maandag 17 december 2012

Mijn trouwste pontjesfan, Menno Mennes, is overleden


Het begon in 2006 met een oproep in de Nieuwsbrief van de Vereniging Vrienden van de Voetveren:
‘Ken je bekende Nederlanders die dagelijks van de veerpont gebruik maken of in hun jeugd hiervan gebruik hebben gemaakt? Neem dan contact met ons op voor de te produceren DVD over pontjes in Nederland.’

Tja, dacht ik, Josephine en ik zijn niet bekend, maar we doen wel iets bijzonders met pontjes. Dus, besloot ik ons aan te melden. Algauw kreeg ik een enthousiast antwoord van de maker van de DVD:

‘Wat een óntzettend leuk idee van jullie! Waar komt die belangstelling van de pontjes vandaan? Wij zullen hier zeker aandacht aan besteden. Als jullie bereid zijn om voor de camera één en ander te vertellen, willen wij dit zeker gebruiken, mogelijk als "rode" draad.’

Menno Mennes cameraman/regisseur

Op 3 juni 2006 deden wij verschillende pontjes rond Amsterdam; de laatste was over de Amstel (waar het beeld van de schetsende Rembrandt staat). We komen aanrijden en ik zie een man staan filmen en ik zeg voor de gekheid:’Misschien is het Menno wel.’ (Ik had nog geen foto van hem gezien). Ik laat hier even Menno aan het woord in zijn uitgebreide mail van diezelfde avond. Een kort stukje hieruit:

Een wel héél bijzondere draaidag:
'Het laatste shot was eigenlijk ook niet gepland; heb ik toch maar van de houten "veerstoep" gedraaid omdat ik de aankomst vanaf de overkant nog wilde draaien. Op dat moment stapt er een vrouw op deze houten vlonder en ik vraag vriendelijk of ze even heel stil kan staan omdat het anders zo trilt. Toen dit shot erop stond en ik wilde inpakken staan daar twee dames...en die zeggen: "Ben jij Menno Mennes?" ik zeg: "Ja, (en kan het nu nog niet bevatten) ik zat al te denken dat er enige gelijkenis was met de foto (dit was een foto in de winter, met muts en zo) die jullie stuurden, maar dan zijn jullie Bettie en Josephine!" "Ja, dat klopt". Dit alles (ontmoeting met George Hak en Bettie en Josephine) op één dag...wat betekent dit?
Enfin de schipper die ons eerder al koffie aanbood en wij dit beleefd hadden afgeslagen omdat we verder moesten, heb ik nu toch aangenomen omdat wij door dit bizarre gebeuren toch graag mee wilden varen. We hebben Bettie en Josephine uiteraard geïnterviewd, onze koffie gedronken en zijn zeer verbouwereerd naar het laatste pontje gereden, de Ut 03 bij Nigtevecht.'

Dit interview staat op de DVD 'Pontje Doen'
Een trailer van deze DVD: http://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=FmyjlZxVRaY


De woorden sfeervol en schilderachtig komen bij je op bij deze beelden.

De uitreiking van het eerste exemplaar van ‘Pontje doen’
Dit was het begin van een warme e-mailrelatie. We correspondeerden over de voortgang van de DVD; de marketingacties, de interviews op de radio en in de kranten. In een van die artikelen werd hij de Rembrandt van deze tijd genoemd. Als je kijkt hoe hij met het licht omgaat, kun je het daarmee helemaal eens zijn. Ik kreeg van hem de naam van een contactpersoon bij TV West, wat uiteindelijk uitmondde in een opname van een van onze pontjestochten.
Voor de uitreiking van het eerste exemplaar, was ik uitgenodigd en toen heb ik zijn vrouw Karolien ook ontmoet. De uitreiking vond uiteraard plaats in een Veerhuis. Ik bezit een gesigneerd exemplaar. Provincie voor provincie heb ik de pontjes bekeken en op een gegeven moment schoot ik in de lach: De voice over zei:
‘Wie wil daar nu naartoe? Tenzij je alle pontjes van Nederland wil doen.’

Andere producten
In 2008 verscheen ons (van Loes, Nel en ik) boek De vliegende theedoek en die heeft hij meteen gekocht. In datzelfde jaar verscheen van zijn vrouw het boekje ‘Konden er maar nieuwe batterijtjes in…’ Hoe drie pasgeboren katjes op Ibiza het leven van een mens kunnen veranderen. En die heb ik uiteraard gekocht.
Door Hans Beerekamp werd zijn documentaire ‘De boer die zou gaan emigreren’ op de 4e plaats geplaatst in de lijst van beste programma’s in januari en februari 2007.

Van het bloemencorso uit Zundert ontving ik deze apenkaart:


De hartelijke groeten uit Zundert, het grootste bloemencorso ter wereld. Menno Mennes

Als ik weer een pontjesverhaal naar hem toezond, reageerde hij altijd enthousiast en meestal kreeg ik het advies om een bepaald pontje vooral niet te vergeten.
Na de pontjes ging hij verder met het filmen van molens en vissersvaartuigen. Ook in deze film vind je de poëtische schoonheid van het Nederlandse landschap en de relatieve rust die hier nog te vinden is. Hij moedigde ons aan om nadat we alle pontjes hadden gedaan, alle molens van Nederland te gaan doen.
In het laatste contact verontschuldigde hij zich dat hij lang niet van zich had laten horen, maar dat hij nog steeds mijn pontjesverhalen las. ‘Blijven sturen, hoor!’

