woensdag 25 september 2019

Klipperaak Linquenda II


Dat er grote verschillen zijn in de pontjes die we bevaren, weten de vaste lezers inmiddels. Bij het woord ‘zeilcharter’ op de folder van het pontje van vandaag, krijg ik visioenen van oude koffie, donkere kombuizen, taaie appeltaarten, droge tosti’s en een schelle stem uit luidsprekers die in het Nederlands, Engels en Duits uitlegt wat we moeten zien.
Vandaag was alles anders.
Bij de vuurtoren in Hellevoetsluis aangekomen: geen zeilschip. Even later zagen we bij het andere havenhoofd twee masten zich in beweging zetten. Daar komt ‘ie.



Majestueus komt de aak aanvaren. Helaas niet onder zeil, maar het blijft prachtig zo’n oude vrachtboot uit 1914 te zien naderen. Onze fietsen worden door de schipper Jan Ruitenga aan boord gezet. In zijn armen wegen onze fietsen niets. Bezorgd kijken wij naar de plaats waar ze staan. Achteloos leunen ze tegen het grootzeil. Bij latere controle blijkt dat er een touw omheen was geslagen.


We gaan in de kuip zitten, zo zitten we een beetje uit de wind. Een groep mensen met een klein meisje zijn in paniek, want ze zijn de luiertas vergeten. Of ze die nog even mochten halen. Het schippersechtpaar stelt ze gerust. Ga maar halen. Die vijf minuten maken ons niet uit.

Geen vreemde talen

De moeder van het kindje arriveert met de tas en we kunnen vertrekken. De groep mensen bestaat uit een Nederlands echtpaar en buitenlandse gasten. Ik denk dat ze uit Rusland komen, Josephine denkt uit Griekenland. Zij zal wel gelijk hebben.
‘Ik spreek geen Engels,’ zegt de schippersvrouw.
Heerlijk, denk ik. Gewoon je moerstaal spreken en je niet aanpassen.

Huiselijk

We kijken met bewondering naar schippersvrouw Simone die soepel over alle hoge drempels stapt. De geur van appelgebak drijft me naar binnen.



Ja, daar staat ‘ie, vers gebakken. Ik draai me om en ik zie een oude kachel. Het boerenbontservies is door latten beschermd tegen vallen. De lampen zwaaien lichtjes heen en weer.




‘We hebben hier met onze vier kinderen gewoond en nu ze de deur uit zijn, hebben we ruimte voor onze gasten gekregen,’ vertelt Simone terwijl ze de appeltaart aansnijdt.

Buiten ligt de hond, een border collie, in zijn mand aan de voeten van zijn baas aan het stuurwiel.


Het Haringvliet

De grote rivieren monden hier uit. De schipper vertelt over de miljoenen trekvogels die de delta gebruiken als belangrijke tussenstop voor de lange tocht van de noordelijke toendra’s naar Zuid-Europa en Afrika én omgekeerd. In de zomermaanden zie je hier grote sternen en lepelaars, maar ook de majestueuze vis- en zeearend vliegen regelmatig over.
Op de tafel ligt een overzicht van vogels, die je onderweg kunt zien. We hebben onze verrekijker niet meegenomen en genieten van de vogels zonder ze echt te herkennen.

Middelharnis

Wij zijn de enigen die hier afstappen. Onze fietsen worden keurig voor ons gereed gezet aan de wal.



Met de wapperende driekleur varen zij de haven uit en wij beginnen aan onze fietstocht. Al snel rijden we in het lege landschap van Goeree over een dijk met links en rechts uitgestrekte landerijen. Af en toe wordt de dijk omzoomd door opgeschoren meidoorns.



Bij Stellendam draaien we de Haringvlietdam op en constateren dat de schuiven gedeeltelijk openstaan. Met het Kierbesluit uit 2000 besloot de regering de sluizen in beperkte mate open te stellen. Hierdoor ontstond een overgangsgebied van zoet naar zout water.

Hellevoetsluis

Via de vesting rijden we Hellevoetsluis binnen en wachten naast het standbeeld van Jan Blankens Jansz, een waterbouwkundig ingenieur, tot de brughelften weer gesloten zijn.



