
naam ‘De Sleurschuut’. Deze naam is bedacht door Bente Arissen van De Oranje
Nassauschool uit Sluiskil.
We vervolgen onze weg en komen langs een informatiebord dat ons vertelt dat we ons op een bijzondere plek staan. Zeventien meter onder ons bevindt zich de Sluiskiltunnel waar de N62 doorheen loopt onder het Kanaal van Gent naar Terneuzen.
Liften
‘En nu gaan we
met de bus terug,’ zegt Josephine opgewekt.
‘Dat lijkt me niet zo’n goed idee. De dichtstbijzijnde halte is twee kilometer weg en het zou me niet verbazen als de bus maar één keer in het uur gaat. Nee, we gaan liften.’
We steken de weg over om aan de goede kant te komen. Tijdens het oversteken, steek ik mijn hand op en dwing een auto tot stoppen. Op mijn vraag of we mee kunnen rijden naar Terneuzen, zegt de man ‘Stap maar in.’
Ik, naast een jongetje in een autostoeltje en Josephine voorin. ‘Ik moet eerst mijn vrouw ophalen,’ zegt de bestuurder. Wij vinden alles best als we maar in Terneuzen komen. Ongeschonden komen we daar aan.
‘Dat lijkt me niet zo’n goed idee. De dichtstbijzijnde halte is twee kilometer weg en het zou me niet verbazen als de bus maar één keer in het uur gaat. Nee, we gaan liften.’
We steken de weg over om aan de goede kant te komen. Tijdens het oversteken, steek ik mijn hand op en dwing een auto tot stoppen. Op mijn vraag of we mee kunnen rijden naar Terneuzen, zegt de man ‘Stap maar in.’
Ik, naast een jongetje in een autostoeltje en Josephine voorin. ‘Ik moet eerst mijn vrouw ophalen,’ zegt de bestuurder. Wij vinden alles best als we maar in Terneuzen komen. Ongeschonden komen we daar aan.
Een gedaan.
Nog 45 pontjes te gaan.
26 mei 2017
2 opmerkingen:
Hoipipeloi,
Weer met veel plezier en interesse het pontjesverhaal gelezen en zag Terneuzen weer voor me en herinnerde me hoe klein we ons voelden naast die grote zeekastelen. Heel indrukwekkend om daar te varen. Jullie hebben en aardig eind gelopen en wel slim om te liften.
Liefs, Corrie
LIEVE BETTIE,
Wat een tocht, neem me petje voor je af,
Groetjes, Diny
Een reactie posten