Pontjestocht ter herinnering aan Menno Mennes
Ter nagedachtenis wilden we zondag het pontje doen, waar we hem voor het eerst hadden ontmoet, maar die vaart alleen maar in de zomer. Dus onze pontjestocht naar Zoeterwoude over de Ommedijkse Watering dragen we in plaats daarvan aan hem op: 


Zelfbedieningskettingveerpont over de Ommedijkse Watering bij Zoeterwoude


Nog 77 te gaan.

17 december 2012.

maandag 12 november 2012

Het Spaarne


‘Er is een nieuw pontje over het Spaarne gekomen. Hebben jullie zin om een bakkie te doen als jullie met dit pontje overvaren? vraagt Gea, onze oud-collega. 
Consumpties worden door ons zeer gewaardeerd op onze pontjestochten en als je dan ook nog een sympathieke oud-collega kunt ontmoeten, is het dubbel feest.

Metro en trein

In ontdek dat ik helemaal door kan rijden met de metro naar Schiedam-Centrum en daar eenvoudig kan overstappen op de trein en zo een krappe en drukke overstap in Rotterdam of Amsterdam kan mijden.
Een metrostation kun je niet verlaten zonder in- of uit te schecken, maar de NS is nog steeds in staat de paaltjes zodanig te verbergen dat je ze of voorbijloopt of niet kan vinden. Als je de lift neemt bij de metro staat de in-/uitscheckpaal voor de lift, zodat je het niet kunt vergeten. Op spoor 5 van de NS kan ik de incheckpaal niet vinden. Hij blijkt zich beneden in de tunnel te bevinden. Hindernis genomen en tevreden ga ik in de trein zitten, totdat de conducteur komt… ik ben vergeten een fietskaartje te kopen. ‘Volgend jaar komen er OV-chipkaarten voor fietsen,’ troost hij mij en loopt door. Op station Haarlem koop ik gauw een dagkaart voor de fiets.

Haarlem

Volgens de routeplanner is het vanaf het station 3,3 kilometer naar de veerstoep van Het Spaarneveer. We moeten naar het zuiden rijden richting Haarlemmer Houttuinen, maar we zien geen bordjes. Google Maps laat wel de speld zien waar we zouden moeten zijn, maar de onderliggende kaart ontbreekt. Dan maar even aan die mevrouw vragen die haar plantenbak aan het verzorgen is. ‘Wacht, ik pak even m’n telefoon,’ en ze loopt naar binnen en even later toont ze de route op haar telefoon. ‘Jullie hebben lekker weer om te fietsen, ik moet zo gaan werken, veel plezier.’ Met wat slalommen, rijden we ineens op het veer aan. Mmm, we hebben er al 6,3 kilometer op zitten. Toch niet helemaal goed gegaan.


Het Spaarneveer op zonne-energie verbindt twee stadsdelen met elkaar. Het veer fungeert als een soort dorpspomp: nieuwtjes worden uitgewisseld en weer verder verteld met de pontbaas als spil.

Het Spaarne

Aan de andere kant van het Spaarne vervolgen we onze weg naar Gea. Door een andere oud-collega, Anneke ben ik gewezen op het mooie liedje van Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot:

Het Spaarne stroomt, het Spaarne stroomt 
Het Spaarne stroomt voorbij voorbij de stad 
Waar niets meer wordt geladen 
Er liggen voor de Waag geen schepen meer 
Ze varen door want de bolders en kaden 
Hebben plaats gemaakt voor het verkeer 






Volgens de routeplanner is het maar 5,8 kilometer naar Gea, maar toch slagen we er weer in om meer kilometers te maken, maar in zo’n mooie stad als Haarlem is dat niet erg. Precies op de afgesproken tijd arriveren we. De voortuin staat vol met fietsen. ‘Ja, dat heb je tegenwoordig met extended families,’ legt Gea uit. Binnen worden we opgewacht door Hans, Peter, Menno en Femke èn heerlijke warme, verse, zelfgebakken appeltaart.

Extended family

We trappen niet in de valkuil om over oud-collega’s te praten (behalve de groeten over en weer). Het is een interessant gezelschap met een rijk pallet aan interesses. Zo was er Hans, docent bij INHolland, hogeschool voor toegepaste wetenschappen, Menno, in het 3e jaar van de middelbare school, Gea, Integratief psychotherapeut en coach, Femke, de bakker van de taart en brownies, Peter, de beeldhouwer. Hans is een bevlogen docent, die probeert de leerlingen nog meer mee te geven dan de verplichte lesstof, Menno weet zeker dat hij een ondernemer wil worden en daarmee rijk. Hij vertelt ons over de verschillende niveaus waarop de wiskunde kunt doen afhankelijk van je studierichting. Femke laat zien aan de hand van een vriendinnetje met lang haar wat voor verschillende soorten vlechten er zijn.
Gea denkt erover om zich te specialiseren in verliesverwerking; daar kan ik bij aansluiten met mijn specialisatie als Aspergercoach. Zo komen we toch nog even in het verleden terecht:

een lange werkdag in een kelder van Hotel Kijkduin tijdens het project om de losbladige uitgave Gids Hulpverlening Jeugdigen op het web te kunnen zetten; daartoe moesten we minutieus onderzoeken welke data nu eigenlijk bij elkaar hoorden en of ze als zoekgegeven zouden kunnen gelden. Ik – als Asperger – had helemaal geen moeite met het vastbijten in de details, maar de anderen wilden wel graag even uitwaaien op het strand en dat is ook gebeurd.