Eén pontje gedaan:
Nog 21 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan.

zondag 18 augustus 2019

Drie maal diep

De waters die we dit weekend in Groningen gaan oversteken hebben allemaal het achtervoegsel ‘diep’: het Reitdiep, het Boterdiep en het Wolddiep. Volgens Wikipedia is een diep een ontwateringskanaal in veengebieden.Onze uitvalsbasis is Hotel Wad Oars in Anjum in Friesland. We zetten beide fietsen op één auto en koersen naar Winsum. Fietsen eraf en het eerste knooppunt zoeken. Tot op onze verbazing rijden we omlaag en weer omhoog. Winsum ligt zeker op een wierde (een kunstmatige heuvel om bij hoog water droog te blijven).

Het Boterdiep

Eindelijk knooppunt 71 gevonden. We fietsen via Onderdendam en Bedum naar Zuidwolde. Een rustiek geplaveid (lees: hobbelig) pad brengt ons bij de veerstoep waar het voetveer ligt te wachten. Het pontje is een schakel in Het Groene Ommetje van de Groningse dorpen Zuidwolde en Noordwolde. We stappen aan boord en Josephine volgt de instructies op het bedieningspaneel. Als de ketting strak staat, moet het pontje in beweging komen, maar dat doet hij niet. Zijn het aanvangsperikelen? Het pontje is pas op 25 mei 2019 in de vaart gekomen. We zoeken naar een telefoonnummer om het euvel te melden, maar we vinden geen aanwijzingen.
Tot onze schrik merken we dat het pontje wel van de kant is losgekomen. Met een aanloop op het pontje zouden we de overkant kunnen  halen, maar met die nattigheid is dat niet echt een optie Tot ik op het idee kom aan de vastgelopen ketting te trekken. Het lukt, we kunnen van boord.
Het voetveer over het Boterdiep van Zuidwolde naar Noordwolde.

 Bij de brug over het Boterdiep hebben we eetcafé Moeke Vaatstra gezien. Voordat ik naar binnenstap valt mijn oog op het uithangbord voor Vlek Genever, maar door mijn beslagen bril lees ik ‘Vlek geneest’. Dat geloof ik graag, want onze voorouders zwoeren bij een jenevertje op zijn tijd.
Eetcafé Moeke Vaatstra.

Wij nemen zelfgemaakte appeltaart. Experts als wij zijn op het gebied van appeltaart krijgt deze een dikke 8.
Een echt bruin café, precies zoals een bruin café hoort te zijn. De kroeg bestaat al meer dan 100 jaar. De vloer met zijn geometrische vormen getuigt daarvan. In een vitrinekast hangt het oude vaandel van de muziekvereniging Uno Animo.

De oude vloer in de gang bij Moeke Vaatstra.

We fietsen naar het noorden. Bij het de uitspanning Ruischend Riet in het recreatiecentrum ‘Garnwerd aan zee’ stappen we af om wat te eten. Op de kaart staan poffertjes voor de Kleine gast. Ik leg aan de serveerster uit dat Josephine 1.50 meter is en dus een kleine gast en we recht hebben op die poffertjes. Afgemeten antwoordt ze dat de Kleine gast slaat op de leeftijd en niet op de lengte. Op mijn verzoek vraagt ze het na in de keuken. Bij hoge uitzondering krijgen we ze. Josephine stipuleert dat ze 1.56 meter is. De poffertjes komen: zonder boter en met een heel klein beetje poedersuiker. Met weemoed denken we aan de poffertjes op Paviljoen Malieveld waar ze drijven in de boter en rijkelijk voorzien zijn van poedersuiker.

Reitdiep

Na deze teleurstelling gaan we weer de regen in op weg naar Aduarderzijl.
Het Reitdiepveer komt pas over 20 minuten, maar we kunnen droog wachten in een RUSTWAT (Door heel Nederland worden door particulieren in schuurtjes koffiekannen, koeken en ijsjes in de diepvries aangeboden. Het is zelfbediening en het geld doe je in een kistje.)
Al snel horen we het gezellige getuf van het Reitdiepveer. We gaan aan boord en delen een vlaggetje uit van de Vereniging Vrienden van Voetveren. De mannen van het veer gaan het vlaggetje meteen ophangen.

