maandag 11 oktober 2021

Als het kalf verdronken is …

 We zijn op veel voorbereid. Een regenpak is de standaarduitrusting, en brood en water is ook altijd mee. ’s Zomers zonnebrand en een petje, ’s winters handschoenen en droge sokken.

In de 23 jaar pontjestochten hebben we nog nooit een nat pak opgelopen. Weleens naar de kant moeten waden, maar daar bleef het bij.

 


Leerdam

We parkeren bij de kristalwinkel van de glasfabriek en fietsen de Lingedijk op.
Op de pontjeswebsite heb ik al gezien dat we niet aan deze kant moeten zijn voor het pontje voor vandaag. We steken de brug over en slaan rechtsaf de Oude Zuiderlingedijk in.
Links en rechts barsten de bomen van de appels, peren en walnoten. De aanbiedingen van 1 kilo noten voor € 1,- rijden we voorbij.

Betuwe Linge-oevers

Bij het bordje van Natuurmomenten stappen we af, want we weten dat het pontje in een wandelpad ligt. De paarden achter het hek komen nieuwsgierig aangelopen. We slagen erin om door het hek te komen, zonder dat de paarden ontsnappen.

 


 Josephine sluit gelijk vriendschap met een pony en vertelt hem over haar werk: over de product owner, projectleider, delivery manager en het development team die haar het leven zuur maken. De pony luistert geduldig. 

Maar wij hebben een taak, we moeten het pontje vinden. We lopen langs de zandwinningplas waarop de trekvogels zich aan het verzamelen zijn. De zandwinningsplas is er de oorzaak van dat hier de Lingedijk is doorgestoken en zodoende het wandelpad onderbroken werd.
Al pratend over Josephine haar werk hebben we niet in de gaten dat het pontje al zichtbaar is. En ineens valt ons de oranje reddingsboei op. Dat hebben we nog nooit gezien op een pontje.

 

“Wil je nu het horror verhaal horen of later?” vraag ik.
“Later,” antwoordt Josephine. “Kijk eens er zitten deurtjes op de pont,” vervolgt ze.
We nemen ieder een eigen deur.



We trekken de pont over het water waarmee de doorgestoken Lingedijk is gevuld. En terwijl we naar onze fietsen teruglopen, zegt Josephine dat de muizenissen in haar hoofd zijn verdwenen. Of het de therapeutische werking van het pontje is of het opnemingsvermogen van de pony weten we niet.



Terug bij de fietsen, gaan we op een bankje onze boterhammen eten en Josephine zegt  “Kom nu maar op met je horror verhaal.”

 

Het pontje is in september 2018 ondersteboven in het water gevonden. Van de opvarenden is nooit meer iets vernomen. Maar toen een paar weken later het pontje met passagiers en al omsloeg heeft men besloten het pontje tijdelijk uit de vaart te nemen. Eind augustus 2019 is het pontje na wat aanpassingen weer in gebruik genomen en kan het weer als vanouds worden gebruikt.

“Vandaar die reddingsboei.” interrumpeert Josephine mij.
“Ja,” zeg ik, “en het kan nog erger.”

In 2012 hebben we een pontje gedaan bij Zoeterwoude. Er stond een bordje bij dat je er maar met 6 mensen op mocht, maar blijkbaar was dat bordje verdwenen. Toen een groep van 12 wandelaars de oversteek waagden, begon het pontje te kiepen en sloeg vervolgens helemaal om, waarbij alle passagiers in het water vielen. Eén passagier is met een gebroken pols naar het ziekenhuis gebracht. Een andere vrouw bleef tijdens haar pogingen om onder het pontje uit te komen met haar rugzak ergens achter hangen. Na een paar pogingen lukte het haar om zichzelf in veiligheid te brengen.

We huiveren allebei bij de vrouw die met haar rugzak bleef steken.

Maximaal 4 personen en gebruik op eigen risico.

