vrijdag 27 februari 2009

Kaarten

Mijn schilderleraar, Kees Touw, is een schipperskind en hij zit dan ook vol verhalen over zijn jeugd. In de jaren vijftig waren er nog niet zo’n gedetailleerde waterkaarten als nu. Schippers gaven zelf getekende kaartjes aan elkaar door waarop gevaarlijke bochten, verrardelijke stromingen en obstakels waren aangegeven. Als jongen hielp Kees zijn vader met het tekenen van dergelijke kaarten. De fascinatie voor waterwegen heeft hem nooit meer verlaten. Ik ben daar wel jaloers op: dat je iets uit je jeugd mee kunt nemen naar het heden.
Een paar maanden geleden kregen we van hem de opdracht ook iets dergelijks te tekenen of te schilderen, bijvoorbeeld de route naar je school. Als ondersteuning kreeg je een luchtfoto van het gebied dat je had uitgezocht. Ik koos voor Het Malieveld in Den Haag. Het grootste deel van mijn schooljeugd en mijn werkzame leven heeft zich afgespeeld rond dit veld. Net als Kees heb ik mijn kaart geupload naar
www.handmaps.org

Deze opdracht bracht mij weer op het idee dat ik wil proberen te verbeelden: ontmoetingen met mensen gedurende je leven. Ik ben gebiologeerd door het feit dat je bijvoorbeeld 2 uur lang in het theater zit met een paar honderd man en binnen 5 minuten na de voorstelling is ieder weer zijn eigen weg gegaan alsof er niets gebeurd is. Zo is het ook met de pontjestochten. Je zit in de trein met een paar mensen gedurende een bepaalde tijd, ik ontmoet Josephine, we reizen en/of fietsen samen, op een pontje word je ook weer voor een paar minuten verzameld en dan gaat ieder zijn eigen gang. Dit is mijn eerste poging om dat te verbeelden:



Legenda:
De grijze lijn verbeeldt de treinpassagiers, de paarse lijn is Josephine en Bettie wordt vertegenwoordigd door de groene lijn. De blauwe ovalen markeren de pontjes.

Op de site van de Vereniging Vrienden van Voetveren had ik opgezocht waar we het pontje in ‘s-Hertogenbosch konden vinden, maar ik had de print thuis laten ligggen. Richting Vught, dat wist ik nog wel. Welgemoed volgden wij de borden richting Vught en kwamen we uit in het natuurgebied Bossche Broek. Links van ons stroomde de Dommel. Bij een fietsknooppunt constateerden we dat we niet goed zaten. Maar weer terug en nog eens proberen. Even later reden we Vught binnen en dat was toch niet de bedoeling. Uiteindelijk bleek het veel dichter bij het station te zijn, dan we dachten. Al met al hadden we al 8 kilometer afgelegd, voordat we het pontje vonden. Voor ons uit huppelden Floor, Sanne en Meike naar de Moerasdraak en ze wilden natuurlijk alle drie draaien. De vader zei verontschuldigend: “Dit gaat wel even duren.” Wij hadden geen haast. Ik amuseerde me met de strijd tussen de meiden die natuurlijk even lang wilden draaien als de ander. Het was veel te zwaar voor ze en vader gaf iedere keer een paar flinke zwengels, waarna zij weer verder konden draaien. Josephine maakte op haar gemak foto’s. “Hé, hier hebben we een paar jaar geleden gestept met een bedrijfsuitje,” zei Josephine toen we de andere kant eindelijk bereikt hadden.
Het ziet er altijd zo gezellig uit, zo’n steppend gezelschap, maar ik kan jullie verzekeren dat het erg zwaar is.
Als een jongeman aanstalten maakt om de Moerasdraak weer terug te varen, springen we gauw aan boord. Josephine biedt nog wel aan dat we ook wel willen draaien, maar hij wijst het af. De eerste sneeuwvlokjes dwarrelen door de lucht.