Het vlaggetje hangt.
We mogen in de stuurhut komen schuilen en we vragen de hoeveelste passagier we van vandaag zijn: ‘Jullie zijn nummer 2 en 3.’

De fietsen zijn vastgesjord.
We varen door een oude sluis en de heren leggen ons uit dat ‘zijl’ ‘sluis’ betekent. We volgen het Reitdiep in de lengte. De motor hapert. ‘Wees niet bang, dames, ik schakel over op de elektriciteit.’ Jammer, ik houd wel van het sonore motorgeluid. De vrijwilligers wijzen op de kanonnen aan weerszijden, die de strijd tussen Middag en Humsterland symboliseren.

Relict uit de tijd dat er nog hevig werd gevochten tussen regio's.

In Schaphalsterzijl aangekomen, wijst de veerman hoe we met een mooie omweg naar Winsum kunnen rijden. Eigenlijk willen we de kortste weg nemen, maar we volgen toch zijn advies op en we rijden over smalle kronkelende wegen in een zeer open landschap met wierden, oude dijken en kwelders.

Het Wolddiep

De volgende dag is windkracht 6 met windstoten voorspeld. We kiezen de route zodanig dat we eerst tegen wind rijden rechtstreeks naar het pontje in het verveningsgebied De Bakkerom over het Wolddiep. De knooppuntenroute komt op het pontje uit. Volksverhalen zeggen dat ‘bakkerom’ een verbastering van een kreet uit de vervening 'de bak moet om' is.
Met de zijwind vereist het heel wat stuurmanskunst om tussen de palen van de veerstoep te komen. Even achteruit draaien en wachten tot het pontje de goede kant op drijft en dan hard doordraaien.
Het pontje drijft af.

Nog even tegen de wind in fietsen naar Tolbert om koffie te drinken in Partycentrum De Postwagen. De eigenaar is met vakantie en we worden doorverwezen naar de manege, waar op de Fokdag Groningen-Drenthe Comb. Peize e.o. Friese paarden worden getoond.

Een prachtig Fries paard.

Terwijl we een gevulde koek eten, bekijken we de keurmeesters in het zwart met een bolhoed op en de jonge mannen die de paarden begeleiden in smetteloos wit en een stropdas om. Een gratis voorstelling.

Trekpontje over de Kromme Raken

Op de website pontjes.nl van Wim Kusee staat: 
‘Aan de oostzijde van Warfhuizen, gelegen tussen Groningen en Zoutkamp, is een wandelroute uitgezet. In deze wandelroute werd een zelfbedieningstrekpontje opgenomen, dat in 2015 in de vaart is gebracht. Helaas werd het pontje getroffen door diverse kinderziektes, die van een dusdanige aard waren, dat het pontje in de loop van 2016 langdurig uit de vaart is genomen. Sindsdien is er niets meer gehoord van dit veerpontje.

Dat gaan we natuurlijk even controleren. In Warfhuizen slaan we de Vaart Oostzijde in en volgen de Kromme Raken. We passeren twee boerderijen en we stoppen waar de pijl van Google aangeeft: Hier is ‘t.

Hier had het pontje over de Kromme Raken moeten liggen.
Ik kan nauwelijks over het gras op de oever heen kijken. Hier is heel lang niemand meer overgestoken. We lopen nog een stukje door. Nee, overal is het gras hoog.

En nu laten we ons door de wind naar ons hotel blazen om morgenochtend de fietsen weer op de auto te laden en terug naar Holland te rijden, zoals ze hier zeggen.

Drie pontjes gedaan:
Nog 22 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

8 en 9 augustus 2019.

maandag 5 augustus 2019

De brede weg


Ik rijd het parkeerterrein van de Jumbo in Lage Zwaluwe op en zie Josephine met haar nieuwe regenjack achter haar auto wachten. Ze stapt in en verzucht dat ze geen zin heeft om weer in de regen te fietsen. Ik ben snel om. 

