dinsdag 18 november 2014

Mogen wij een keer mee op pontjestocht?

 ‘Ik ben studente Media & Cultuur (filmwetenschappen) aan de Universiteit van Amsterdam, en ontdekte tijdens het doen van onderzoek voor een documentaire uw blog’
 Zo begon een mail in mijn mailbox.
‘Ik heb samen met twee studiegenoten de opdracht gekregen een korte documentaire te maken over een vrij onderwerp. Ik ben zelf erg gesteld op de pontjes in Amsterdam die over het IJ varen, en las per toeval over de missie van u en uw vriendin Josephine om alle pontjes in Nederland te nemen. Wat ontzettend leuk initiatief. Nu vroeg ik mij af of mijn twee mede studenten en ik een keer met u mee zouden mogen op een van uw maandelijkse pontjestochten, en of u het leuk zou vinden als we hier een kleine documentaire over zouden maken. Heeft u de pontjes in Amsterdam wel eens bevaren?
In onze documentaire zouden we heel graag willen ontdekken hoe jullie ooit tot het doel om samen alle pontjes in Nederland te bevaren zijn gekomen. Ook zouden we hierin willen laten zien hoe de voorbereidingen en alle andere bijkomstigheden zoals vervoer voor een dag op pad verlopen: van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds na de tocht. Josephine en u zijn de belangrijkste factor van de film en daarom proberen we zelf op de achtergrond te blijven tijdens de dag en u vooral gezellig te spreken en vragen te stellen.
Op de weblog lazen we dat u al vijftien jaar samen pontjes bevaart, wat gaaf. We vinden het hierom belangrijk dat in de documentaire ook de nadruk wordt gelegd op uw bijzondere vriendschap.
Wij zullen alle drie ook onze fietsen meenemen zodat we precies zoals jullie een pontjesdag kunnen doorbrengen.’

Wanneer we op Amsterdam CS uit de trein stappen, staan Janne, Yannick en Wyneke al op ons te wachten. We krijgen de eerste instructies. Er worden vragen aan ons gesteld, maar die vraag wordt eruit geknipt. De vraag moeten we in ons antwoord verwerken. Ik ben dat – geloof ik – iedere keer vergeten.

We steken eerst met z’n vijven het IJ over om in Amsterdam Noord te komen. Het ritueel van het bespreken van de te volgen route naar het pontje wordt gefilmd.
Het regent en dat zal de hele dag zo blijven. Cameraman, Yannick, jongleert met zijn paraplu en camera op de fiets.

 
Klaar voor het eerste pontje

Gebruiken jullie geen Google maps?

Josephine legt uit dat dit om verschillende redenen niet handig is. Google maps verbruikt veel stroom en Mb’s, het scherm valt regelmatig uit, door de zon kun je het scherm niet goed lezen en je wilt niet dat hij nat wordt. Een papieren kaart is praktischer: je vouwt de kaart zodanig dat hij in het doorzichtige gedeelte van de stuurtas past. Al rijdend kun je de route bepalen. Regelmatig moet de kaart anders gevouwen worden, omdat we van de kaart zijn ‘af’gereden. Dat geeft ons meteen een moment om even uit te blazen. Het in- en uitvouwen van de kaart (Josephine maakt grootse gebaren) heeft iets romantisch. Bovendien is de kans groter dat voorbijgangers vragen of ze je kunnen helpen. Als je op een scherm tuurt, maakt je niet zo gauw contact met mensen.

Na een paar keer heen en weer rijden, hebben we Schellingwoude gevonden.

 
De route naar de twee pontjes

‘Nemen we de fietsen mee of laten we die hier staan?’
‘Zo te zien, is het een graspad, laten we maar gaan lopen.’
Ons getrainde oog ziet al snel dat er verderop een watertje is en we zien de contouren van een opwindspoel en een kabel.
Hé, een geheel onbekend mechaniek. Het is wel een draaimechaniek, maar het is moeilijk om de klep die moet voorkomen dat het wiel gaat terugdraaien, op zijn plaats te houden.

 
'Hoe werkt het nu?'

Zo, dat was het West-pontje en nu op naar het Oost-pontje. Daar gaan Josephine en ik alleen naar de overkant en stappen – volgens de regels – even af, want anders geldt hij niet.

Hebben jullie volgers?

We hebben volgers op de weblog.
‘Nee, we bedoelen mensen, die dit ook gaan doen’ Nee, de lezers vinden het wel leuk wat we doen en ze lezen graag het verslag en reageren daar – meestal mondeling – op. Belangstellenden vinden onze passie wel fascinerend, maar ik heb nog nooit een vraag gehad hoe je dat aanpakt.
Een standaardreactie van mensen is: “Ken je het pontje bij ……………………?”

Wat maakt dat jullie al zo lang dit doen?

Het is prettig om een doel te hebben. Zonder doel rijd je vaak dezelfde rondjes. Nu kom je overal in Nederland. Hadden jullie gedacht dat hier in het Noordoosten van Amsterdam zo’n mooi stukje natuur is? Zojuist hebben we langs het IJ gelopen  met aan de andere kant een schapen- en een paardenweide.  En dat we aan het einde ineens een klein wijkje met huizen aantroffen, was ook een verrassing.
Het vinden van een pontje is een uitdaging. Vandaag is het redelijk snel gegaan.