Daarna stelde Josephine ons op de hoogte van de huidige stand van digitalisering in uitgeversland.
Peter is bezig met een project met beelden voor Den Helder die het ambachtelijke verleden van deze gemeente moeten verbeelden. Zodra alle beelden klaar zijn en geplaatst, kunnen we een pontjestocht naar Den Helder plannen om ze allemaal te aanschouwen.
Weer een boeiende tocht en ons doel niet uit het oog verloren.

Nog 78 te gaan.

11 november 2012.

maandag 22 oktober 2012

Zuiderzeeballade


‘Geen fiets,toch?’ whatsappt Josephine ’s ochtends vroeg.
In het pontjesreglement staat dat een pontje alleen maar geldt, als we èn met z’n tweeën zijn èn met de fiets. Vandaag zou het wel erg onhandig zijn, de fiets mee te nemen. We gaan namelijk naar het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen en het pontje stopt bij het station, de parkeerplaats en het museum. Waar heb je dan nog een fiets voor nodig? Het pontjesreglement biedt wel enige ruimte met de zinsnede ‘in de ruimste zin des woords’. We beslissen: Zonder fiets geldt het pontje ook.

Wel of geen pontje?

We hadden dit pontje ieder jaar weer gemist, omdat de ene keer het seizoen (april tot en met oktober) alweer voorbij was of nog niet begonnen, of we wisten nog niet of dit wel een pontje was. Uiteindelijk hebben we besloten dat we de Vereniging Vrienden van de Voetveren volgen. Als zij het een pontje vinden, zijn wij het daarmee eens. Deze vereniging worstelt ook wel eens met deze vraag merk je als het nieuwe boekje verschijnt. Een pontje is dan ineens verdwenen of geschaard onder de rondvaartboten.

De Pampus

Met z’n vieren wachten we in een straffe wind bij het station op De Pampus en we zien dat hij 175 passagiers kan herbergen.



















We kijken elkaar besmuikt aan: Meer zal het wel niet worden, denken we, totdat bij de volgende aanlegplaats – het parkeerterrein – de boot ineens vol loopt. Als we het zeegat – het Krabbegat – uitgaan, liggen we ineens in de volle wind, maar al snel draait het veer de luwte in naar de veerstoep.




Het Zuiderzeemuseum – Het buitenmuseum

We wandelen langs authentieke panden uit het voormalige Zuiderzeegebied, zoals een kerk, een visrokerij, winkels en woonhuizen uit de omliggende vissersdorpen. Bij restaurant Hindeloopen vinden we de warmte waar we naar op zoek zijn èn koffie/warme chocolademelk met appelgebak. De warmte is zo aangenaam dat we nog even wat blijven hangen.
Het Zuiderzeemuseum – Het binnenmuseum
Naast de vaste collectie is er de tentoonstelling De kleur van water met werk van toonaangevende kunstenaars zoals Joost Cornelisz Droochsloot, Ruud van Empel, Dick Pieters, en Sven Kroner en bevat circa zestig schilderijen en foto’s uit de ING Collectie.
Karaoke – De Zuiderzeeballade
Een foto in klederdracht hadden we al van onszelf, maar karaoke: dat hadden we nog nooit gedaan. 







 We konden kiezen tussen de Cats, Rick en Simon en de Zuiderzeeballade. Die laatste vonden we wel toepasselijk.
Josephine zong heel overtuigend met haar mezzo sopraan en ik bromde zacht wat mee om haar niet van de wijs te brengen.

We lopen terug naar het station en reizen via Amsterdam Sloterdijk weer naar huis. Het is druk. De trein vult zich in Amsterdam met marathonlopers, hun medailles, bloemen en supporters.

Nog 79 te gaan.

21 oktober 2012.

donderdag 27 september 2012

Haren - Project X*


Op Facebook kondig ik zaterdagavond aan dat we twee pontjes over het Hollands Diep gaan doen. Het is twee dagen na het uit de hand gelopen feestje in Haren. Wat nu als er duizenden mensen op afkomen? Er is maar plaats voor 12 mensen op de boot.

* Project X slaat op de gelijknamige film waarin 3 studenten een feestje organiseren, waarmee ze beroemd willen worden. Zodra het feestje bekend wordt, loopt het vreselijk uit de hand.