‘Laten we de rondvaartboot over de Grevelingen nemen, die alleen hoogzomer vaart en die oorspronkelijk op de planning stond,’ stelt Josephine voor.
‘Dan gaan we eerst koffie drinken in Onze kerk in Hooge Zwaluwe, nu we nog in het bourgondische Brabant zijn,’ is mijn antwoord. De Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden behoren immers tot de Biblebelt en daar hoeven we op zondag weinig te verwachten.

‘Bij ons in de Biblebelt’

Mevrouw Blankenstijn-Morée
 
In het Catharijneconvent in Utrecht heb ik de tentoonstelling bezocht ‘Bij ons in de Biblebelt’ over reformatorische christenen. De foto’s van de gelovigen in hun doordeweekse kleding met daarnaast dezelfde persoon op zondag hebben op mij de meeste indruk gemaakt. Trouw schreef hierover:
Bij het fotograferen van mevrouw Blankenstijn-Morée zes jaar geleden heeft de Friese fotograaf Sjaak Verboom zijn principe dat mensen niet mogen lachen op zijn foto’s moeten loslaten. Toen de destijds 86-jarige dame haar zaterdagse jurk verruilde voor haar zondagse kleding, veranderde haar blik. “Ze begon helemaal te stralen”, zegt Verboom. “Ik dacht: schei uit met je verhaal dat lachen niet zou mogen. Je ziet bij mevrouw Blankenstijn aan haar lach wat het geloof met haar doet, wat het voor haar betekent.”

De Grevelingen

We zetten koers naar Den Osse op Schouwen. Op Schouwen Duiveland fietsen de kerkgangers onbevreesd naar de kerk in hun goeie goed. Geen regenpak te bekennen. Zo onverschrokken kun je alleen zijn als je vertrouwt op de Heere.
Ik sla de Brede weg in. Normaal had ik daar geen acht op geslagen, maar sinds ik de tentoonstelling heb bezocht met schilderijen die de brede weg (vol verlokkingen) en de smalle weg (met beproevingen) verbeelden, begrijp ik nu de symboliek van deze straatnaam.
 
Rondvaartboot de Grevelingen

De Grevelingen ligt al te wachten, maar we mogen nog niet aan boord. We observeren de duikers, die in verschillende stadia van ongekleed-zijn verkeren.
Aan boord blijken we de enige Nederlanders te zijn. Duits is de voertaal en de bemanning schakelt soepel tussen Nederlands en Duits. Zodra we los komen van de wal, schiet iedereen naar boven.
We genieten de onverdeelde aandacht van de jongeman achter de bar. Als ik hem vraag een foto van ons te maken, stelt hij voor om op het warme appelgebak te wachten. Als de appelpunten zijn gearriveerd, ziet hij mijn lege koffiekopje. Die moet eerst worden bijgevuld. Dat staat gezelliger, vindt hij.
Het plan van vandaag mag veranderd zijn, maar de appeltaart is een blijvertje.
 Uit de luidspreker komen woorden, eerst Nederlandse, gevolgd door Duitse, over wat we links en rechts zien. We negeren het. Wij zitten gezellig in de kombuis met onze persoonlijke gids en de route voor onze neus.
De Rondvaartroute 
Zondags wordt de blauwe route gevaren en zo missen we de RTM-uitstaphalte waar we de Eilandentram naar de Rosestraat in Rotterdam-Zuid hadden kunnen nemen. ‘Het Moordenaartje’ weet ik, mijn Rotterdamse wortels verradend. Overal langs de lijn met onbewaakte spoorwegovergangen veroorzaakte de tram veel verkeersslachtoffers, vandaar dat hij al spoedig de "moordenaar" genoemd werd.
We passeren onbewoonde zandplaten met prachtige namen als Dwars in den Weg, Kabbelaarsbank en Hompelvoet. Onze persoonlijke ober brengt mij m’n tosti en Josephine een broodje worst.


Op de tafel naast ons liggen nog de kleurplaten en potloden, die het Duitse gezin hebben achtergelaten. Ik kijk ernaar en denk: ‘Zal ik?’
Aan het einde van de reis gaan ze weer aan het tafeltje zitten en dan blijkt dat het hun eigen spullen zijn. Ik weet niet of ik mij in het Duits hieruit had kunnen redden als ik al kleurend was aangetroffen aan ‘hun’ tafel.
 
