maandag 21 juni 2021

Tijd en getij wachten op niemand

 Biesbosche mensen roeiden zoveel als kon, met de stroming mee.

Zaterdag met het laatste van de ‘eb’-stroming mee, de Biesbosch uit.
Met het begin van de ‘vloed’, de Amer op, stroming mee, om naar huis te roeien.

Wij gaan vandaag eens kijken hoe het heden ten dage met het getij zit.

’t Leeuwe Veerke

De PIN-automaat voor het veer

‘Betalen, alleen met PIN’, is de boodschap. Onze gezamenlijke portemonnee bevat alleen contant geld, maar privé hebben we altijd ons pasje bij ons.

De automaat blijkt stuk te zijn. Nu hebben we al veel meegemaakt van zieke kapiteins tot kapotte motoren, maar een defecte PIN-automaat hadden we nog niet gehad.
Dan maar eerst een bakkie.
Door de ruiten van de Biesla lunchroom zien we de veerbaas arriveren, een jongeman met roodblonde krullen.
Om vijf voor tien melden wij ons op de veerstoep. ‘Het veer vertrekt pas om 10:00 uur, hoor,’ vermaant krullemans ons.
Josephine en ik kijken elkaar aan: ‘Het zal wel ouderwets zijn dat je te vroeg arriveert, maar als de vertrektijd tien uur is, is het toch niet zo gek om om vijf voor tien aan boord te gaan?’
Een paar tellen later zwaait het hekje open. We gaan aan boord, evenals twee echtparen. De veerbaas gaat rond met zijn tablet en spoedig heeft iedereen betaald.
We steken de Amer over. De boot schommelt op de golven en we kunnen ons nergens aan vasthouden, maar alle passagiers zijn er nog als we aan de overkant zijn.

Getij

 


 Aan boord hangt een A-viertje waarop beschreven is hoe de mens in de Biesbosch met het getij leefde. Ik spreek tegen de veerman mijn waardering uit over hoe de mens vroeger met de natuur leefde. ‘Ja,’ zegt hij,’ ik ben in deze streek opgegroeid en ik weet precies wat ik kan verwachten bij elk type weer en getij.’

De Biesbosch


Wij waren als eerste op het pontje en dus als laatste eraf. Iedereen slaat rechtsaf.

‘Wat doen wij?’ vraag ik.
‘Je kunt alleen maar rechtsaf,’ wijst Josephine.
In colonne rijden we over het rechte fietspad met links de Nieuwe Merwede en rechts de Amer. Het riet aan beide zijden buigt met ons mee. Dit is geen windkracht 2 zeg ik en we moeten aanstonds 7 km tegen de wind optornen.
Op de kaart had ik gezien dat alle wateren hier ‘gaten’ heten: het Noordergat van de Visschen, Gat van Den Kleinen Hil, Gat van de Bakens en Gat van Den Hardenhoek. Ik zou de herkomst van die namen wel willen weten.

Museumcafé Biesonder

Als we museumcafé Biesonder bereiken, is het gaan miezeren.

 


De ramen van het café kijken uit op de tijdelijke kunstinstallatie: Waiting for it to end. Het bestaat uit twee mensen die, zittend naast elkaar, uitkijken over het water. Het hoofd van de één rust op de schouder van de ander, met hun blik op de horizon. Deze installatie van de Palestijns-Libanese kunstenaar Alaa Minawi laat twee mensen zien die wachten op het einde van de wreedheid van de oorlog - van alle oorlogen - zodat ze in vrede verder kunnen leven.

We maken ons op voor de terugreis tegen de wind in, maar waar is die gebleven: die wind?

Gemaal het Hooge Hof

We zien nergens een bankje om onze boterhammen op te eten tot op ons oog op het gemaal het Hooge Hof valt. Op die trap kunnen we wel zitten.

De fotoreportage

 I
k bind de telefoon aan het hek om een selfie te maken, maar waar stel ik nu de timer in?

Nee, dit is maar twee seconden, dat haal ik niet. Vijf seconden dan? Nee, ook niet. Tien seconden dan? Dat duurt weer zolang dat ik alweer aan het opstaan ben als we de sluiter horen. De vierde keer is het uiteindelijk gelukt.

Ondertussen scheren de zwaluwen om het gemaal heen.
En we horen geluiden van andere vogels. Volgens Birdnet zijn het de zwartkop en de rietzanger.

Het wachten

Als we bij de veerstoep aankomen, zien we het veer net wegvaren. Als de overtocht inderdaad 25 minuten duurt, is hij er over een uur weer.



Er is een abri, zonder ruiten. We zien nergens glas, dus die hebben er nooit in gezeten. Er komt een echtpaar aan dat ook even wat eet en drinkt. Ze vragen aan ons hoe lang het duurt dat het veer komt en ik zeg dat het een uur duurt, maar dat hij ook kan bellen en ik wijs naar het telefoonnummer boven ons hoofd. Daar gaan ze niet op wachten en ze vertrekken. Twee wielrenners wachten een tijdje en ook zij besluiten terug te fietsen. Wij zijn het wachten gewend en we blijven zitten.

De terugreis

Niet lang daarna arriveert het pontje en we gaan met de inmiddels gearriveerde belangstellenden aan boord. Nu de wind is gaan liggen, is het een rustige overvaart.

 


Het is nog steeds dezelfde jongeman die het veer bestuurt.
Hij wijkt uit naar links en ons doel verdwijnt uit het zicht.
Een passagier uit zijn verbazing.
‘Dat doet hij om dat vrachtschip te ontwijken,’ zeg ik.
‘Hij kan er makkelijk voor langs,’ roept de passagier.
‘Ik weet zeker dat hij weet wat hij doet,’ zeg ik
Het schip komt veel sneller dichterbij dan wij als landrotten hadden gedacht. De ‘Amstelkade’ torent hoog boven ons uit als we achter langs kruisen.
De genoemde passagier knikt.

Eén pontje gedaan.
Nog 13 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan.

19 juni 2021.