maandag 20 maart 2023

De preciezen contra de rekkelijken

‘Je noteert deze toch wel met potlood?’ vraagt Josephine hoopvol als we Pannenkoekenhuis Midden op ’t Landt in Benschop verlaten.

‘Misschien,’ antwoord ik.

In het pontjestraject heeft ieder zijn taak. Zo ben ik verantwoordelijk voor de administratie van de gedane pontjes.

Een voorbeeld uit het boekje van de Vereniging Vrienden van de Voetveren

Zo schrijf ik in het boekje ‘Overzetveren in de Benelux’ trouw op welke dag we welk pontje hebben gedaan. Daarnaast heb ik een Excel spread sheet waarin ik bijhoud welke pontjes we nog moeten doen. Daarvan moet ik toegeven dat ik dat minder trouw bijhoud.

De laatste versie van het boekje met overzetveren is van 2016 en er zijn  acht pontjes bijgekomen in de provincie Utrecht zie ik in mijn administratie. Daar kies ik het trekpontje in de Lopikerwaard waar een zogenaamd klompenpad is uitgezet, een wandeling over boerenland en dijkjes langs de wetering. De website vermeld dat het pontje vandaag en morgen in de vaart is. De notie dat het broedseizoen waarschijnlijk is aangebroken negeer ik.

Het Benedeneindsepad

We lopen het dijkje op dat ons bij het pontje moet brengen.

Over een paar dagen gaat Josephine een fotoreis naar Japan maken en ik vraag of ze dan ook de beroemde roze bloesem zal zien. ‘Dat hangt er vanaf. We reizen met openbaar vervoer het hele land door en in sommige plaatsen is het er al en op andere moet het nog beginnen. Er is een website waar je het allemaal op kunt volgen. Kijk maar.’

Ongemerkt zijn we bij het pontje gekomen.

 


“Moet ik nu aan het onderste touw trekken of het bovenste?’ vraagt Josephine zich af.
‘Laat maar,’ zeg ik met een blik naar de overkant. ‘Er zit een kettingslot aan. Heb je je betonschaar weer niet bij je?’
‘Nee, en ook niet mijn waadpak.’

 

Aan de ketting.

‘Wat voor dag is het vandaag?’

‘Zondag, 19 maart 2023.’
‘Tsja, hoe lang doen we pontjestochten en hoe lang weten we al dat het broedseizoen op 15 maart begint?’
‘Ze hadden toch pas op maandag het slot erop kunnen doen? Die vogels weten echt niet wanneer het 15 maart is,’ probeer ik nog.

Josephine loopt resoluut weg en met een wegwerpgebaar zegt ze ‘Deze hebben we gedaan.’

Het originele Pontjesreglement schreef voor dat we samen moesten zijn en dat we aan de andere kant op de wal moesten stappen, wilde hij ‘gedaan’ zijn. Daar voldoet dit pontje niet aan, maar sinds een paar jaar zijn we overeengekomen dat ik in een dergelijk geval met potlood de datum aangeef waarop we een eerste poging hebben gedaan. Ik krijg steeds meer het gevoel dat we geen volgende pogingen zullen doen.

Ondertussen genieten we van de natuur en zien 360° geen horizonvervuiling en luisteren we naar de sprakeloze stilte. En dat midden in de Randstad.

 


Even verderop gaan we op een bankje zitten en kijken over de watervlakte in de wetenschap dat hier een waterberging wordt gecreëerd om tijdens extreem natte periodes het water vast te houden en later door te voeren.


Zoals alles, is het opstapje over het hek om het gebied te verlaten, afgestemd op de lengt van de gemiddelde man: 180,8
cm. Josephine komt daar lang niet aan, maar is niet voor één gat te vangen

Inmiddels 311 pontjes gedaan.

19 maart 2023.

maandag 27 februari 2023

Josephine eet haar pannenkoek niet op

Trouwe fans weten dat ik een dikke duim heb, maar dit is echt gebeurd.

Zaterdag ontplofte onze Whatsapp. Geschrokken fans meldden ons:

 Pontje met 25 man omgeslagen in natuurgebied, drie gewonden

“In een natuurgebied in Zuidland in Zuid-Holland is een pontje omgeslagen. Op het moment dat dat gebeurde stonden er zo'n 25 mensen op de trekpont. Het gaat om een groep vrijwilligers, laat de veiligheidsregio weten. Drie personen raakten gewond. Eén persoon is gereanimeerd. Twee anderen zijn met onderkoelingsverschijnselen naar het ziekenhuis overgebracht.