De fietsen zijn in ieder geval buiten geweest.

Een lui en loom dagje, maar… we hebben de pont gedaan die we in 2013 gemist hebben, omdat hij niet voer op die dag.

Eén pontje gedaan:
Nog 25 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

28 juli 2019.

woensdag 26 juni 2019

Broedseizoen

Met de auto kom je ook pontjes tegen en dan denk ik: ‘Die hebben we gehad’. Soms twijfel ik. Zo reed ik vorige week over de Lekdijk en pardoes doemde een bord op. Elke zondag kunt u overvaren; van 11 – 17 uur.
Thuis gecontroleerd:
ZH62 Ammerstol – Groot Ammers over de Lek. Van Pasen t/m 30 september, zondag.

En… we hebben hem nog niet gedaan. De omliggende pontjes ZH38 en ZH39 hebben we op 9 oktober 2005 gedaan. Waarom deze dan niet? Wikipedia geeft antwoord: ‘In 1965 is het veer uit de vaart genomen. Sinds 2008 vaart het veer 's zomers “Af en toe” weer.’

Aangezien Ammerstol op fietsafstand van mijn huis is, spreken we bij mij af. We rijden langs de slotgracht van het verdwenen slot van de heer Van Capelle, passeren ‘Perceel’ ons één-sterren-restaurant, het monument dat eer bewijst aan de Geuzen en de Prins van Oranje die hier in 1574 de doorbraak bewerkstelligden voor het ontzet van Leiden en de voormalige steenfabriek De Olifant waar de beroemde IJsselsteentjes werden gemaakt.

Vereniging Vrienden van Voetveren

In 2015 zijn we voor een jaar gesponsord door de Vereniging, zodat we een heel jaar koffie met appelgebak konden drinken. Bij diezelfde gelegenheid hebben we een voorraad vlaggetjes van de Vereniging gekregen om uit te delen bij pontjes die er nog niet een voeren of als hun exemplaar is versleten.


Het vlaggetje van de Vrienden van de Voetveren.
 Op het overzetveer ‘De zeemeeuw’ (in 2006 voor de eerste keer gedaan) merk ik op dat de veerbaas het nieuwe vlaggetje van de Vrienden van Voetveren nog niet heeft gehesen. Het rafelige exemplaar wappert in de mast. ‘Ik moet volgende week even vragen of de jongens even naar boven klimmen.’
Ik bedwing de neiging om de veerbaas een kontje te vragen, zodat ik op de stuurhut kan klimmen om het vlaggetje te vervangen.

Het gerafelde vlaggetje op 'De Zeemeeuw'.

Voetveer over de Hooge Boezem in Bergambacht

In het streng gelovige Ouderkerk aan den IJssel is het uitgestorven. Komt het door de hitte of wacht iedereen op het luiden van de kerkklok?
In Lekkerkerk slaan we af naar de Tiendweg Oost. Volgens Google Maps komt die uit op de Hooge Boezem alwaar een trekpontje is aangelegd in een wandelroute door de Krimpenerwaard. Het vormt de verbinding tussen recreatiegebied De Kwakels en de Lekdijk. Het asfalt gaat over in een pad met steenslag. De fietsers voor ons zijn verstandig en slaan rechtsaf. Wij roepen tegen elkaar dat we een missie hebben en dat we na de zandpaden van vorige week alles kunnen hebben. We hebben alle aandacht nodig om overeind te blijven terwijl de ruwe steentjes onder onze banden wegschieten. We stuiten op een water dat misschien de Hooge Boezem is en slaan rechtsaf. Op de Opperduit slaan we linksaf en fietsen naar de Hoekse sluis waar de boezem op uitkomt.