Motorveerboot ‘ Nieuwe Vaart’ over het Hollands Diep

‘Jullie hebben geluk,’ zo begroet Hans de Zwart, de veerbaas, ons. ‘Ik had al weg moeten zijn.’ Inderdaad, het is een paar minuten over elf, maar we hadden dan ook wat rondgedwaald over uitgebreide industrieterreinen. ‘Ik moet je de groeten van tante Nelly doen,’ zeg ik tegen hem. Helaas, zij is van een andere tak.
Hans zet de motor aan en Josephine en ik kijken elkaar verheugd aan: Dat is nog eens een mooi motorgeluid! Daar willen we wel 20 minuten naar luisteren.


Beleef het geluid door op het driehoekje te klikken.

‘Ja, het is nog de originele motor.’ Hoe oud is de boot?’ ‘Uit 1948.’ Dat viel een beetje tegen, we hadden 18zoveel gedacht.

In de verte zien we de Moerdijkbrug, waar ik vele malen overheen ben gereden. Voor zover de veiligheid het toelaat, kijk ik dan naar het prachtige Hollands Diep en de verschillende schepen die daar varen. Vanaf deze kant geeft het een heel andere blik.

Strijensas

We zijn in de Hoekse Waard aangekomen en na koffie met appeltaart bij de jachthaven fietsen we – wederom voor de wind – naar Numansdorp. Om ons heen geen enkele horizonvervuiling. We rijden op een dijk en links zien we kreken en rechts landbouwgrond.

Numansdorp

In Numansdorp vinden we zo de haven. We hebben nog drie kwartier tot de boot komt en we gaan op het bankje zitten om een boterham te eten, Aan de overkant liggen koeien rustig te herkauwen en het lijkt me wel rustgevend om te kunnen herkauwen. ‘Nou nee,’ zegt Josephine, ‘net kwam mijn appeltaart weer naar boven en dat was niet aangenaam.’ Aan het begin van de haven ligt het Schippershuis en we gaan daar nog wat drinken.

Motorveerboot ‘Anna’ over het Hollands Diep van Numansdorp naar Willemstad

We gaan zodanig zitten dat we in de gaten kunnen houden wanneer de veerboot arriveert. Toch zien we niet dat hij de haven invaart. Om 5 voor 2 fietsen we naar de veerstoep en de ‘Anna’ ligt al klaar voor de overtocht en er staan reeds 2 fietsen op het achterdek. De eigenaars van de fietsen stappen na ons de boot in en de man is vol bewondering voor Josephine haar fiets, En zo komen we op onze jacht op alle pontjes van Nederland. Gelukkig krijgen we nu een originelere vraag dan ‘Hebben jullie dit en dat pontje al gedaan?’: ‘Wat vonden jullie het mooiste pontje tot op heden?’ We zeggen in koor ‘Die van vanochtend! ’want het gezellige pruttelen van de motor klinkt ons nog steeds in de oren. De veerbaas is er inmiddels bij komen staan en haastig zeggen we dat we dit ook een mooie pont vinden. We willen immers veilig aan de overkant komen. Hij vertelt dat de veerboot een oud patrouillevaartuig is, dat ooit toebehoorde aan de Duitse Rijkswaterstaat.
 
Uit BN De Stem.nl

Ik vertel dat ik gisteren op Facebook heb aangekondigd dat we deze pontjes gingen doen vandaag, waarop de veerbaas ad rem zegt: ‘Nu gelukkig hier geen Harense toestanden.’ En dan pas realiseer ik me dat ik niet nagedacht heb over de invloed van social media. Hoewel, wat meer passagiers zouden voor deze pontjes toch wel prettig zijn.

Deze overtocht gaat over een veel breder stuk water dan die van vanochtend. En de wind is gaan aantrekken; op een gegeven moment slaan de golven over het dek.

Van Willemstad naar Zevenbergen

Met een ‘Ik zal aan jullie denken als ik lekker warm aan de thee zit, terwijl jullie de 20 kilometer naar Zevenbergen fietsen.’ neemt het echtpaar afscheid. Het begint te regenen zodra we op de veerstoep staan. We trekken ons regenpak aan en gaan op weg. Ik voel me net de krekel uit ‘De krekel en de mier’. Al die tijd voor de wind gereden en nu in de regen tegen de aanwakkerende wind over dijken fietsen. Elke gelegenheid nemen we te baat om even uit te puffen: op de kaart kijken, een boterham eten, een kunstwerk bekijken, een foto maken. Alle trucs worden uit de kast gehaald. Josephine is er beter aan toe dan ik en ik rijd een stuk uit de wind achter haar aan. Wederom prachtige natuur: dijken soms omzoomd met majestueuze bomen. Zoveel bomen had ik hier niet verwacht.

We moeten drie kwartier wachten op de sprinter naar Den Haag. In de wachtruimte liggen plastic handschoenen en een lege fles; we denken allebei hetzelfde als we deze attributen zien: A dirty mind is a joy forever.
Om vijf voor zes ben ik weer thuis en staat er 47 kilometer op de teller.

Twee pontjes gedaan, nog 80 te gaan.