Herpt aan de Bergsche Maas is ons volgende doel. Aan het eind van de lange rechte weg naar Vlijmen met wind tegen en ijzige regen besluiten we om eerst maar eens een bakkie te doen. We stevenen op de kerk af in de overtuiging aan de overkant een kroeg te vinden. Die is er ook wel, maar hij is nog gesloten. Maar er is nog een kerk en daar tegenover vinden we Hotel Prinsen. In de lounge zit een gezelschap mannen te praten over moeilijkheden in het bestuur en over mannen die niet met elkaar kunnen opschieten. En dat de kwestie al zo lang loopt. We luisteren er nieuwsgierig naar. Bij mannen komen dat soort dingen toch niet voor?

We hebben even een zwak moment: “Zullen we terugrijden naar Den Bosch en de trein naar huis nemen?” Het tijdstip 10 over half een, doet ons besluiten toch maar door te rijden. Even regent het nog, maar al gauw wordt het droog. Het is mooi in het land van Heusden. In Haarsteeg eten we een boterham op een bankje voor de fietsenwinkel van de gebroeders Bart en Leen. Waar de afkorting T.H.H. voor staat in het opschrift : “De buurtbank van Bart en Leen T.H.H. 13-10-2001”, weten we niet. In de etalage liggen fietsbellen met Mickey Mouse en Winnie the Pooh, maar de winkel is gesloten.

In Herpt rijden we zo de pont op en in Bern er weer af. Herpt was vroeger samen met Bern één gemeente. Door de omlegging van de Maas tussen 1890 en 1904 werd de gemeente gescheiden en kwam Bern in de provincie Gelderland te liggen. De provinciegrens ligt in het midden van de Maas. Dat we weer in Gelderland zijn, blijkt uit het feit dat het pontje van Nederhemert Noord naar Nederhemert Zuid niet op zondag vaart. We hebben het bourgondische zuiden verlaten.

De wegen zijn omzoomd met kale bomen. In de zomer is het natuurlijk mooier, maar dit heeft toch ook wel iets en we hebben de wereld voor onszelf en dat is ook prettig. Een picknicktafel van ijzerdraad in een felle kleur geschilderd, kunnen we niet weerstaan.

Onder het zingen van “...en te midden van die rommel dreef de torenspits van Bommel...” rijden we Zaltbommel binnen. Was Ellen (Boom) maar hier, die zou het hele lied zo oplepelen.

Bij het station staat de lift ons al uitnodigend op te wachten. De ene knop vermeldt “Utrecht” en de andere “s-Hertogenbosch”. Zouden we net als Abeltje met de lift rechtstreeks naar Utrecht vliegen? Helaas, we komen gewoon op het perron uit. Er hangt geen dienstregeling en ik vraag aan een wachtende mevrouw hoe laat de trein komt. Dat blijkt 10 over 3 te zijn. We hebben tijd genoeg voor een kopje thee. Om drie uur neemt de vrouw duidelijk een beslissing: ze verlaat het perron met haar rolkoffertje. Josephine verwacht dat ze zo op het andere perron tevoorschijn zal komen. Dat is niet het geval. Wij speculeren verder:
1. haar zoon zou haar om 3 uur komen ophalen en ze wachtte liever op het perron;
2. ze had een afspraak met iemand, maar zag er vanaf;
3. ze was ons gekwebbel zat;
4. ze was beledigd dat we haar geen kopje thee aanboden.


Er zijn vast nog meer mogelijkheden. De aandrager van de origineelste oplossing krijgt een Mickey Mouse fietsbel.

Enne... nog 73 te gaan.

zondag 1 februari 2009

Kan ik u helpen?