De Vrijheid: Musea, recreatie en poldersport


Het uitnodigende bord van boerderij De Vrijheid kunnen en we niet negeren. Op het terras zitten een paar Polen te roken en ze verdwijnen naar binnen. Uit het huis komt een Poolse vrouw tevoorschijn. Nee, ice tea heeft ze niet, wel bitter lemon. Cappuccino kan ze serveren. Ze zet een grote pot koffie en ik krijg er schuim op en zelf drinken ze de rest van de koffie binnen op.
We vragen hoe we bij het pontje kunnen komen. Dat kunnen we niet, omdat het broedseizoen is.
De temperatuur is inmiddels opgelopen naar 27 graden. In de schaduw vragen we ons af waar al die activiteiten op het bord aan de weg worden gegeven. Op de website lees ik dat ze op zondag gesloten zijn. Ah, dan zijn de boer en de boerin naar de kerk en ruiken de Polen handel.


Fiets-/voetveer Ammerstol – Groot Ammers over de Lek

Gelukkig hebben we nog een pontje op het programma staan. We volgen de Lekdijk West in de hoop dat we weer het bord zien van het veer, zoals ik vorige week heb gezien. Het zweet loopt tappelings onze BH in, maar we versagen niet.


Ja, daar is het lang verwachte bord. We stappen af en stallen onze fietsen. Een van de vrijwilligers wil onze fietsen aan boord zetten en na enige miscommunicatie is het hem duidelijk dat we heen en weer willen varen zonder fiets. We stappen aan boord van de ‘Af en toe’, de buitenboormotor wordt gestart en de punt van de boot komt omhoog. Heerlijk, zo’n verkoelend windje. Aan de overkant nemen we twee passagiers met fiets mee. Een van de vrijwilligers heeft een kunstbeen en hij manoeuvreert er heel knap mee op de schommelende boot.


Josephine gooit een bijdrage in de spekpot.


Bij het veerhuisje is een warande waar andere vrijwilligers met elkaar zitten te praten en die helpen ons op weg om zo snel mogelijk bij het Loetbos te komen. We doorkruisen de Krimpenerwaard, nu lekker voor de wind. In de uitspanning De Loet hebben we eindelijk ons appelgebak. Weer terug over de IJssel en we strijken nog even neer bij De Dames. Zo dichtbij huis durf ik me wel aan een Weizenbier van de tap te wagen.

Als ik de fiets de berging in rijd, zie ik op de teller 48,68 kilometer staan.

Eén pontje gedaan:
Nog 26 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

23 juni 2019.

dinsdag 28 mei 2019

Wat voor spel speelt u?

In de 21 jaar dat we samen pontjestochten doen, is de rolverdeling in beton gegoten. Josephine heeft de fietskaart bovenop haar fietstas aan het stuur en zegt resoluut de te volgen richting. Waarbij haar gebaar voor gaat op wat ze zegt. Zegt ze links en wijst ze naar rechts. Dan bedoelt ze rechts. Maar vandaag ging het toch even wat anders.


Nadat we onze fietsen van de auto hadden gehaald, die bij Gemeenschapshuis "De Jachthoorn” in Sint Hubert stond, gingen we op pad naar het pontje, dat niet zo ver van onze parkeerplek lag.
Toen we voor de derde keer het vaan met ‘Fietspauze?’, het bord met ‘Voor al uw hout- en metselwerkzaamheden’ en de slogan ‘Brabantwater: het lekkerste drinkwater van Nederland’ waren gepasseerd, vond ik het toch tijd worden om in te grijpen: ‘Moeten we niet de andere kant op?’ Zo gezegd zo gedaan. Eindelijk vonden we het zandweggetje De Lange Raam. Nu nog de IJzerbroekseweg op en daar lag hij verscholen in het riet: het pontje D’n Hôpsen Diek. Op de teller stond al 10,76 kilometer terwijl de afstand naar onze auto 1,6 kilometer is.
We keken elkaar aan: ‘Dit wordt – sportief gezien - helemaal niks vandaag.’

Het pontje 'D'n Hôpsen Diek' over het riviertje de Raam.















We varen over en eten eerst een boterham. Een wandelaar komt aangelopen en we laten ons door hem naar de overkant trekken. Hoe geëmancipeerd we ook zijn, we gedragen ons ineens als een vrouw zodra er een man bij een pontje verschijnt. We bekennen het ruiterlijk. De Duitse man zegt dat hij geen Nederlands spreekt, maar wel heeft begrepen wat we gezegd hebben. We wensen elkaar: ‘Guten fahrt’.