23 september 2012.

maandag 27 augustus 2012

Beatrix – Beerta - Blauwestad – Borkum

In een documentaire over de Blauwestad in Groningen werd gewag gemaakt van het feit dat koningin Beatrix had gezegd bij het onder water zetten van goede landbouwgrond voor het nieuw te creëren woon-, werk- en recreatiegebied in Oost-Groningen dat ze dit nooit weer zou doen. Ik geloof niet dat ze dit heeft gezegd. In een andere documentaire had ik eens gezien hoe nauwgezet ze haar werk voorbereidt. Ze zal dus niet echt verrast zijn geweest dat ze deze keer iets onder water moest zetten in plaats van dat ze een dijk moest sluiten.Door de kraan open te draaien, zorgde de koningin ervoor dat het eerste water het 800 hectare grote meer van de Blauwestad kon instromen.



Zelfbedieningskettingveerpont van Beerta naar Reiderwold over de Reide.
Voor ons levert het in ieder geval werk op. Als iets onder water wordt gezet, komen er ook pontjes. Met de trein reden we naar Winschoten. Van daaruit was Beerta, waar het eerste pontje ligt, goed te bereiken. We konden het niet vinden en een man met een hond legde uit dat we bij een groot rood ehm… ding, linksaf moesten slaan.
Dat grote rode ding zagen we pas toen we al aan de overkant waren. Op de foto is in de verte de rode uitkijktoren te zien.

Zelfbedieningskettingveerpont van Beerta naar Reiderwold over de Reide.

Er staat een flinke wind, maar we hebben hem in de rug of opzij.

Zelfbedieningskettingveerpont van Nieuwe Weg naar eiland Hidra over het Oldambtermeer
Het volgende pontje zou niet ver hiervandaan moeten zijn, maar we liepen iedere keer op water vast zonder een pontje. Uiteindelijk zagen we hem. Er kwam net een wielrenner aan en wij gedroegen ons meteen als twee hulpeloze vrouwen; hij ging meteen draaien, maar naar een paar meter blokkeerde de ketting. Even leek het erop dat we niet meer heen of weer konden. Via de meerpalen wisten we toch de kant te bereiken. We stapten af; de wielrenner draaide zich echter om en voer snel met het pontje weg , ons verbijsterd achterlatend. Er zat niets anders op dan het pontje weer deze kant op te halen en over te varen. We moesten echter weer terug naar de kant waar we gearriveerd waren, omdat we door moesten naar Loppersum, waar we een hotel hadden besproken. Dat was onze straf voor het voorwenden van hulpeloosheid.

Zelfbedieningskettingveerpont van Nieuwe Weg naar eiland Hidra over het Oldambtermeer

Zaterdag, 25 augustus 2012
Josephine stippelt een leuke route uit naar Eemshaven via Zeerijp, ’t Zandt, Garsthuizen, Zandeweer, Uithuizermeeden en Roodeschool. Fietsen op het platteland is romantisch, maar heeft zo zijn schaduwkanten, zoals klei op de weg.


In een bocht gaat Josephine onderuit; een grote schaafwond is het gevolg.

Motorveerboot over de Waddenzee van Eemshaven naar Borkum(D)
Wij discussiëren er nooit over of een vaartuig wel of geen pontje is. Als hij in het boekje van de overzetveren staat, is hij voor ons een pontje. We waren al wel gewend in Zuid-Limburg de grensrivier de Maas over te steken naar België. In Duitsland waren we echter nog niet geweest op onze tochten. We hadden al gezien dat de boot aanlegde bij het uiterste puntje van de haven en dat we dus een behoorlijk eind moesten fietsen als we eenmaal in Eemshaven waren. Ook hier fietsten we doodlopende wegen in, die eindigden bij een boerderij, een sloot of een dijk. En de tijd verstreek maar opeens vonden we een doorsteek en met de wind mee, waren we toch nog op tijd. We moesten ons opstellen onder de klok en dan zou de kapitein onze kaartjes controleren. We geloofden het maar half, maar inderdaad kwam er een man met 4 strepen en een ster op ons afgelopen om de kaartjes af te scheuren. De tocht duurde 50 minuten.

Borkum (D)
Aan de overkant moesten we een lang fietspad (5 km) afrijden om in het dorp Borkum te komen. We krijgen een flinke bui op onze kop, maar eerdat we ons regenpak aan hebben, is het alweer droog. Het hotel was snel gevonden, we checken in en lopen 200 meter naar rechts en we staan op de boulevard.


Prachtige vliegers boven de bonte strandstoelen.

We drinken en eten wat op de boulevard en ineens barst er een bui los, maar wij zijn de enigen, die kunnen blijven zitten onder de parasol.




Met de trein naar huis
De volgende ochtend fietsen we weer terug naar de boot en het blijkt dat de wind een beetje gedraaid is en we hebben nu weer gedeeltelijke in de rug. Waar hebben we dat aan verdiend? Een kort tochtje naar Roodeschool en daar stappen we op de trein voor een tocht van 5 uur.


De Arriva-trein Hotze Schuil (kaatskampioen)

Om kwart voor 8 stap ik het huis binnen. Nog op tijd voor Zomergasten. We hebben 130 kilometer gereden, de 3 beoogde pontjes gedaan en over het algemeen mooi weer gehad met een enkele flinke bui.

