woensdag 15 mei 2013

Zen


Ik druk op de knop met de pijl naar ons toe. Aan de overkant wordt de loopplank volautomatisch ingehaald. Verder gebeurt er niets. Geen beweging. Als een ongeduldige Randstedeling druk ik nog een keer op de knop. Warempel, het maakt zich van de kant los. Langzaam maar gestaag komt hij onze kant op. ‘Ik denk dat we de trein van 5 over 4 niet gaan halen,’ zegt Josephine. Halverwege vindt er ineens een versnelling plaats. We zien de kabels aan onze kant sneller lopen. Het aanleggen duurt nog zo’n 2 minuten. We gaan aan boord. Josephine drukt op de knop met de pijl de andere kant op. De loopplank wordt opgehaald. Ha, dat is het geheim: ‘nadat de loopplank is opgehaald, nog een keer op de knop drukken’ luidt de instructie. Ik was dus niet ongeduldig; het was gewoon technisch inzicht. Terwijl we over de reling hangen, ploegt het pontje zich door de golven. Aan de overkant gaat weer automatisch de loopplank naar beneden. We stappen aan wal en weer aan boord. Op de terugreis stelt Josephine vast dat dit pontje toch wel heel erg Zen is.




Een druk op de knop zet het pontje in beweging

Een kort asymmetrisch kapsel
Op de waarschuwing dat het wel laat zal worden, krijg ik thuis de reactie: ‘Maar ik wil wel voetbal zien.’ Ik ontmoet Josephine op het perron van Gouda. Vanuit de verte zie ik al het korte asymmetrische rode kapsel zoals we dat nog kennen uit de jaren tachtig. Josephine is een echt jaren-tachtig-kind waarvan gezegd werd dat hun vooruitzichten hopeloos waren met de oplopende jeugdwerkeloosheid, maar het is helemaal goed gekomen met haar en haar generatiegenoten.
Na een treinreis van 2 uur arriveren we in Ommen en we drinken eerst wat in de stationsrestauratie ‘Spoor 7’.

Alleen op de wereld
Over romantische bospaadjes in het Zeesserbos, Junnerveld en Beerzerveld bereiken we Mariënberg. Het lijkt wel of we alleen op de wereld zijn.
Het korte asymmetrische rode kapsel van Josephine steekt mooi af tegen het groen.

Altijd maar weer zoeken naar het pontje
Eerst maar eens soep met een boterham. Verder gaat het door het Bentinkbos, de Boswachterij Hardenberg en door Hardenberg heen rijden we richting Gramsbergen. Maar waar is het pontje nu? In het Engelandse Bos zien we eindelijk een detailkaart en we constateren dat we aan de verkeerde kant van de Vecht zijn. De afgedamde Vecht ligt precies aan de andere kant. Dan maar door naar Gramsbergen en aan de andere kant terug naar Hardenberg. Josephine had uitgerekend dat we maar niet door de 32 kilometer-grens kwamen met onze tochten. Nu, vandaag lukte dat uitstekend.

De Loozensche linie
De Loozensche Linie was een verdedigingswerk uit de tijd van Napoleon, bedoeld om de Bataafse Republiek te beschermen. Van de linie zijn nog enkele herkenbare delen overgebleven, zoals een gedeelte van een bastion, waterstructuren en een overblijfsel van een voormalige meander. Over deze meander vaart ons doel van vandaag volautomatisch.




Die apps zijn handig, maar je moet natuurlijk wel goed kijken
Op de app van de NS hebben we gezien dat we op station Zwolle 8 minuten hebben om over te stappen op de intercity naar Den Haag Centraal. Ik moet dan in Gouda overstappen op de sprinter naar Capelle Schollevaar. De lift komt tergend langzaam naar beneden op spoor 15; we lopen naar spoor 3,4,5 en gaan traag naar beneden. De dubbeldekker staat al klaar en het fietsbalkon is naast de lift. We stappen snel in om te constateren dat er al 6 fietsen staan. We zetten de fietsen los neer en gaan op de trap zitten. ‘Gek, dat hij om 16:45 vertrok; ik had op de reisplanner gezien dat hij om 16:48 zou vertrekken.’ We vergelijken onze uitkomsten van de reisplanner op onze telefoons. ‘Waarom heb jij nu spoor 3 staan en ik spoor 5?’ vraag ik. Josephine kijkt naar buiten en constateert droog: ‘We zitten op de Hanzelijn, die via Lelystad naar Den Haag gaat.’ Nu gaat het mij dagen; de lift ging naar perron 3, 4 en 5 en we namen aan dat de gereedstaande trein de goede was. Maar we hadden ons al hier moeten splitsen. Josephine naar perron 3 en ik naar 5. Geen nood, we kijken waar de aansluiting op deze lijn is, naar Rotterdam. Dat is Duivendrecht. Eigenlijk is dit ook wel weer heel erg zen; we laten de dingen gewoon gebeuren. Rechts zien we de Oostvaardersplassen met zijn on-Nederlands landschap: ruige grasvlaktes en de wilde heckrunderen, konikpaarden en edelherten.
Na kwartier wachten in Duivendrecht kan ik in een praktisch lege sprinter stappen. Thuis staat mijn portie avondeten klaar; ik hoef het alleen maar op te warmen. Ik eet onder de klanken van gefnuikte of gehaalde doelen aan het eind van het voetbalseizoen.

Een pontje gedaan; nog 73 te gaan.

15 mei 2013.