Geocaching (met behulp van je telefoon een verstopte schat vinden)

Als we op de pont staan, horen we ineens 'gevonden'.

Een ouder echtpaar is driftig aan het zoeken rond een betonnen paal. Hier moet ergens een schat verborgen zijn. ‘Wat voor spel speelt u?’ vraagt de vrouw. Aan haar blik kan ik zien dat ze ons ‘spel’ maar saai vindt.

We ploegen door het zand voort tot we de verharde weg naar Wanroij bereiken. De bakker met vlaaien is gesloten en bij restaurant Raadhuis Wanroij serveren ze alleen appelgebak. We verwachten Brabantse gezelligheid, maar de kopjes en het gebak worden op tafel gesmeten. Het vorkje is met grote kracht in het gebak gedreven. De ober heeft een brace om zijn arm. Hij zal pijn hebben, vermoeden wij.


De Velderhoeve zaait in voor biodiversiteit

Hier is toekomst voor vogels, vlinders en bijen en andere insecten. Een rijkdom aan natuur, dankzij boeren die kruiden inzaaien op hun akkers. Dit in samenwerking met het Collectief Agrarisch Natuurbeheer Oost-Brabant. De vogels kunnen er hun nesten in bouwen, voedsel zoeken en hun jongen groot brengen. Deze bloemrijke akkers zorgen voor schoner water in de sloten en dragen bij aan natuurlijke plaagbestrijding.




De koeien van deze boer zijn in ieder geval vrolijk en reageren enthousiast op een echtpaar met paarden. Ze rennen naar de omheining om hen te begroeten.

Na zoveel enthousiasme besluit Josephine haar verantwoordelijkheid voor de te volgen route los te laten en zomaar weggetjes in te slaan, die ons leuk lijken. Meestal eindigen die in een zandpaadje.
En zoveel mogelijk tegen de wind in fietsen. Immers: voor de wind kom je altijd terug.


Josephine krijgt een paar keer een paniekaanval: Waar zijn we nou? Maar we zetten dapper door en ineens rijden we Wilbertoord binnen dat tot de gemeente Mill en Sint Hubert hoort. De wind blaast ons naar de auto toe.

We hebben slechts 32 kilometer gereden, maar als we de zandpaadjes dubbel tellen hebben we veel meer gedaan.



Eén pontje gedaan:
Nog 27 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

26 mei 2019.

maandag 29 april 2019

Een tocht over woeste moeras- en heidegronden in Brabant en wat daaraan voorafging

Het bierreclamemuseum in Breda

Jullie hebben een tijdje niets van ons gehoord, maar dat betekent niet dat we stilgezeten hebben. Alleen waren er geen pontjes bij betrokken.

In januari hebben we gewandeld in Breda en daar het bierreclamemuseum bezocht. Geen receptie, geen suppoost. Je stapt gewoon een café binnen met stamgasten aan de ene kant van de bar en de barman aan de andere. ‘Nee, ze serveren geen koffie en al helemaal geen appelgebak.’ We nemen een biertje en ieder een zak paprika chips. Muziek schalt uit de jukeboxen.
Het duurt even voor we bekomen zijn van de lichtreclames van biermerken rondom ons heen.
Het Bierreclamemuseum is eigenlijk gewoon een bar die 's zondags van 11:00 tot 23:00 open is en van kelder tot zolder volgestouwd is met biermemorabilia.
  
Het ontroert me de uithangborden, biervaten en glazen te zien van het niet meer bestaande biermerk Wertha. Ik zie mijn peetoom Piet nog aan de slag als kuiper van de houten biervaten bij die brouwerij in Weert. Toen de aluminiumvaten hun intrede deden, reed hij mee op de vrachtwagen om bier te bezorgen bij de cafés. Ik mocht weleens mee en dan kreeg ik bij elk café een glas limonade.

Bier dat in Weert werd gebrouwen.