 
In Heukelum nemen we bij de cappuccino respectievelijk thee een Heukelumse krakeling.


 

We zitten in het herfstzonnetje op het terras en hebben helemaal geen aspiraties om op de fiets te stappen. In de nabijgelegen School met de Bijbel stappen regelmatig mensen in het zwart gekleed naar binnen. Soms is er een grijstint te ontwaren. Even later komt de lege lijkwagen aanrijden, die midden op de dijk wordt geparkeerd. De chauffeur gaat ook naar binnen.
De weg is geblokkeerd maar er wordt niet getoeterd. Men maakt rechtsomkeert om via de ringweg naar de andere kant te komen.
Wij nemen nog een krakeling.

Op zo’n mooie herfstdag heb je niets anders nodig.

Eén pontje gedaan.
Nog 30 Nederlandse pontjes te gaan (na een hertelling in september).
Nog 28 Belgische pontjes te gaan.

10 oktober 2021.

woensdag 25 augustus 2021

Eikenbossen en heidegronden

 

Soms haalt de toekomst je in. Voorbereid als we zijn op het laatste pontje overvaren met een rollator.

Wat een routine-stentplaatsing bij mij had moeten zijn, liep uit op een opgewekt hartinfarct. In het kader van de revalidatie fietsen we dit weekend slechts 20 kilometer per dag.

Bentelo

We staren naar Google maps en proberen de plaats van het pontje in de werkelijkheid te bepalen. Niemand om het aan te vragen. aan de buitenkant van een buitenwijk.
‘Is die bocht in het weiland, deze bocht op de kaart?’
Dat betekent natte voeten. Grote druppels liggen op de platgeslagen grashalmen. We wagen het erop. Halverwege slaat de twijfel toe. Zullen we nog een stukje doorfietsen en kijken of we dichterbij kunnen komen. Terug bij de fietsen, zie ik ineens een man door zijn serre de tuin inlopen. Desgevraagd antwoordt hij ‘Hier rechts naar beneden en binnen honderd meter vind je het pontje.’ Die doorgang naast het verroeste hek hadden we niet gezien. Niet zonder gevaar slippen we over gras en zand naar beneden. En dan ontvouwt zich een charmant plaatje.

Het trekpontje over de Hagmolenbeek

We volgen de rituelen van het pontjesreglement: we varen over en stappen aan de overkant aan wal.
Daar hebben we niets te zoeken en we varen weer terug, waar Fikkie en zijn baasje al wachten om naar de overkant te gaan.

Opgelucht stappen we op onze fiets naar knooppunt 12. Al gauw zijn we omringd door eiken. Het zandpad is verzadigd van de afgelopen regenweken. Na 8 kilometer komen we weer op asfalt uit en kunnen we eindelijk om ons heen kijken na het geploeter om overeind te blijven in het natte zand met volgelopen kuilen.

Niet alleen wij hebben het zwaar te verduren

Op zoek naar koffie en thee kijken we zo in het rond dat we de bordjes met 20 erop missen, maar we vinden wel een gezellig terras bij een hotel.

Daarna rijden we rechtstreeks naar onze auto terug. In Bentelo bestelt Josephine een uitsmijter en ik bami. ‘Een kleine portie,’ voeg ik eraan toe. Josephine krijgt drie dikke boterhammen geserveerd met eieren in ik een vol bord met bami, hamblokjes, rundvlees en spekjes en drie eieren er bovenop. Als dit een kleine portie is, zou ik weleens de gewone portie willen zien.

Terug in het hotel vinden we Gerard in de tuin en we sluiten aan. ’s Avonds een diner in het één-sterren-restaurant. We worden een beetje iebelig van de uitleg over al die producten die uit de omgeving komen, zoals de paddenstoelen die persoonlijk door de kok zijn geplukt in de ochtenddauw.
We hebben goede herinnering aan het restaurant ‘De Oude Apotheek’ in Losser. Ik bel en we kunnen de twee volgende avonden terecht.