Nog 82 te gaan.

26 augustus 2012.

woensdag 13 juni 2012

Vreemde hobby's


‘Nee, dat vind ik geen vreemde hobby,’ antwoordde een Brit die ik van mijn merkwaardige queeste, alle pontjes van Nederland te doen, vertelde. ‘Bij ons heb je “groundhoppers”, die proberen zo veel mogelijk voetbalstadions te bezoeken. Er zijn 92 Engelse profclubs en als je van al die voetbalclubs een thuiswedstrijd hebt bezocht, hoor je bij een elitair clubje en krijg je een speciale stropdas.’
Mmmm, nu begrijp ik waarom we nog geen volgers hebben. We moeten een speciale prijs in het vooruitzicht stellen.

Kinderen spelen niet meer
Het was erg druk in de trein en ik moest bij mijn fiets blijven staan op het balkon. Al gauw werd me een zitplaats aangeboden door een moeder met twee kinderen. Dat sloeg ik af.
De kinderen speelden ‘Olleke, bolleke, rebusolleke,’ waarbij de knuffelpoes ook mee mocht doen.
In de volgende trein hoor ik bij het naderen van Culemborg ik achter mij ‘We zijn er bijna,’ zingen door een peuter.
Ze zijn er nog: gewone kinderen.

Lekdijk
We fietsen over de Lekdijk naar de Liniepont, die vaart over de Lek tussen Fort Honswijk, Werk aan het Spoel en Fort Everdingen. Dit veer is opgezet in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

We vangen een blik over de Baarsemerwaard en de Goilberdingerwaard.

Diefdijk
Over deze dijk – op de grens van Zuid-Holland en Gelderland – die werd aangelegd in de 13e eeuw ter bescherming van de Vijfherenlanden en de Alblasserwaard, fietsen we richting Leerdam. Ineens zien we een bordje

Foto: Karel Brouwerens

Hmm, zou het hier al zijn? Voorzichtig dalen we via een onverhard pad naar de rivier. Ja, het klopt.

Culemborgse vliet

Aan de overkant van de Culemborgse vliet zien we een mooi fietspad, dat vast ook wel naar Leerdam leidt.

Heukelumse krakelingen
Bij de Glasblaserije in Leerdam bestellen we een Heukelumse krakeling. De serveerster vertelt dat een bakkerij in Heukelum alleen maar deze krakelingen bakt. ‘Worden ze internationaal verspreid?’wil ik weten. ‘Nee, alleen in de regio.’
Ze zijn heerlijk en we nemen nog een tweede.

Holletje
Het station is 347 meter hier vandaan, zegt Josephine, terwijl ze naar het scherm van haar iPhone tuurt. Een vrouw aan een belendende tafel roept: ‘Het holletje op en alsmaar rechtdoor.’ Terwijl we haar bedanken, denken we allebei: ‘Mens, bemoei je er niet mee!’ We rijden omhoog en bij de hoofdstraat aangekomen, slaan we linksaf. Even later stellen we vast dat we twee maal rechtsaf moeten slaan om bij het station te komen. ‘Oh,’ zegt Josephine, ‘we hadden natuurlijk rechtdoor moeten rijden na het holletje.’ Ja, dat krijg je ervan als je niet goed luistert. Nu hebben we 400 meter gereden in plaats van 347.

Station Dordrecht
We hebben twee minuten om over te stappen. Met de lift halen we dat niet. ‘Ga jij maar, dat haal je wel’, moedigt Josephine mij aan. Ik til mijn fiets op en loop de twee trappen af, 25 meter naar links en weer twee trappen omhoog. Twee jongelui rennen voor mij uit als jonge gazellen en ik er hijgend achteraan. Ik ben op tijd en ik kan zelfs nog naar het fietsbalkon lopen.
Als ik nahijgend in de coupé zit, denk ik: ‘Ik ben toch gek! Veronderstel dat ik me verstapt had, dan was ik met fiets en al gevallen.
Wanneer ga je je eindelijk eens als een 62-jarige gedragen?’

Nog 85 te gaan.

10 juni 2012. 








dinsdag 22 mei 2012

Stremmingen


‘Deze trein gaat niet verder dan Oss, wegens een stremming op het spoor. U kunt omreizen via Utrecht.’ 
Ons plan was om naar Nijmegen te reizen en al fietsend en pontjes varend naar Oss te gaan. Eerder was al gebleken dat ik niet van Rotterdam naar Utrecht kon reizen. Zodoende waren we op de zuidelijke tak van het spoor terechtgekomen.
We waren blij dat we onze fietsen bij ons hadden. De pontjes konden we ook bereiken vanaf Oss.
Op naar Ravenstein dat 652 jaar bestaat. Een gezellig plaatsje voor een koffiestop, maar er stond nog geen 20 kilometer op de teller.