Dodendraadroute

Op 3 maart waren ons krokusjes beloofd langs de Dodendraadroute, de elektrische draadversperring uit de Eerste Wereldoorlog. Er zijn fietstochten uitgezet langs de Belgisch-Nederlandse grens, waar de Duitse bezetter in 1915 een draadversperring onder hoogspanning plaatste: de dodendraad.
We startten in Baarle Nassau in de stromende regen, die ons niet meer verliet.

Achtung Hochspannung - Lebensgefahr.
Onderweg zijn informatiepanelen. En reconstructies van wachthuisjes en kapelletjes.
Terug in Baarle Nassau blijken onze auto’s ingebouwd te zijn door carnavalswagens. Nadat we een biertje hadden gedronken, waren de wagens al opgenomen in de optocht.


Dus: we hebben genoeg meegemaakt, maar vandaag weer een pontjesverhaal.

De Aa of Weerijsroute

We ontmoeten elkaar op een parkeerplaats aan de Roosendaalseweg in Etten-Leur. Rotondes rijgen zich aaneen op deze weg. Mijn blik wordt op een rotonde onmiddellijk getrokken door een replica van een van de eerste vliegtuigen. Ik heb bewondering voor de mannen die met deze vliegtuigen van hout, stalen buizen, bamboe ribben en textiel de lucht in gingen.

Een zogenaamde Wright Flyer.
Op 27 juni 1909 vloog er voor het eerst een gemotoriseerd vliegtuig in Nederland. Suikerbaron Heerma van Voss had dit luchtreisje georganiseerd vanwege het 40-jarig jubileum van zijn fabriek. Charles Alexandre Maurice Joseph Marie Jules Stanislas Jacques graaf Charles de Lambert was de piloot.
Dit gedenkteken, dat door leerlingen van de metaalopleiding in Etten-Leur is gemaakt, memoreert deze vlucht boven de Klappenbergse Heide.

Rucphense en Langendijkse Heide

We verlaten de bedrijventerreinen aan de Roosendaalseweg en draaien de Rucphense en Langendijkse Heide op. De heide is verdwenen en omgevormd tot bouwland en dennenbos afgewisseld met loofbomen.

Een heerlijk warme dag.
Asfaltpaden gaan onverwachts over in zandpaden, zodat we ineens stilvallen. Ons snelle reactievermogen zorgt ervoor dat we niet vallen, maar elegant naast onze fiets springen. In dit soort bossen met dennengeur zou ik wel eeuwig willen rijden. Maar een kop koffie zou ook wel lekker zijn. We vermoeden dat de borden ’t Ossekopke naar een horecagelegenheid zullen leiden. Ik spreek een jonge vrouw in een gele jurk met witte stippen aan en vraag of dit juist is. Ze doet haar oordopjes uit en kijkt op haar telefoon en vertelt ondertussen dat ’t Ossekopke in handen van particulieren is en waarschijnlijk niet open is op Eerste Paasdag. Ze verwijst ons naar The Lodge, op 6 minuten fietsafstand scha ze. 
Daar is alles ingedekt voor de Paasbrunch, maar we mogen in een loungeset plaatsnemen die vanaf drie uur is gereserveerd. Blijkbaar is dit de enige beschikbare tafel. Iedereen wordt naar deze plaats verwezen. Het wordt een gezellige boel.

Aa of Weerijs

Deze beek ontspringt in België en ontmoet de singel, De Mark, in Breda. In de jaren zestig en zeventig is beek genormaliseerd, waardoor het typische beekdalenlandschap veel van zijn aantrekkelijkheid verloor.
We zijn enigszins verdwaald en via een zandweggetje komen we op een gloednieuw fietspad uit dat parallel aan de Aa loopt. De mensen op een bankje vragen waar wij in godsnaam vandaan komen. Wij kunnen niets anders doen dan achter ons wijzen. 200 Meter naar links ligt het pontje. Goed uitgemikt.

Het voetveer over de Aa of Weerijs.
We hebben ons een beetje verkeken op de afstand, maar met een paar rustpauzes leggen we de 8 kilometer naar Etten-Leur af om uiteindelijk 57 kilometer te hebben afgelegd. 
We mogen een ijsje in Etten-Leur.

Nog 28 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

21 april 2019.