‘Morgen gaan we naar Drenthe,’ kondigt Josephine aan.

Van Weiteveen naar Klazienaveen en weer terug

Het Amsterdamse veld

We verruilen de zandpaden in Overijssel voor de hagelwitte betonplaten op de heide van Bargerveen.

De heide op z'n mooist

We vervolgen onze tocht langs de loodrechte kanalen waarlangs de schepen het turf vervoerden.

Over het Dommerskanaal brengt een trekpontje ons naar de overkant alwaar ons na 1,4 km een horecagelegenheid wordt beloofd en na 1,5 km een pontje.

Het pontje ligt op ons te wachten in het Dommerskanaal

Nog een pontje? Die hebben we niet op het programma staan. We varen terug en fietsen verder door langs het kanaal en na enige tijd zien we een pontje op het droge. Heel triest. Het lijkt wel de kar van de schillenboer, maar dan zonder paard.

Het pontje op het droge

We hebben medelijden met de wandelaars die hier vastlopen. En wij missen de toegang tot de horecagelegenheid.

De borden van het Smalspoormuseum lonken naar ons. Ze bieden – naast voertuigen uit de ontginningstijd - gehaktballen uit grootmoeders juspan aan. Wij kiezen poffertjes en op het nagebouwde station met diverse stationsklokken worden onze happen begeleid door zwarte wolken en gezellige pruttels van de dieselmotoren van de locomotieven. Mannen en jongens voeren – voor ons – onduidelijke manoeuvres uit met de locs en aanhangwagens. De wissels worden achteloos met een trap naar achteren omgezet.

Het Smalspoormuseum in Erica

Zo loopt het weekeinde ten einde en laden we onze fietsen op de fietsdrager achterop de auto.

Thuis zoek ik het ons onbekende pontje op. Ik lees dat het voor de webmaster van de pontjeswebsite ook een toevallige vondst is Veerponten en veerboten in Nederland (pontjes.nl)
Hoe zit het in de andere provincies? Alleen al in Overijssel en Gelderland zijn er drie pontjes bij gekomen, maar wij versagen niet. Volgende maand een nieuw pontje in Gelderland.

20 en 21 augustus 2021.

maandag 21 juni 2021

Tijd en getij wachten op niemand

 Biesbosche mensen roeiden zoveel als kon, met de stroming mee.

Zaterdag met het laatste van de ‘eb’-stroming mee, de Biesbosch uit.
Met het begin van de ‘vloed’, de Amer op, stroming mee, om naar huis te roeien.

Wij gaan vandaag eens kijken hoe het heden ten dage met het getij zit.

’t Leeuwe Veerke

De PIN-automaat voor het veer

‘Betalen, alleen met PIN’, is de boodschap. Onze gezamenlijke portemonnee bevat alleen contant geld, maar privé hebben we altijd ons pasje bij ons.

De automaat blijkt stuk te zijn. Nu hebben we al veel meegemaakt van zieke kapiteins tot kapotte motoren, maar een defecte PIN-automaat hadden we nog niet gehad.
Dan maar eerst een bakkie.
Door de ruiten van de Biesla lunchroom zien we de veerbaas arriveren, een jongeman met roodblonde krullen.
Om vijf voor tien melden wij ons op de veerstoep. ‘Het veer vertrekt pas om 10:00 uur, hoor,’ vermaant krullemans ons.
Josephine en ik kijken elkaar aan: ‘Het zal wel ouderwets zijn dat je te vroeg arriveert, maar als de vertrektijd tien uur is, is het toch niet zo gek om om vijf voor tien aan boord te gaan?’
Een paar tellen later zwaait het hekje open. We gaan aan boord, evenals twee echtparen. De veerbaas gaat rond met zijn tablet en spoedig heeft iedereen betaald.
We steken de Amer over. De boot schommelt op de golven en we kunnen ons nergens aan vasthouden, maar alle passagiers zijn er nog als we aan de overkant zijn.