Schalkwijk Polder Bokhoven

Laten we nu net dit pontje zondag op het programma hebben staan. Ik wilde nog wel gaan als een ramptoerist, maar Josephine was weer de wijste. Zo reisden we af naar Schalkwijk in Utrecht.

Ik parkeer de auto op de door Josephine aangegeven locatie. Een echtpaar komt aangelopen. Ik vermoed dat het pontje niet ver is, dus ik schiet ze aan.

Weet u waar het pontje ligt? begin ik.
‘Waar wilt u naartoe? vraagt de man.
Ik kijk hem verbijsterd aan.
‘Wilt u naar Culemborg?’ vraagt de man behulpzaam.
Ik weet nog niet wat ik moet zeggen.
‘Over welke rivier wilt u? De man blijft geduldig.
Ik mompel ‘Over een sloot.’
‘Oh, zegt de vrouw, ‘u bedoelt het trekpontje. Dat ligt daar.’ Ze wijst naar een hek nog geen 400 meter vanwaar we staan. ‘En u kunt zo naar de kerk lopen en langs de andere kant weer terug, dat is zo’n 4 km.’

Nu dit misverstand is opgelost, kunnen we van start.

 

Het water dat is ontstaan door het ontwikkelen van een waterberging
 in de polder onder Schalkwijk kan met pontje worden overgestoken.

We moeten eerst een lange houten vlonder over en daar is ‘ie dan. Ik verbaas me er altijd over dat er in een niemandsland een keurig onderhouden pontje ligt. De veerstoep heeft een keurige houten trap naar het niveau van het pontje. Soepel glijdt hij door het water. Rechts een beeld van een ruiter van Corten staal in.

 

De ruiter met zijn paard verbeeldt het verleden toen inundatie een middel was om de vijand op afstand te houden, totdat de uitvinding van het vliegtuig zijn intrede deed.

Wij zijn de enigen die op de kerk aanlopen, de andere wandelaars komen van de andere kant. Nee, niet uit de kerk. Ze hebben geen vrome gezichten.


'Wat ga je over deze tocht schrijven?' vraagt Josephine. ‘In principe rijden we ernaartoe, varen over en gaan weer maar huis.’
‘Ik ga over onze pannenkoekenavonturen schrijven, zeg ik. ‘Ik heb 148 pontjestochten beschreven en in 41 daarvan komt het woord pannenkoeken voor.’

Hieronder een selectie:

Het Kleine Café                                                                                          25 maart 2018

Als we de deur open doen, gaapt een donker gat ons aan, waar hardrock uit schalt. De vrouw achter de bar reageert verschrikt als we onze bestelling doorgeven: een pannenkoek naturel en een met spek. In onvervalst Amsterdam vraagt ze zich af of ze die pannenkoeken kan serveren. Op onze vraag welke ze dan wel kan laten bereiden, leidt tot overleg met de keuken. Het oordeel luidt: ze kunnen beide bereid worden.
Inmiddels zijn wij verkast naar een zaal achterin. Hier is de muziek minder goed te horen. Tussen de opgestapelde terrasstoelen, vaatwerk, een stofzuiger, een teddybeer en ander ongeregeld goed eten we onze pannenkoek op. Hij smaakt voortreffelijk. Beide pannenkoeken hebben een vleugje kaneel.

 

De Graanhalm                                                                                             2 juli 2017

Van het rustige kwelderlandschap met hier een daar een toefje bomen fietsen we het drukke, toeristische Burgh Haamstede binnen.

In de tuin van Pannenkoekenmolen de Graanhalm schuiven we aan bij een tafel met vier Zwitsers. Deze bestellen twee pannenkoeken en de serveerster vraagt of ze ‘zwei Teller’ extra moet geven. Ja, dat is goed. We bestellen zoals altijd een pannenkoek naturel en een met spek en appel. Mmmm, het zijn volkoren pannenkoeken. Josephine overhandigt mij meteen de flacon met crazy stroop met de woorden: “Dat lijkt me echt iets voor jou.” Onze tafelgenoten kijken met belangstelling naar het hanteren van de schenkstroop. Of ik een beertje teken? Nee, een aapje.

