zondag 20 augustus 2023

Afscheid van onze trouwe stalen rossen

In 2005 en 2008 kwamen onze huidige fietsen in ons leven. Een donkerblauweTarget Nevada Special voor mij en een helblauwe Santos Travel Master voor Josephine.

Aan de komst van mijn fiets zit een verhaal vast. Op 3 december 2005 reden we in de buurt van Katwijk en ik had weer eens een lekke band. Josephine versaagt niet, zet m’n fiets op z’n kop en vervangt de binnenband. Het oppompen met zo’n klein pompje is niet ideaal. Toen we langs E.H. van Galen tweewielers in Katwijk fietsten, vroeg ik of ik daar m’n band verder mocht oppompen. Terwijl ik sta te pompen, komt de eigenaar naar buiten en zegt “Ik heb een mooie aanbieding voor u. En u kunt deze inruilen.’ We lopen met hem de showroom in en zien m’n huidige fiets staan. Als Josephine er niet bij was geweest, had ik hem niet gekocht. Ze knikt goedkeurend. Het blijkt dat de fiets 699 euro kost, met de inruil komt het uit op 400 euro.
‘Hier is een leenfiets. Als jullie nog even gaan fietsen, staat hij voor jullie klaar.’ We fietsen naar de boulevard en eten daar een pannenkoek. Als we terugkomen, is de bidonhouder overgezet en kan ik er zo op wegrijden. Bijna 18 jaar later en  25.499 op de teller, heeft hij zijn dienst wel bewezen. Toch neem ik node afscheid van hem, maar ik moet wel.

Inmiddels heb ik mijn nieuwe elektrische fiets Cube Supreme Hybrid SE 500 binnen, maar Josephine heeft de hare, een Velo de Ville SEB 490 nog niet. Nog een laatste analoge tocht?
‘Laten we dichtbij blijven, ik kom wel naar jou toe.’ ‘Er is een speelpontje in het Schollebos. Laten we daarnaar toe rijden,’

Terwijl we op ons gemak peddelen, halen we herinneringen op aan onze fietsen. Weet je nog dat we ze een keer moesten achterlaten midden in Rotterdam om met de watertaxi naar hotel New York te varen (2007)? We hadden ze wel aan elkaar vastgemaakt en vastgezet aan een hek.



En die keer in 2007 dat we door het water moesten waden? Het was hoog water en wij waren ons van niets bewust. Aangekomen aan de overkant meldde de kapitein van ’t Kleine Veer doodleuk dat we naar de kant moesten waden. De loopplank werd neergelaten en de dapperen onder ons (waaronder ik) reden de loopplank af met de benen in de lucht. Helaas is daar geen foto van gemaakt; wel dat Josephine waardig door het water schrijdt. We waren zo weer opgedroogd; het was 25 graden. 


Wij houden onze fietsen graag in het zicht, maar soms moet je ze uit handen geven, zoals in 2017 op de zeilende veerdienst met skûtsje “Aleida Hendrika” over het Heegermeer (Fr.). Josephine werd gelijk aan het werk gezet.

Verdwenen ze daar nog in het ruim. In 2019 werden onze fietsen gewoon op dek  vastgebonden aan de neergelaten mast van de klipperaak Liquenda II over het Haringvliet.



Weer of geen weer we gingen altijd op pad. En de fietsen moesten ons maar volgen. Op deze novemberdag in 2008 vroeg een jongeman in de trein verbaasd of we gingen fietsen. Wij antwoordden bevestigend
‘Maar jij toch ook?’
‘Ik ga hem alleen naar de winterstalling brengen,’ zei hij.
De veerman van de motorgierpont ‘Geldersweert’ waar we helemaal alleen op staan vraagt bezorgd of we nog ver moeten.
Kortom de hele dag fietsen we in de regen, hagel en natte sneeuw. Zelfs het bankje waar we op neerstrijken, is beijzeld.


Mochten de fietsen eerst nog heerlijk met de trein reizen, nu moeten ze in weer en wind op de fietsdrager staan.


Terug naar het heden. Inmiddels zijn we gearriveerd bij het pannenkoekenrestaurant in het Schollebos. De aanlegsteiger is leeg.


‘Tja,’ zegt Josephine ‘als je het zo op een rijtje zet, hebben ze heel wat met ons meegemaakt. We moeten ze aanstonds maar bedanken:

Stoere fiets,

Hartelijk dank voor alle keren dat ik op je mocht rijden De tijd is nu gekomen om afscheid te nemen van je maar ik heb genoten van je. 

Dank je wel.

 

Nog steeds 314 pontjes gedaan.

19 augustus 2023.