Getij

 


 Aan boord hangt een A-viertje waarop beschreven is hoe de mens in de Biesbosch met het getij leefde. Ik spreek tegen de veerman mijn waardering uit over hoe de mens vroeger met de natuur leefde. ‘Ja,’ zegt hij,’ ik ben in deze streek opgegroeid en ik weet precies wat ik kan verwachten bij elk type weer en getij.’

De Biesbosch


Wij waren als eerste op het pontje en dus als laatste eraf. Iedereen slaat rechtsaf.

‘Wat doen wij?’ vraag ik.
‘Je kunt alleen maar rechtsaf,’ wijst Josephine.
In colonne rijden we over het rechte fietspad met links de Nieuwe Merwede en rechts de Amer. Het riet aan beide zijden buigt met ons mee. Dit is geen windkracht 2 zeg ik en we moeten aanstonds 7 km tegen de wind optornen.
Op de kaart had ik gezien dat alle wateren hier ‘gaten’ heten: het Noordergat van de Visschen, Gat van Den Kleinen Hil, Gat van de Bakens en Gat van Den Hardenhoek. Ik zou de herkomst van die namen wel willen weten.

Museumcafé Biesonder

Als we museumcafé Biesonder bereiken, is het gaan miezeren.

 


De ramen van het café kijken uit op de tijdelijke kunstinstallatie: Waiting for it to end. Het bestaat uit twee mensen die, zittend naast elkaar, uitkijken over het water. Het hoofd van de één rust op de schouder van de ander, met hun blik op de horizon. Deze installatie van de Palestijns-Libanese kunstenaar Alaa Minawi laat twee mensen zien die wachten op het einde van de wreedheid van de oorlog - van alle oorlogen - zodat ze in vrede verder kunnen leven.

We maken ons op voor de terugreis tegen de wind in, maar waar is die gebleven: die wind?

Gemaal het Hooge Hof

We zien nergens een bankje om onze boterhammen op te eten tot op ons oog op het gemaal het Hooge Hof valt. Op die trap kunnen we wel zitten.

De fotoreportage

 I
k bind de telefoon aan het hek om een selfie te maken, maar waar stel ik nu de timer in?

Nee, dit is maar twee seconden, dat haal ik niet. Vijf seconden dan? Nee, ook niet. Tien seconden dan? Dat duurt weer zolang dat ik alweer aan het opstaan ben als we de sluiter horen. De vierde keer is het uiteindelijk gelukt.

Ondertussen scheren de zwaluwen om het gemaal heen.
En we horen geluiden van andere vogels. Volgens Birdnet zijn het de zwartkop en de rietzanger.

Het wachten

Als we bij de veerstoep aankomen, zien we het veer net wegvaren. Als de overtocht inderdaad 25 minuten duurt, is hij er over een uur weer.



Er is een abri, zonder ruiten. We zien nergens glas, dus die hebben er nooit in gezeten. Er komt een echtpaar aan dat ook even wat eet en drinkt. Ze vragen aan ons hoe lang het duurt dat het veer komt en ik zeg dat het een uur duurt, maar dat hij ook kan bellen en ik wijs naar het telefoonnummer boven ons hoofd. Daar gaan ze niet op wachten en ze vertrekken. Twee wielrenners wachten een tijdje en ook zij besluiten terug te fietsen. Wij zijn het wachten gewend en we blijven zitten.

De terugreis

Niet lang daarna arriveert het pontje en we gaan met de inmiddels gearriveerde belangstellenden aan boord. Nu de wind is gaan liggen, is het een rustige overvaart.