 


 

’t Pannenkoekhuis in Wageningen                                                     31 juli 2016

Blijkt dat je nichtje haar eetcafé in Wageningen heeft omgetoverd tot pannenkoekenhuis, dan gaan onze speekselklieren gelijk werken. Is er een pontje in de buurt? Jawel, vorig jaar is er een pontje gaan varen in de zomermaanden tussen Renkum en Heteren. Even voor tweeën staan we voor de deur. We worden enthousiast begroet. De ‘Van Venen’ lopen de deur niet plat bij elkaar, maar nu is er een goede aanleiding (pannenkoek) om eens langs te gaan. Martin bakt een uitstekende luchtige pannenkoek, terwijl Miranda (de oudste dochter van mijn jongste broer) ons vertelt hoe er veel proeverijen van pannenkoeken door de buren zijn gedaan, voordat ze de stap hebben gewaagd. De boerenpannenkoek loopt het hardst. Wij blijven trouw aan onze vaste keuze: voor mij een pannenkoek naturel en voor Josephine een met spek en appel. Een heerlijke luchtige pannenkoek.

 

Auto gegrepen door trein in Oudesluis                                 22 februari 2014

De omroeper: 'Er rijden geen treinen tussen Anna Paulowna en Schagen wegens een ongeval. Er worden bussen ingezet. Het spoor zal omstreeks vijf uur weer vrij zijn.
We gaan op zoek naar een pannenkoek. Altijd een troostrijke bezigheid: pannenkoeken eten. Ik vraag aan een puber bij de bushalte waar we een pannenkoek kunnen eten. Ze rolt met haar ogen bij het idee al dat ik dat uitgerekend aan haar vraag. Later zegt Josephine: ‘Ja, dat is natuurlijk helemaal niet cool.’
Je vent lastig?!!
De horeca ziet er troosteloos uit tot we Diverzo ontdekken. Het blijkt een echtgenotencrèche te zijn. Terwijl zij in de belendende winkel kleding past, zorgt het horecapersoneel gratis voor hem. Zij hoeft alleen de consumpties af te rekenen.
Op de kaart staat alleen een pannenkoek onder het opschrift ‘Kids’. Wij vragen of die ook voor volwassenen geldt. ‘We maken er gewoon een grotemensenpannenkoek van,’ luidt het antwoord.

Eet maar rustig je pannenkoek op ...                          4 september 2007

dan kom ik jullie over een uur halen” riep de pontbaas. “Helemaal niet, we zitten hier al 40 minuten en we willen ons label* niet opgeven.” Josephine propt gauw de laatste happen in haar mond. Ik rol de rest van mijn pannenkoek in een servetje en we spoeden ons naar het pontje.


Het was voor het eerst dat we de methode van labels tegenkwamen. Je pakt een label uit het bakje en je kunt dan iets gaan eten of drinken terwijl je wacht zonder dat je je plaats op het pontje verspeelt.

Kasteel Doornenburg                                                                 8 september 2008

Links verheft zich ineens kasteel Doornenburg, waar Floris is gefilmd. Josephine is jong genoeg voor Floris, maar zij heeft warmere herinneringen aan Thierry de Slingeraar.
Hier tekent zich een generatiekloof af. Ik herinner mij alleen maar
“Coco en de vliegende knorrepot”, Dappere Dodo en Mik en Mak

We steken met motorgierveer Willem het Pannerdens kanaal over naar Pannerden. Met zoveel overeenkomst in letters verwachten wij wel een pannenkoekrestaurant. De plaatselijke kroeg biedt uitkomst. Terwijl de vrouwelijke uitbater de cappuccino mèt cafeïne voor me neerzet, vraagt ze: “Decaf is dat cafeïnevrij?” Als ik dat bevestig, zegt ze: ‘Oh, dat had ik wel gehad.’
De geserveerde pannenkoeken zijn lekker knapperig en als ik haar daarmee complimenteer, is ze opgelucht, want eigenlijk waren ze mislukt!?