Op je verjaardag wordt weleens gevraagd of je het verschil merkt met gisteren. Meestal wordt die vraag ontkennend beantwoord. Vandaag begon ik daar toch een beetje aan te twijfelen. Het begon al op station Nieuwerkerk. Tegelijk met mij stapten twee mannen en een jongen, alle drie duidelijk van oosterse afkomst, in de trein. “Kan ik u helpen?” vroeg een van de mannen. Hooghartig wees ik dat van de hand. Daar had ik even later toch wel een beetje spijt van, want de Pilates-leraar had me een behoorlijke spierpijn in de benen bezorgd. Ik kon maar net met een vlotte zwaai mijn fiets op het balkon krijgen. Of was het toch mijn verder gevorderde leeftijd?

Bombardement station Gouda november 1944
Op het station Gouda ontdekte ik een informatiebord dat ik nog niet eerder had gezien. Het bord gaf informatie over een luchtaanval in november 1944 op spoorwegknooppunt Gouda en wees op het feit dat in de stalen balken van de overkapping de granaatinslagen nog steeds te vinden zijn. Onmiddellijk ging ik op zoek en al snel vond ik de inslagen.
Ik maak er een paar foto’s van. De andere mensen op het perron tonen geen enkele belangstelling.
“Die mensen hebben dat al zo vaak gezien, dus die kijken er niet meer van op.” was het ontnuchterende commentaar van Josephine toen ik haar in de trein naar Houten mijn ervaringen vertelde.

In Houten stond bij het station een busje gereed voor bezoekers van een verzamelbeurs. Josephine maakte een gebaar, alsof ze wilde zeggen: “Als je naar de beurs wilt, stap dan gerust in.” Ze refereerde daarmee aan mijn verzameling apenkaarten. Ook voor mijn apenkaartenverzameling heb ik echter een reglement vastgesteld. Een van de voorwaarden is, dat de kaart aan mij gestuurd moet worden, voorzien van de naam van de afzender. Kopen of ruilen is geen optie.

Motorveer Vrevia over de Lek
Om in Nieuwegein te komen, moesten we het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal oversteken via bruggen. Bij de Veerweg zien we de Vrevia in de haven liggen. Dat voorspelt niet veel goeds. Inderdaad, de pont vaart niet op zondag. In mijn enthousiasme om Utrecht “af” te hebben, had ik de vaartijden niet gecontroleerd op de website van de Vrienden van de Voetveren. Josephine haalt haar schouders op. We proberen het gewoon van de zomer nog een keer.

De terugreis
Nu eerst maar eens wat warms drinken. Even verderop zien we de lichtjes van een uitspanning. Bij nadering blijkt het de ontspanningsruimte van een verpleeghuis te zijn. We zullen er vast iets warms kunnen drinken, maar het lokt ons niet echt. In Vreeswijk zijn talrijke etablissementen: Restaurant Zott. Eethuis ‘t Oude Sluisje, Ristorante Italiano Pizzeria Vreeswijk, Bourgondisch Vreeswijk, Gasterij Sint Jan, Visrestaurant de Parel van Vreeswijk en Bar Eetcafé Friends. Maar ze zijn allemaal gesloten. Net als we wanhopig op onze schreden willen terugkeren, doemen de lichtjes van restaurant Poelzicht op aan de Oude Sluis.

We vervolgen onze weg langs de Lek richting “Tull en ‘t Waal”. We vinden het zo’n mooie naam dat je besluiten onszelf niet meer Jut en Jul te noemen, maar Tull en Twaal. We noemen onszelf zo als we in de winter pas op onze fiets stappen, nadat we alles ingesnoerd hebben en onze handschoenen weer aan.
Even na Tull en ‘t Waal rijden we door oude boomgaarden met knoestige fruitbomen. We nemen ons voor hier in mei terug te komen als de boomgaarden in bloei staan.

Langs de Hollende Wagenweg zien we bomen in het ijs staan. Op het nabijgelegen bankje genieten we van het uitzicht op de kale bomen. De onverwijdelijke soep en boterhammen worden genuttigd. We zitten pal op de wind, maar dat deert ons niet, want het is inmiddels droog geworden.