 


Het is nog steeds dezelfde jongeman die het veer bestuurt.
Hij wijkt uit naar links en ons doel verdwijnt uit het zicht.
Een passagier uit zijn verbazing.
‘Dat doet hij om dat vrachtschip te ontwijken,’ zeg ik.
‘Hij kan er makkelijk voor langs,’ roept de passagier.
‘Ik weet zeker dat hij weet wat hij doet,’ zeg ik
Het schip komt veel sneller dichterbij dan wij als landrotten hadden gedacht. De ‘Amstelkade’ torent hoog boven ons uit als we achter langs kruisen.
De genoemde passagier knikt.

Eén pontje gedaan.
Nog 13 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan.

19 juni 2021.

maandag 31 mei 2021

De terrassen zijn weer open

De kleurcode voor Nederlanders voor reizen naar België is oranje. En voor de Belgen is Nederland rood. Tja, wat doen we nu? Josephine heeft al ervaring met de grens oversteken en zij ziet geen enkel probleem.

Is er nog een pontje in Brabant, dat we kunnen doen? 
Ja NB41: In een wandelroute langs de Buulder Aa, gelegen tussen Soerendonk en Maarheeze, is een trekpontje opgenomen.

Maarheeze

Bij binnenkomst rijd ik langs een Lidl en Jumbo en je kunt gewoon voor de deur van de winkels parkeren, zelfs zonder parkeerschijf. Maarheeze heeft ruim 5.000 inwoners, maar veel winkels.



Als we onze fietsen hebben afgeladen, kiezen we een richting uit om te gaan fietsen
Nee, de verkeerde kant uit. Bij kasteel Cranendonck rijden we het bos in, twee maal rechts en dan zijn we er. Een mooie omgeving, maar geen pontje
‘De reis is belangrijker dan het doel,’ hijgt Josephine terwijl we ons overeind proberen te houden op een zandpad.
Toch maar even de GPS gebruiken. Het had twee maal links moeten zijn.
We rijden de Perkstraat in en … rijden tegen een hek aan van Rioolwaterzuivering Soerendonk.
Rioolwaterzuivering Soerendonk van het waterschap De Dommel

Hierachter moet het ergens liggen. Een volgend paadje in dat naar de scoutinggroep Kizito leidt en blijkbaar ook naar een manage, waar de ruiters worden gemaand om de gedane behoeften van edele viervoeters op te ruimen.

Pick up the shit station


Het zelfbedienings touwveerpont

Nu nog dit bruggetje over en we rijden ineens tegen het pontje aan. Wat een prachtig pontje met de touwen in synchrone lussen. Het hout nog niet verweerd.

Het pontje over de Buulder Aa

We lezen de aanwijzingen:

·         Gebruik vanaf 6 jaar: Ja.

·         Max. draagvermogen: 200 kg: Blijven we binnen.

·         Zwemdiploma verplicht: Ja.

·         Gebruik uitsluitend onder toezicht van een persoon met diploma reddend zwemmen: Eh, nee.

We wagen het erop. Josephine stapt erop en het pontje helt vervaarlijk over. Ik breng hem weer in evenwicht. Het water is zo helder dat we de onderliggende kabel zien lopen.

Het pontje ligt in het gespuide water van de rioolzuivering van waterschap De Dommel

Vandaag wil ik mijn Joby GorillaPod proberen. Dankzij de dertig flexibele gewrichten die kunnen buigen en draaien, kun je met dit ministatief een fotocamera of mobieltje stevig op en aan vrijwel elk oppervlak bevestigen.

 

De GorillaPod klaar voor gebruik.

 


Ja, we staan erop.
De weerman had nog zo gewaarschuwd: smeer je goed in, want je huid is nog niets gewend. Ik was mijn zonneklep vergeten, maar gelukkig had Josephine een cap in haar fietstas zitten.
 ‘Petjes staan mij niet’, zeg ik. Josephine moet het beamen.

Vogelgeluiden herkennen

Nergens iemand te bekennen. We zoeken een bankje om de boterham op te eten. Ik zet de app Birdnet aan om het vogelgeluid te detecteren. Juist op dat moment verfrommelt Josephine haar broodzak.
De app heeft niet met zekerheid kunnen vaststellen welke vogel er nu fluit.
Nog een keer (zonder bijgeluiden): de karekiet, is de uitslag.