De Pannekoekenbakker                                                 8 september 2013

Om te vieren dat we het laatste (8e) pontje over de Waal hebben gedaan, trakteren we onszelf op pannenkoeken bij De Pannekoekenbakker. De muziek schalt ons tegemoet als we het lege, grote restaurant binnenkomen. Josephine vraagt of de radio uit mag. De radio wordt uitgeschakeld en een muziekband met hetzelfde geluidsniveau wordt gestart. We kijken elkaar aan. Ja, ze hebben gedaan wat we gevraagd hebben. We nemen allebei een pannenkoek met appel en kaneelsuiker. Als ons later gevraagd wordt of alles naar wens is, vragen we of de muziek zachter mag. Ook deze opdracht wordt nauwgezet uitgevoerd. Er wordt zelfs gevraagd of het zo goed is. We krijgen twee spaarzegels mee waarmee we voor het originele Pannenboekenbakker-broodrooster kunnen sparen. Er zijn 16 Pannenkoekenbakkers in Midden-Nederland. Dat moet lukken.

Wat hebben we trouwens met die spaarzegels gedaan?

Terug naar vandaag, 26 februari 2023

Pannenkoeken eten in een barn!

Kom midden op het Eiland van Schalkwijk in een uniek en sfeervol pand genieten van een vers gebakken pannenkoek of iets anders.

 

Wij verbazen ons erover dat ze in een pannenkoekenrestaurant geen gare pannenkoek kunnen serveren. We besluiten het blijmoedige jonge personeel er niet mee lastig te vallen. Josephine laat de pannenkoek met spek (die gekookt is in plaats van gebakken) en appel zelfs staan.

Inmiddels 310 pontjes gedaan.

26 februari 2023

zondag 22 januari 2023

Haal op ...gelijk

Bij de voorbereiding voor de pontjestocht van morgen zie ik dat het pontje een roeiboot is. Dat hebben we nog niet eerder gehad. Mijn gedachten gaan terug naar 1968 toen ik gevraagd was om leidster (stuur) te worden van de scoutinggroep Satoko Kitahara. Ik moest leiding geven aan  watergidsen van 12 jaar en ouder (en in het bezit van een zwemdiploma). Ik viel met mijn neus in de boter: Ik mocht gelijk mee op kamp op het terrein Nova Zembla van een Aalsmeerse scoutinggroep. Ik hoefde alleen maar het winkeltje te beheren. Zo leerde ik al snel de meisjes kennen. De eerste beginselen van het roeien en zeilen werd mij bijgebracht.

 

In 1968 met een sleep vletten op weg naar Aalsmeer.

We parkeren op de kruising van de Driemolensweg en de Zederikkade in Lexmond (Ut). Josephine pakt Google maps erbij en ze schiet in de lach: ‘Het is maar 4 minuten lopen naar het pontje.’ We glibberen de Zederikkade op waar de papperige sneeuw van gisteren is opgevroren vannacht. En dan zien we hem

Josephine begint met het eenvoudigste deel: het pontje naar onze kant halen.

De lier.

 
Nu nog instappen.

 

Het pontje als roeiboot.

 Als we allebei zonder ongelukken zijn ingestapt en ik de zitmatjes op de bevroren sneeuw van de bankjes heb gelegd, begint het avontuur. De riemen zitten met een ketting vast. Moeten die ringen op de riemen nu rechtsom of linksom?

We kunnen nog niet roeien. Aha er zitten handvatten op de steiger. Zo slepen we ons de Oude Zederik op.

Nu komt mijn roeicarrière van pas. Om gelijk te roeien, is het commando ‘haal op … gelijk’ bedacht. Met matig succes voeren we het uit. We komen naast de steiger terecht en met wat manoeuvreren, krijgen we hem op z’n plaats.


De ingenieuze constructie: hij kan niet wegdrijven, maar komt wel in beweging als aan de overkant aan de lier wordt gedraaid, doordat hij dan buigt.

We bestuderen de groene buis en haken de lus aan een deel van de vork. ‘Aha,’ zegt Josephine ‘er zit een veer in de paal en als je aan het touw trekt, glijdt de lus eraf en kun je de boot  aan de overkant naar je toe halen.’ Gerustgesteld volgen we het plankier door het riet.

 

Het plankier tussen het riet.

Kunnen we een rondje lopen? Nee. Dan gaan we terug.