Motorveerboot ‘Vice Versa’ van Ravenstein (Noord-Brabant) naar Niftrik (Gelderland)
Dit pontje is weer in de vaart gekomen na enig jaren afwezigheid. Als een pontje weer in de vaart komt, vraag ik me altijd af of we hem soms al hebben gedaan. In het nieuwe verenboekje worden de opgeheven veren niet altijd genoemd. Zo raakt m’n hele administratie in de war. Het voorgaande veer had echter op 13 juni 1975 zijn laatste oversteek gedaan. En onze eerste pontjestocht was op 15 augustus 1998. Niets aan de hand dus; we hebben hem nog niet gedaan. Op internet staat de ingebruikneming van de vorige pont in 1939 met inzegening door de pastoor. Dat waren nog eens tijden.

 Ingebruikneming gierpont in 1939



De huidige motorveerboot 'Vice Versa'

Mooi maatje
Als we goed en wel op het pontje Vice versa staan, zegt de veerbaas: ‘Mooi maatje’ tegen Josephine. We vragen niet door. Sloeg dit nu op haar kledingmaat of op haar fiets? Josephine voert namelijk een eeuwige strijd met haar gewicht. En er was zojuist weer een maatje bijgekomen. Ik laat in het midden of dit groter of kleiner was.
We besluiten dat het om haar op maat gemaakte fiets gaat. Die vangt wel vaker bewonderende blikken en zelfs een keer kreeg hij een aai van een bewonderaar.

Motorveerpont ‘Het Heerlijk Veer’ van Batenburg (Gelderland) naar Demen (Noord-Brabant)
Door de gewijzigde aanrijroute moesten we ook weer terug de Maas over. Dit pontje hadden we al in 2011 gedaan, maar als pontjesvaarder vinden we het niet erg om het nog eens te doen.
De Maas is hier een grensrivier tussen Gelderland en Noord-Brabant. ‘Gelukkig we zijn weer in Brabant,’ verzuchtte de veerbaas met Brabantse tongval. Je zou toch denken dat zo’n korte afstand niet zo veel zou uitmaken.
Aan het einde van de veerstoep ligt bierhuis ’De drie sterren‘ en daar strijken we even neer. Opeens komt de uitbaatster naar buiten met een bordje ‘GESTREMD’ onder haar arm en ze bevestigt het onder het dienstrooster van het pontje. Desgevraagd vertelt ze dat ze gebeld is door de veerbaas dat de motor stuk is. Deze keer hadden we geluk, want wij waren al overgestoken en we zijn aan de goede kant van de rivier. 



Inmiddels is de zon gaan schijnen en kunnen de jassen uit.



Megen – een rustpunt
In Megen eten we onder de goedkeurende blikken van de in steen uitgehouwen gouverneur Karel van Brimeu (1524 -1572) een boterham. Een oud mannetje komt aangesloft en vraagt of we het naar onze zin hebben. Ons bevestigend antwoord is voor hem aanleiding om zijn levensverhaal te vertellen. In korte tijd weten we dat hij 85 is, altijd in Megen heeft gewoond, dat hij van zijn verkochte tabaksbonnen in de oorlog daarna een fiets heeft kunnen kopen en dat hij daar drie jaar geleden een ongeluk mee heeft gehad en dat hij met die fiets de wereld heeft rondgereden. Dat wil zeggen dat hij er 40.000 kilometer mee heeft gereden.
Hij is ook kunstenaar. Dat hadden we wel kunnen vermoeden, want hij heeft een baret op. Zo vertelt hij dat een dame uit Limburg een keer een werk van hem heeft gekocht voor een bedrag met drie nullen. Toen hij een keer in Limburg was, heeft hij die vrouw opgezocht om te zien hoe zijn schilderij hing. Het bleek dat hij naast een Mathijs Maris hing. Ja, zover heb ik het niet geschopt met mijn verkochte schilderijen. Nu moet ik zeggen dat ik ook niet ben gaan kijken waar ze hangen. Misschien ben ik onbewust wel bang dat mijn schilderijen bij de mensen op zolder staan.

Megen - Het Kunsthuis
Verder vertelde hij dat hij (Henk van Gisteren) net buiten het historische centrum van Megen zijn werk exposeert in de voormalige Rabobank. Ooit door het Brabants Dagblad omschreven als 'kliniek voor blijheid'.

Gesticht vervolgen we onze tocht.

Nog 87 te gaan.

20 mei 2012.

dinsdag 20 maart 2012

Luisterpaal


Iedereen mag op zondag, 18 maart 2012, gratis met de NS mee in de tweede klas op vertoon van het Boekenweekgeschenk ‘Heldere hemel’ van Tom Lanoije.
Normaal gesproken staan we zondagochtend om 9 uur bij station Nieuwerkerk aan den IJssel slechts met een paar mensen te wachten op de sprinter. Nu waren we wel met z’n twaalven.
Met onzekere tred betreden de onervaren reizigers het perron en hun ogen dwalen over alle attributen. Bij de stempelautomaat vraagt iemand of er nog strippenkaarten zijn. Een meer ervaren reiziger legt uit dat de automaten zijn bedoeld om keuzedagenkaartjes af te stempelen of een parkeerkaart bij een P+R-station, zodat je niet voor het parkeren hoeft te betalen. Een mobiele telefoon gaat: ‘Wat zijn we vergeten? De flessen?’
Ik vraag me af of het flessen met alcohol of flesjes melk voor de baby. Ja, dat krijg je als je ineens met de trein gaat, dan vergeet je van alles.