Terrassen

In Maarheeze kiezen we een terras uit en nemen ons eerste appelgebak sinds 14 maanden. We blijven zitten, zitten en zitten.
‘Wat doen we nu? Nog een stukje fietsen?’
‘Neuh, waar is het dichtstbijzijnde pannenkoekenhuis?’
‘De clown?
‘Nee, geen leuke herinnering aan clowns. Dan klinkt ‘De Suykerbuyk’ gezelliger’

Fietstechnisch geen goede tocht, wel horeca gesteund en het pontje gescoord.

Eén pontje gedaan.
Nog 14 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan.

29 mei 2021.



zondag 25 april 2021

Deze maand, 8 jaar geleden

Mijn  moeder zei altijd 'Als je pissebed weggooit, krijg je kakkebed terug'. Zo is het maar net.
Josephine is een tijdje bij haar broer in Duitsland gaan wonen om de eenzaamheid te verdrijven. Het valt ook niet mee als je alleenstaand bent en je nu ook nog eens thuis moet werken.
Ik zag gelijk perspectieven: in het oosten van Nederland zijn een paar pontjes die we nog moeten doen. Maar de Duitse regering kleurt Nederland oranje en dat betekent dat je een negatief testbewijs moet overleggen en in quarantaine moet. Nu hebben wij veel over voor pontjes, maar dit niet.
Dan maar een verhaal van 13 jaar geleden in april opgeduikeld.

 Amstelland gruttoland

‘Als er ergens geen sloot is, ben ik al op vakantie’ zegt schrijver Gerbrand Bakker in Benaliboekt. Sloten waren nu net ons doel van vandaag. In de Bovenkerkerpolder tussen Amstelveen en Uithoorn liggen 2 pontjes op ons te wachten: De zelfbedieningskabelveerpont ‘Maria Johanna Petronella en een naamloze.

 

Als ik op station Nieuwerkerk aan den IJssel uit de lift stap, vraagt een vrouw ‘Bent u van de mannekes?’ ‘Nee, als ik al iets ben, is het van de vrouwkes,’ antwoord ik. ‘Aan de andere kant van het station staat een vrouw met een fiets te wachten op een vriendin.’
‘Mijn vriendin ontmoet ik pas in Gouda,’ zeg ik.
De liftdeuren gaan weer open en er komt een vrouw met een fiets uit. Dezelfde vraag wordt herhaald.
‘LIA!!!!!!!!!!!!, je staat aan de verkeerde kant,’ is de reactie. Een zwak antwoord duidt erop dat Lia het heeft gehoord. Als de sprinter arriveert, komt Lia hijgend uit de lift.

Op het fietsbalkon treffen we een allegaartje van fietsen kris kras door elkaar aan.

 


Josephine komt daar nog eens bij in Gouda.


 De Waver

In Abcoude rijden we over de A2 heen naar de rivier De Waver. Waver komt, volgens mijn Plaatsnamengids van het Engelse to waver (wankelen, heen en weer gaan). In dit geval wordt verwezen naar het kronkelen van het water. We meanderen mee met de bochten van het riviertje en we verbazen ons erover dat we nog niet eerder van dit watertje gehoord hadden. Bij een rustiek bruggetje stoppen we voor soep en een boterham

 



De Amstel

Die kennen we wel. In 2006 hebben we hier al verschillende pontjes gedaan. Het pontje bij Nessersluis doen we nog een keer.

 

Bovenkerkerpolder

We weten dat de pontjes in een sloot in een weiland liggen. We bereiden ons voor op een lange zoektocht en eventueel wat loopwerk. Dan zien we echter een vrouw met twee honden lopen. Die moet hier goed thuis zijn. Jawel, ze weet waar ze liggen en ze wijst hoe we er kunnen komen. Ze vermoedt dat het eerste pontje er niet ligt, omdat die naar een broedgebied van vogels leidt en het broedseizoen is begonnen. Over het tweede pontje is ze verbaasd dat die op de website van de Vereniging van vrienden van voetveren staat. Het is nl. een privé-pontje van een boer. Het wordt ook wel het liefdespontje genoemd, volgens haar. Ik vergeet te vragen waarom.