We stappen in en zetten af en inderdaad de lus loopt soepel van het paaltje af.



Klik op de link en bekijk de video: roeipontje over de Oude Zederik (Ut) 2023

We zigzaggen naar de overkant. Door de door mij gevolgde spierkrachttraining ben ik duidelijk sterker dan Josephine. Ze vraagt me te stoppen, maar ik ben te ongeduldig en begin alweer te roeien als het nog niet nodig is. Let op de boom op de achtergrond.
‘Zouden we gewoon naar het pannenkoekrestaurant kunnen roeien? Hoeveel kilometer is dat?’
‘Acht. Nee, dat kunnen we niet, de boot zit vast aan een lijn.’

 

Aan de overzijde ook een vernuftig paaltje met verende onderkant.

Aan de overkant moeten we weer de boot vastleggen. Het touwtje is al een keer gebroken geweest en er zit geen lus aan. Op scouting heb ik knopen en steken geleerd. Ik maak een lus met een paalsteek en doe hem om de oranje paal met veer heen. En controleer of hij er soepel vanaf loopt. Dat is zo.
Een echtpaar loopt voorbij. De man komt met ferme stappen op ons af. Hij ziet me er niet bijster intelligent uit. Hij kijkt naar mijn constructie, draait zich om, geeft zijn vrouw een arm en loopt weer door.
Hij had een mooie bril.

Het eerste pontje van dit jaar gedaan.
Nog zoveel leuke pontjes te gaan.

21 januari 2023









zondag 11 december 2022

Denk aan het opstapje

Ik parkeer in de Heilige Stokstraat 1 in Heeswijk.

De telefoon gaat: de stem van Josephine: ‘Ehm, ik sta in Nijmegen in de Heilige Stokstraat.
‘Hoe lang is het rijden van de ene Stokstraat naar de andere?’ vraag ik.

‘Ehm, een uur. Ga alvast een pannenkoek eten.’
Als ik de verbinding heb verbroken, bedenk ik me dat het Pannenkoekhuis pas over een uur opengaat.

Heeswijk is een gezellig plaatsje, heb ik gezien. Ik ga eerst maar eens koffie drinken. In ‘De toren’ word ik verwelkomd met ‘Kom jij ook eten?’ Ik antwoord ontkennend en ik vraag wat het wachtwoord van de Wifi is.

‘Dat is een goeie vraag.’ Ik stel alléén maar goede vragen.
‘Hij is heel erg lang en ik vergeet hem altijd. Ik heb hem opgeschreven.’ Ze rukt verschillende laden open.
‘Ga jij maar vast zitten, dan vraag ik het na.’ Even later komt ze met ‘smooiopwifi’.

Ik ga het internet op. ‘Wil jij nog een koffie,’ vraagt de serveerster in het voorbijgaan.

Als ze het gevraagde brengt, vraag ik wat ‘smooi’ betekent.

Dat is plat Heeswijks voor ‘dat is mooi’.

Het is bijna twaalf uur en ik ga op weg naar het pannenkoekenhuis ‘De koekenbakkers’. Op de deur een aanplakbiljet dat ze in verband met de gestegen energiekosten de ovens en het gas niet continu aan laten staan en alleen op bepaalde uren het eten serveren. Ongerust vraag ik of er wel pannenkoeken zijn. ‘Over een half uur beginnen we,’ luidt het antwoord.
Hier staat het wachtwoord voor de Wifi op de menukaart ‘pannenkoeken’.
Op het moment dat de keuken opengaat, komt Josephine binnen.
De menukaart is eindeloos, maar we bestellen wat we altijd bestellen: een naturel en een met appel en spek.

Op naar de Kilsdonkse molen, waar de toegang is naar het beoogde pontje.
We horen de molen kraken en stampen. Op eigen risico mogen we naar binnen. Om de 30 tellen, klinkt er een harde klap. Josephine krimpt ineen, ik geef geen krimp. Ik heb mijn hoorapparaten niet in en mechanische geluiden hoor ik beperkt.

Maar welk pad moeten we nemen? Aan een oude man, die de krant uit zijn brievenbus haalt, vraag ik welke kant we op moeten voor het pontje. Hij wijst het ons en waarschuwt voor het hoge opstapje.