De Schalkwijkse Wetering
De Schalkwijkse Wetering is een watergang die de ontginning van Schalkwijk moest regelen in de 12e eeuw. Gedurende zo'n 70 jaar hebben mannnen en vrouwen met de hand al deze afwateringskanalen gegraven. Als ode aan al deze inspanningen en om de schoonheid van het waterlint te benadrukken, zijn er in de wallekant 5 handen van brons geplaatst die ieder een glazen object vasthouden. Ze zijn gemaakt door Marijn te Kolsté.

Spoedig rijden we Houten weer binnen en over verkeersluwe fietspaden bereiken we het station. Binnen een paar minuten komt de trein naar Utrecht al binnen. Op station Utrecht zoeken we de snelste trein naar huis uit en we nemen afscheid met een “Het was weer gezellig.”

Wat een mooie fiets heeft u
Terwijl de conducteur mijn fietskaartje knipt, buigt hij zich naar mij toe en zegt zachtjes “Wat een mooie fiets heeft u.” Ik bedank hem en ik denk terug aan de aankoop van de fiets ruim 3 jaar geleden. De eerste 55 jaar van mijn leven had ik nog nooit een lekke band gehad, totdat ik in 1997 een nieuwe Gazelle Bahia kocht. Lekke banden bij de vleet. Verschillende malen heb ik de fietsenmaker laten onderzoeken wat nu het probleem was. Een oplossing is nooit gevonden. Op 3 december 2005 had ik weer een lekke band. Nadat Josephine de binnenband vervangen had, waarbij ik mij beperkte tot het aangeven van de hulpstukken en het provisorisch oppompen van de banden, vroeg ik bij een fietsenmaker of ik even de band echt mocht vullen. Terwijl ik daarmee bezig was, kwam hij ineens naar buiten. Hij had een fiets in de aanbieding: Als ik mijn huidige fiets inleverde, hoefde ik maar € 300,00 bij te betalen. Het was een Target Nevada. Hij showde ons de fiets en Josephine knikte goedkeurend. De oude fiets had ƒ 1.000,00 gekost en ik had er ruim 8 jaar mee gefietst. Het leek me een goede deal. Terwijl de fietsenmaker de fiets rijklaar maakte en de bidonhouder overzette, reden we - ik op een leenfiets – naar Noordwijk om daar een pannenkoeken te eten.

Voor een servicebeurt ging ik naar de fietsenmaker in de buurt. Toen ik het merk van de fiets noemde, begon hij meteen te klagen. De versnelling daar stond wel Shimano op, maar het was geen echte en als hij stuk was, moest hij het weer opknappen. Bovendien was het achterlicht ook niet echt. Verbijsterd hoorde ik hem aan: “Wat kan er nu niet echt zijn aan een achterlicht?” Sindsdien maken Josephine en ik grapjes over mijn niet echte fiets. Zo’n 4.000 kilometer later ben ik nog steeds tevreden over mijn aankoop. Wel even afkloppen, natuurlijk.

Op het fietsbalkon staat de conducteur ineens achter me en hij laat zich nog een keer bewonderend uit over mijn fiets. Bij station Rotterdam Alexander vraagt hij: “Kan ik u helpen?”

Nog steeds 75 te gaan*.

Reactie van Theo van Trier op de vorige pontjestocht in het Westerpark in Amsterdam
Klopt wel, van dat pontje. Het was een onderdeel van een speelroute door het terrein waar jullie waren. Als het goed is, wordt het binnenkort vervangen. Maar je kunt er niet met de fiets bij komen, tenzij je de touwbrug en de evenwichtsbalk neemt. Dat is ook zo opgezet, want als je met de fiets op het speelterrein kan, kan het ook met de brommer...

* Een slecht begin van het nieuwe jaar, maar dat zegt niets. Vorig jaar begonnen we ook zo, maar uiteindelijk hebben we er in 2008 23 gedaan.