De neef van Abdelkader Benali
Op station Gouda is het ook druk en er komt slechts 1 wagon voorrijden als intercity naar Utrecht. Een man met een vouwfiets en ik gokken erop dat het laatste balkon een fietsbalkon is, helaas is dat niet zo, maar we wurmen ons naar binnen.
Een Marokkaanse jongen, begint meteen mijn fiets te bewonderen en hij vraagt of je wel met de fiets in de trein mag. Ik leg hem uit dat je wel een kaartje moet kopen à € 6,00, maar dat je dan het hele land door mag. Hij heeft pas een nieuwe elektrische fiets gekocht en hij laat ons de rekening zien en vertelt erbij: ‘Ik zal die rekening maar altijd bij mij dragen, want anders denken ze dat ik hem heb gestolen.’ De man en ik knikken begrijpend.
Aan de conducteur laat ik mijn boekenweekgeschenk als kaartje zien en als ik aan de jongen uitleg dat je vandaag hierop mag reizen, vertelt hij trots dat hij een neef is van Abdelkader Benali. ‘Nee, ik heb nooit een boek van hem gelezen. Wij zijn een familie van vishandelaren. Abdelkader heeft vroeger ook in de vis gewerkt en altijd als je bij hem kwam, moest je eerst een heleboel boeken opzij schuiven om hem te vinden.’

De Syntus naar Zevenaar
Het boekenweekgeschenk geldt ook in de stoptrein van Syntus naar Winterwijk. Bij Westervoort staat een mevrouw op om uit te stappen en ze vertelt dat ze naar haar schoonzus gaat, die in dat huis woont, waarbij ze vaag een richting aanduidt. Beleefd vraag ik of die schoonzus er nog woont. Nee, die woont nu ergens anders en ze gebaart in een andere richting. Terwijl ze uitstapt, mompelt ze nog iets over dat je je familie af en toe toch eens moet opzoeken.
Wij zijn blij dat we op pontjestocht zijn.

Het Aerdts Veer
Er staat een stevige, koude wind, die we beurteling voor, achter en opzij hebben. Het plaatsje Aerdt hebben we gauw gevonden en ik heb op de website van de Vereniging van vrienden van de voetveren gezien dat we op de Aerdste dijk moeten zijn. Een pad langs een boerderij leidt naar de veerstoep.
                                          Het Aerdts veer


Mmmm, eigenaardig. Als ze niet mogen varen, wat doen die bootjes en dat pontje hier dan?
We doen gewoon waar we voor zijn gekomen en varen met het pontje heen en weer. Op YouTube had ik een filmpje gezien waarbij de mensen op het pontje achter elkaar aanliepen, terwijl ze aan het touw trokken. We volgen het goede voorbeeld en als we eenmaal de vaart erin hebben, zijn we zo heen en weer over de Oude Rijn.

Het Berghoofdseveer
Een paar kilometer verderop vinden we het Berghoofdseveer wederom over de Oude Rijn. We passen hier dezelfde mehode toe als bij de vorige. Ik besluit het te filmen op mijn telefoon, maar ik zet eerst de telefoon verkeerd om neer, zodat hij mijn hand filmt. Vervolgens wil ik de verkeerde kant op trekken. Josephine ziet het allemaal lachend aan en zij probeert mij logisch te laten nadenken. Uiteindelijk heb ik het door.
Het Berghoofdseveer

De brug over de Oude Rijn ligt op een paar meter afstand en we ontmoeten dan ook verbaasde blikken dat we zo moeilijk doen, terwijl er een brug ligt.

Station Arnhem
Er wordt al 4 jaar gebouwd aan het nieuwe treinstation in Arnhem. Jaren waarin het bereiken van de perrons noodzaakte tot het lopen van een hindernisbaan met trappen met als gevolg dat we meestal onze aansluitingen misten. Maar nu kunnen we de lift gebruiken.
In de wachtruimte is een verwarmingszuil geplaatst.
Bron: PhotoBlog van Ronald Puma
Terwijl we ons eromheen scharen, vertelt een man dat er eigenlijk een barbecue aan gemaakt moest worden, zodat je je eigen eten kunt klaarmaken. En hij begint te verhalen over trein- en vliegreizen in verre, vreemde landen en dat hij zelfs een keer heeft meegemaakt dat er een geit werd meegenomen in het vliegtuig. Terwijl wij nog over die geit nadenken, zit hij alweer op de Oriëntexpres met zijn samovars.
Wij eten gewoon onze boterham op en drinken een beker thee gezet uit de thermosfles met heet water, en wij vinden dat al avontuur genoeg.


De mensheid kun je verdelen in praters en luisteraars en ik ben blijkbaar een luisteraar. Praters herkennen mij meteen en ze storten hun verhalen over mij uit zodra ze mij zien. Ik vind het niet erg. Zo heb je zelf ook nog eens wat te vertellen.

En… we hebben weer 2 pontjes gedaan.

Nog 89 te gaan.

18 maart 2012.