 
Onbevreesd gaan wij op pad. De mist, die maar niet optrekt, zorgt voor een onwerkelijke sfeer en een behaaglijke stilte.

 

We passeren Landgoed Zwanenburg, niet toegankelijk voor het publiek.

 

En daar is ‘ie dan. Wat ligt hij diep. ‘Dat bedoelde die oude man.’


Ons aan alles vasthoudend, slagen we erin op het pontje te komen en varen we naar de overkant. Daar ontmoeten we de zwarte labrador Nero met zijn bazin en zij gaan naar de andere kant. Nero springt achteloos op het pontje. Zijn bazin met lange benen heeft ook geen moeite ermee.

 

Wij lopen aan de andere kant door, want dan komen we weer bij de molen uit, heeft de oude man ons verzekerd. We zien een boom, die door een bever is aangevreten, maar niet het finale duwtje heeft gekregen.

 

Vlak voor we bij de molen komen, verspert een hek ons de weg. Het opstaphulpje rechts komt tot Josephines middel en dus een onneembare barrière.

‘Dat is dus wat die oude man bedoelde,’ concluderen wij.

Hoe zijn die vrouw en die hond hierover gekomen? Het was een lange vrouw dus die heeft dat gemakkelijk gekund en de hond is hier onder het prikkeldraad door gekomen. Kijk, er zitten nog een paar zwarte haren.
Verder zijn we niemand tegengekomen.

Wat Josephine niet kan, hoef ik ook niet te kunnen.

We lopen dezelfde weg weer terug, wat geen straf is.

 

Een pontjes gedaan.
Tien pontjes gedaan, dit jaar.
Nog zoveel leuke pontjes te gaan.

 

woensdag 17 augustus 2022

Een heet pontjesweekend in lege landschappen

 Het blijft voorlopig droog: door de Rijn stroomt half zoveel water als normaal.

Vermijd de hitte en grote inspanningen. Ga alleen ‘s morgens naar buiten als het nog redelijk koel is, draag luchtige kleding en gebruik buiten een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor.

Bij de Herberg De Klomp in Vilsteren (OV) vragen we of we vroeg mogen ontbijten. Op z’n vroegst is dat mogelijk om half acht. Daar zitten we dan in de lege ontbijtzaal met een plank met lekkernijen op onze tafel.

 

Op een lange plank - iedere plank is anders geverfd - 
wordt het ontbijt geserveerd.

Een half uur later stappen we in de auto om naar Hasselt te gaan. Daar parkeren we de auto en fietsen naar Zwartsluis. In de haven zoeken we naar het pontje dat beide oevers (het plaatselijke museum en de jachthaven) van de haven met elkaar verbindt. We zien het pontje niet en stappen het museum – van waaruit het overzetveer wordt georganiseerd – binnen om te vragen waar het ligt. De oude vrouw achter de balie kijkt ons verschrikt aan en begint te bladeren in een schriftje. Ah, ze heeft het gevonden. Om half elf komt de schipper mensen ophalen aan de overkant die boodschappen willen doen in het dorp. Dan kunnen we meevaren. Hoe zeker het is dat die schipper komt en dat hij om half elf komt, weet ze niet. Ja, vanmiddag komt hij weer. Het is inmiddels tien uur en we besluiten niet te wachten. Er wacht nog een pontje op ons.

IJsseldelta

Richting Genemuiden fietsen we en we rijden zo het autoveerpont over het Zwarte Water op. Die pont telt niet mee, vandaag. We hebben hem al op 22 april 2012 gedaan. In een hagelbui. Hoe anders zijn de weersomstandigheden nu: het kwik begint al op te lopen richting 27 graden. We verlaten al gauw de bewoonde wereld en rijden door een eindeloze vlakte met dijken, polders en boerderijen.

 

Overal in de berm zijn uitsparingen gemaakt waar je kunt wachten tot het gevaar is geweken.

Gelukkig zijn er geen boerenprotesten. Anders zouden we hier eindeloos moeten wachten. Alleen witte bestelbusjes met allerhande pakjes rijden ons achterop. En dan ineens het bordje Pieperpontje. Na een steile klim over de dijk: daar is ‘ie dan.

Midden op De Goot met het elektrische pontje.

