zondag 18 oktober 2009

Straattaal en aan de verkeerde kant staan

Ik volg de met krijt getekende pijlen op de grond. ‘Bel aan op nummer 27’ lees ik even verderop. Ik kijk naar boven naar de deur met huisnummer 27. Als je aanbelt, zou je dan een glaasje limonade krijgen, vraag ik me af. Maar ik denk niet dat die mensen blij zouden zijn als ik op zondagochtend om even voor achten zou aanbellen. Maar gauw doorfietsen, voordat ik voor de verleiding bezwijk. Even later staat er 3P. Wat zou dit voor opdracht zijn?
De pijl naar links negeer ik en ik rijd rechtdoor naar het metrostation De Terp.

Volgens de instructies van Josephine moest ik om 9.24 uur op perron 4 van station Dordrecht de trein naar ’s-Hertogenbosch nemen, maar er staat Utrecht Centraal op het informatiebord. Maar dit is toch echt perron 4 en de tijd klopt ook. Ik loop alle haltes na waar de sneltrein stopt en daar staat ’s-Hertogenbosch ook tussen. Dat is een rare omweg naar Utrecht. Nu herinner ik me weer dat Josephine gemaild had dat er aan het spoor werd gewerkt bij Utrecht en dat we dus over Rotterdam moesten reizen. Even later gooit Josephine haar fiets in de trein.

We hebben onze eerste colleges achter de rug en we spreken over volle collegezalen, slecht Engels sprekende docenten, de tentamens en de vele stof, die we moeten bestuderen. Josephine doet Educational Science and Technology aan de universiteit van Twente en ik een masteropleiding coaching and counseling bij het Europees instituut in Driebergen.

In Den Bosch vindt Josephine snel de weg naar Rosmalen, Empel en Heerewaarden, waar de Waal overgestoken kan worden met de Neptunus I. Tot twee keer toe is er een wegomlegging. Josephine zegt dat we er gewoon doorheen gaan fietsen. Behendig laveert ze tussen de wegafzettingen en ik volg, zowaar zonder te vallen. We kunnen op de fiets blijven zitten; we hoeven geen enkele keer af te stappen.

‘Als er in dit dorp een horecagelegenheid is, mogen we dan al koffie?’ vraag ik hoopvol. Net voordat we het dorp verlaten, zie ik een gezellige uitspanning, maar Josephine is onverbiddelijk. We hebben immers nog geen 20 kilometer afgelegd. Een paar kilometer verder begint het te regenen en ik roep dat we lekker droog hadden kunnen zitten. We trekken ons regenpak aan en m’n blote benen beginnen eindelijk op temperatuur te komen.

Heerewaarden - Varik, over de Waal
In de verte zien we de Neptunus I al liggen aan de overkant, maar er zit weinig beweging in. Als we de veerstoep naderen, maakt hij zich ineens los van de kant. Wat een impact! Terwijl we alleen nog maar komen aanfietsen en nog niet hebben geroepen of hoopvol gekeken. De werkelijkheid is banaler. Er waren fietsers die naar onze kant wilden overvaren.

Met een ruime bocht vaart de pont op de pronte dikke kerktoren van Varik aan op de Waalbandijk. Inmiddels hebben we ruim 20 kilometer afgelegd en we vragen aan de wachtenden op de veerstoep of ze weten waar we koffie kunnen drinken. ‘Daar bij die serre en ze hebben lekker appelgebak’ luidt het antwoord. Dat had ze nou niet moeten zeggen: van dat appelgebak. We zijn sterk en we negeren het heerlijk uitziende appelgebak in herberg Het Veerhuis. ‘Kijk,’ zegt Josephine, ‘zo kun je reclame maken voor je coachingspraktijk’ terwijl ze een paar folders uit de display haalt. Ik neem een paar folders mee, zodat ik me kan oriënteren op een logo en naam voor mijn praktijk.

Nu we geen appelgebak hebben genomen, moeten onze boterhammen eraan geloven. De meeste bankjes op de dijk zijn in beslag genomen door aanbiedingen van pruimen, appels en pompoenen. Een bord vermeldt “kale bassen”. Wij vragen ons af wat voor muziekinstrumenten dat zijn. We vinden uiteindelijk een leeg bankje en we kijken uit over de Waal met aan de overkant zijn zandbanken. Het waterpeil is behoorlijk laag en de schepen hebben dan ook een inhaalverbod gekregen. Ik zie een schip met de naam Aphrodite en ik vraag Josephine of ze dat een naam vindt voor mijn op te richten bedrijf. Ze verslikt zich en verzoekt me dergelijke dingen niet meer te vragen als ze net een slok soep heeft genomen. Ik vat het als een ‘nee’ op.

We vervolgen onze tocht over de Waalbandijk. Bij Neerijnen stuiten we op een derde wegomlegging. Josephine haar intuïtie zegt deze keer dat we de omleiding moeten volgen. Dat is maar goed ook, anders hadden we dit mooie kerkje niet gezien.

Herwijnen - Brakel, over de Waal
Wel is het jammer dat we de Waal niet meer in het zicht hebben. Bij Herwijnen pikken we de dijk weer op om daar de motorveerpont ‘Brakel 1’ te nemen naar Brakel. Josephine vraagt om een retourtje. Zwijgend overhandigt de pontbaas vier kwitanties. Een schip passeert met de naam ‘Fluvia’. ‘Zou dat wat zijn? vraag ik aan Josephine. ‘Als je maar niet ‘panta rei’ kiest. Ik vermoed dat dit ook een negatief antwoord is.

Op het veer is links ruimte gereserveerd voor de fietsers. Alle fietsers staan daar ook, behalve wij. Aan de overkant van de rivier steken we de pont over, zodat we aan de goede kant staan. We schuilen op een bankje in een nis tegen de koude wind.

Als we van de pont omhoog de dijk weer oprijden, zien we Het kunstwerk 'Waar is het Water' De drie beelden kijken uit over de rivier en de pont van Brakel. De beelden zijn in opdracht van het polderdistrict Tieler- en Culemborgerwaarden gemaakt door beeldend kunstenaar Hans van Eerd. Dit ter herinnering aan het omvangrijke dijkverbeteringsproject van 32 km die werd uitgevoerd na de hoogwaterevacuatie van 1995.

Onderweg naar Gorinchem zien we rechts Fort Vuren en links Slot Loevestein. Naar deze laatste blijkt nu een heuse watertaxi te varen en die komt op bestelling. Toen wij op 30 mei 2004 naar Slot Loevestein voeren, was dat met een roeiboot Hugo voortgestuwd door een buitenboordmotor.
Onze benen protesteren, maar we fietsen dapper door.

Op het station van Gorinchem blijkt het vervoer naar Dordrecht verzorgd te worden door Arriva. Een mooi treinstel, waar we de fietsen zo in kunnen rijden, zonder op te tillen. Bij de kaartjescontrole vraagt de conducteur of die mooie fietsen van ons zijn. Trots knikken wij. ‘Willen jullie ze dan aan de andere kant zetten, want ze staan nu op de invalidenplaats.’

Vanaf het metrostation is het maar 900 meter naar mijn huis. Ik rijd nu tegen de pijlen in. Drie meisjes lopen mij tegemoet. Op een gegeven moment draaien ze drie keer in te rondte en lopen weer door. Aha, 3P betekent natuurlijk drie keer een pirouette draaien. Weer wat toegevoegd aan mijn kennis van de straattaal.

Nog 56 te gaan.