 

Het pontje naar het vogelbroedgebied

Uit de verte zien we hem al liggen. Bij aankomst blijkt dat de kabel bediend moet worden met een zogenaamde klos

 

De houten klos

De klos houd je onder een zodanige hoek dat hij zich vastklemt en dan kun je de kabel strak trekken. Dit hefmechanisme zorgt ervoor dat je niet veel kracht hoeft te zetten. We hebben dit systeem vaker gezien, maar dan waren het altijd bemande pontjes. Nu mochten we het zelf doen. Aan de overkant kunnen we niet verder en we varen weer terug.


 Het pontje Maria Johanna Petronella

We volgen de aanwijzingen van de hondenuitlaatster op en rijden richting Uithoorn. En jawel, daar ligt hij: de liefdespont. We stappen aan boord; de sloot is zo smal dat we door ons opstappen al voor zoveel beweging zorgen, dat het pontje meteen aan de overkant is. In de verte zien we een boerderij.

 

Het liefdespontje

Vlakbij is een bankje waar we thee drinken en een kokosmakroon eten, ondertussen peinzend hoe deze pont aan zijn naam ‘liefdespont’ komt. We komen er niet uit. Hij ligt in the middle of nowhere. Dat is een pre. Maar erg beschut ligt hij niet. Een verliefd stel zoekt toch wel enige beschutting?

Verderop zien we een mobiele vogelkijkhut. Zou dat het eigenlijke liefdesnest zijn?

 Gruttoland

Amstelland waar we nu zijn, wordt ook wel gruttoland genoemd. We hebben verschillende grutto’s gezien en gehoord; op een gegeven moment streken er twee pardoes naast ons neer.

 

Onze nationale vogel: de grutto
 
Het is duidelijk dat de mobiele vogelkijkhut wordt gebruikt door serieuze vogelaars.

 Vintage cars

In plukjes van drie komen ons oude Austins, Humbers, MG’s en andere oude modellen tegemoet rijden. Bij het pontje over de Nessersluis begrijpen we waarom het er iedere keer drie zijn. Zoveel gaan er op de pont.

 


Eierkoeken

Sinds Sonja Bakker de eierkoek als gezond tussendoortje heeft aanbevolen, zijn ze niet aan te slepen. Nu komt Sonja uit Avenhorn (Noord-Holland bij Hoorn), dus ik begrijp wel dat deze veerman zijn provinciegenoot wil ondersteunen.

De aangegeten eierkoek van de pontbaas


WC

In het begin waren we nog horecagelegenheid tegengekomen, maar nu al uren niet meer. Dus maar aan mensen die voor het huis in de zon zaten, gevraagd of ik daar naar het toilet mocht. Dat was goed. Op het toilet trof ik een klein computertje aan waarmee je Yahtzee kan spelen. Nooit eerder gezien. Terug bij Josephine zei ik: ‘Ik weet wat we kunnen gaan doen als we klaar zijn met de pontjes. We gaan bij mensen aanbellen of we naar het toilet mogen en we kunnen dan de trends op toiletgebied beschrijven.’ Josephine kijkt sceptisch.


 Terug naar huis

Via andere knooppunten dan op de heenweg keren we weer terug naar station Abcoude.

Onze eerste tocht weer sinds een paar maanden. Februari ging niet door vanwege de sneeuw. In maart was Josephine ziek. We hadden geen mooiere dag kunnen kiezen. Sinds lange tijd was het boven de 10 graden en scheen de zon.

 

Twee pontjes gedaan; nog 74 te gaan.

7 april 2013.