Weer een elektrisch pontje. Josephine drukt op de knop houdt hem vast tot de pont zachtjes tegen de veerstoep botst. We stappen op en kijken goed van links, naar rechts en weer naar links. We zien jachten, groot en klein, maar we hebben geen idee hoe snel ze varen en hoe snel wij varen. Uiteindelijk druk ik de knop in met de pijl in de richting van ons doel. We halen het ruimschoots. Ik moet de knop vasthouden tot we aan de overkant zijn.

Inmiddels zijn er twee vrouwen verschenen op de veerstoep waar we op aanvaren. Ik vraag of ze een foto van ons willen maken. Dat doet Ans en ze stuurt de gemaakte foto’s meteen per email naar me toe.
We vragen aan de dames of we in de buurt wat kunnen eten of drinken. ‘Nee, er is hier helemaal niets, alleen in Kampen en Genemuiden. Wij zitten hier op de camping en kennen dit gebied vrij goed.’ We laten de dames wegvaren en overleggen wat we gaan doen. Ik heb krentenbolletjes bij me en water hebben we genoeg. Dat is het probleem niet. We besluiten terug te gaan naar Genemuiden. Aldaar zien we Ans en haar vriendin op het terras zitten en ik bedank ze voor de foto’s. Genemuiden heeft 10.000 inwoners, maar het lijkt of er maar één terras is. Iedereen fietst langs om even later weer terug te keren en zich bij ons aan te sluiten. Het blijkt een opgewaardeerde snackbar te zijn.

Het buitenkraantje met lekbak.

Ik loop naar binnen om mijn bidon te vullen. De vrouw achter de toonbank vraagt mij om de bidon buiten bij het kraantje te vullen. Op mijn wantrouwende blik zegt ze ‘Het is drinkwater hoor en ik vraag u niet om het water uit de lekbak te scheppen. Mensen morsen altijd zo als ze hun waterfles vullen bij het kraantje in het toilet en ze lopen al dat water de zaak in.’ 
Ik vul mijn bidon bij het kraantje en ga nog net niet kwispelen.

Josephine laat op de kaart zien dat we deze mooie kronkelende dijk gaan volgen naar de auto. Bij het begin van de dijk, blijkt de wind aangewakkerd te zijn en dat we de wind pal tegen hebben. We besluiten ieder op ons eigen tempo te rijden. Gedurende de zeven kilometer houd ik een strak tempo van13,4 km per uur aan. Josephine zie ik steeds verder uit mijn achteruitkijkspiegel verdwijnen. Voor de brug over de IJssel wacht ik op haar en we rusten uit op een elektriciteitskastje.

Moed verzamelen voor we de opgang van de brug over Het Zwarte Water gaan bedwingen.

Uiteindelijk staat er 37 km op de teller.

Kalenberg

Zaterdag weer vroeg uit de veren. De Weerribben-Wieden is ons doel. Even buiten Blokzijl parkeren we auto bij een Toeristisch Overstap Punt (TOP), een ouder echtpaar haalt de elektrische fietsen van de auto en bekijkt onze analoge rijwielen met dedain. Als ik trots zeg dat we gisteren 37 km hebben gefietst, voel ik hun minachtig toenemen.
Wij laten ons goede humeur niet bederven en fietsen richting Baarlo en via een moerasbos bereiken we Kalenberg waar het beoogde pontje van vandaag moet liggen. Halverwege een fietspad met veel bruggetjes kunnen we via een ophaalbrug de Kalenbergergracht oversteken. Even buiten het dorp moet het Laarzenpad beginnen waar het pontje in ligt.
‘Als ik tot mijn enkels in de modder moet lopen, ga ik niet mee,’ dreigt Josephine. Zo erg is het niet, maar het water komt wel tot de randen van onze schoenen. Als we aankomen bij het zelfbedieningstouwveerpont zien we dat het touw vervangen is door een ketting, maar de ketting is niet door het oog geregen waarmee we het pontje kunnen bedienen. De ketting ligt doelloos op de bodem van het pontje. We krijgen er geen beweging in. Het water gutst van ons voorhoofd nu we niet meer in de wind op de fiets zitten. Insecten cirkelen om onze blote benen. ‘Deze hebben we gedaan,’ zegt Josephine resoluut en loopt weg. Ik blijf nog even naar de werkeloze ketting kijken. Missen we iets?
De hitte wordt steeds ondragelijker en ik heb trek in koffie.

Het werkeloze pontje in het Laarzenpad door een gebied dat bestaat uit rietland, stroken moerasbos en slootjes.

Pieter Jongschaap serveert koffie en verhuurt fluisterboten, sloepen en kano’s. Ik maak de fout om voor een Blokzijler Brok te kiezen. Ik weet dat dit meestal smakeloze koeken zijn, waar mee je iemand een gat in zijn hoofd kan slaan.

We amuseren ons met de mensen die een boot komen huren en luisteren naar de instructies die de adspirant-kapiteins krijgen. Vervolgens zien we ze al zigzaggend de kade verlaten waarna ze al snel vastlopen op de wachtende boten voor de ophaalbrug in de Kalenbergergracht. ‘Mannen kennen geen schaamte,’ becommentarieert Josephine het vele blanke vlees dat ons gepresenteerd wordt. Ik denk vooral aan de verbrande huiden ’s avonds in bed.
Het is een hele kunst om in en uit een kano te stappen. De doorgewinterden verheffen zich uit de kano en gaan met hun kont op de steiger zitten zonder dat de kano beweegt. Anderen hebben hulp nodig om de kano stil te houden en hulp bij het uitstappen.

‘Wat doen we?’ vraagt Josephine. ‘Maken we het uitgezette rondje af of rijden we met een boog terug?’ ‘Dan zitten we om twee uur alweer in het hotel. Laten we de originele route vervolgen,’ antwoord ik. Als ik naar binnen loop om de bidon te vullen, pakt een van de serveersters hem en vult hem voor mij. De ophaalbrug over en het fietspad vervolgen met bij elk huis een bruggetje. Ik heb nergens gevonden hoeveel het er zijn. Ik schat dat het er wel vijftig zijn. We moeten het pad delen met wandelaars en fietsers die ons tegemoet komen. Na een half uurtje hotsen botsen arriveren we in Ossenzijl. Het restaurantje aan het water is helemaal vol en er staan al liefhebbers te wachten. We draaien de dijk op en het volgende uur zijn we helemaal alleen op een eenzame wielrenner na.

Dit is het landschap waar we uren doorheen fietsen.

 
In Kuinre eten we wat en maken ons gereed voor de laatste 10 kilometer. Wederom hebben we een slechte kaart getrokken: De wind staat pal op Kuinredijk. Deze keer is het Josephine die er vandoor gaat en ik kan slechts haar kleiner wordende figuurtje volgen.

Helemaal rechts (zie rode ovaal) rijdt Josephine zowat het beeld uit.

 
Bij de auto gekomen, blijkt Josephine haar autosleutels niet te kunnen vinden. Mmmm, we zitten 50 kilometer van ons hotel. Josephine probeert de deur: ‘open’. Ze kijkt naar binnen: de sleutels liggen gewoon op de achterbank.

Naschrift

 

Op het terras van Herberg De Klomp.

In het hotel wacht Gerard ons op, zoals hij alle dagen geduldig op ons heeft gewacht. We verhalen van onze dag en ik word er door zowel Josephine als Gerard fijntjes aan herinnerd dat mijn administratie blijkbaar niet zo nauwkeurig is. Het elektrische pontje dat we op onze aankomstdag (niet beschreven in dit verslag) hebben gedaan, hebben we volgens Josephine eerder gedaan. Thuis zoek ik het op. Mijn administratie deugt wel. OV-021 hebben we op 15 mei 2013 gedaan en OV-027 op 12 augustus 2022. Ik kan er niets aan doen dat deze pontjes dicht bij elkaar liggen en op elkaar lijken. In 2013 bestond het tweede pontje nog niet. Waarvan akte.

We kijken terug op een heerlijk weekend. De Overijsselse Vecht, de Goot en sloten waren vol met water en de pontjes lagen niet droog. Twee pontjes konden we niet doen, maar we beschouwen ze als gedaan. We hebben geen zonnesteek opgelopen en in totaal 88 kilometer gefietst. De uitvalsbasis Herberg De Klomp is een gezellig kleinschalig hotel.

Vijf pontjes gedaan.
Nog zoveel leuke pontjes te gaan.