Josephine vertelt


Waar is jullie vriendschap op gebaseerd?

Accepteren dat de ander is, zoals die is. Niet zeuren. Als je iets afspreekt, houd je je er aan. De vanzelfsprekendheid waarmee we zaken oplossen. De gedeelde liefde voor het fietsen, de Nederlandse natuur, het ‘avontuur’ en natuurlijk de interesse in pontjes.
Duidelijker dan het in het door ons opgestelde Pontjesreglement kan ik het niet zeggen: Alle criteria die we in de loop der jaren hebben aangelegd, zijn nooit op papier gezet, en toch zijn ze intuïtief voor beiden duidelijk.

Wat is het oudste pontje van Nederland?

Ik had me op veel vragen voorbereid, zoals hoeveel kilometer rijden jullie per jaar of per keer en hoeveel pontjes doen jullie per jaar? Maar op deze vraag moest ik het antwoord schuldig blijven. Gelukkig is er de nieuwe Bosatlas van onze culturele erfgoed:

Vóór de bouw van bruggen en tunnels waren veerponten essentiële schakels in het wegverkeer; feitelijk horen ze bij het wegennet. Sommige veerverbindingen bestaan al sinds de middeleeuwen, zoals het Lexkesveer bij Wageningen, de veren Dieren-Olburgen en Zwolle-Hattem, het Kralingse Veer en het Katendrechtse veer.

Restaurant De Pont

Tevreden stellen we vast dat niemand meer droge voeten heeft. Op naar de koffie en de appeltaart, die ons aangeboden wordt door onze drie medereizigers. Wyneke weet nog een leuke doorsteek over een sluis en dan is daar café-restaurant De Pont.
 Nu mag Janne eindelijk haar functie uitoefenen, die van geluidsvrouw. In de regen was haar rol beperkt tot het ophouden van de paraplu. 
De microfoon wordt van de camera afgehaald en meer gericht gebruikt.


Zoals afgesproken, heb ik m’n administratie meegenomen en wikkel deze af onder het toeziend oog van de camera. In de behaaglijke warmte van De Pont kunnen we ook de pontjeskaart laten zien, waar alle pontjes van Nederland op staan.

Reuze handig, die vouwlijnen.


Terwijl het personeel zoekt naar de vellen papier – met vouwlijnen- waarmee je een bootje kunt vouwen, praten we nog even na over de opleiding, die ze alle drie volgen.

‘Ik begrijp nu waarom jullie de regel ingesteld hebben, dat er pas wat gedronken mag worden na 20 kilometer. Ik heb helemaal geen zin meer om nog verder te fietsen,’ zegt Wyneke ten afscheid.

We kijken terug op een gezellige dag met drie enthousiaste jonge mensen, met een oprechte belangstelling voor ons, onze missie en onze vriendschap.

Twee pontjes gedaan, nog 45 te gaan.

16 november 2014

dinsdag 21 oktober 2014

Er is voor alles een eerste keer

 En een laatste keer. De afgelopen maanden ben ik er regelmatig mee geconfronteerd dat ik eerdaags 65 word. Met name laten officiële instanties mij weten, dat ik pas van bepaalde faciliteiten gebruik kan maken op mijn AOW-gerechtigde leeftijd. Drie maanden later.
Vandaag heb ik echter nog de kans om voor de laatste keer als 65-minner een pontjestocht te maken.

Gelukkig hebben we een goede datum uitgezocht. Het wordt vandaag rond de 20 graden.
We verlaten station Zwolle in zuidwestelijke richting. We fietsen door het Rechterse veld, het Hessumseveld en het Vilsterse veld. We passeren kasteel Rechteren. Dit is het enige van de middeleeuwse kastelen in Overijssel waarvan ondanks belegeringen, ontmantelingen en een ingrijpende verbouwing in de 17e en 18e eeuw, belangrijke delen zijn overgebleven.

Verhalenpunten

Verhalenpunt
























Op 30 plekken in het Vechtdal zijn verhalen te beluisteren. Het enige wat je hoeft te doen, is een paar keer trappen op een pedaal en een druk op de knop. Een maal drukken, levert een verhaal voor volwassenen. Bij twee maal drukken, krijg je een kinderstem. Aangezien deze tocht in het teken staat van mijn nog niet bejaard zijn, drukt Josephine twee keer op de knop. De meisjesstem vertelt ons over de mini-koeien, die we net gepasseerd zijn. De combinatie van achtergrondgeluiden en het zicht op de rivier geeft het verhaal een extra accent.

Dexters

Het meisje vertelt over de Dexter mini koe (80 tot 110 cm hoog). Ze hebben, maar één kleur: zwart of rood. Hij kan het hele jaar door buiten blijven. Het is een echte graseter en daarom wordt hij hier gehouden om het gras kort te houden.


Foto: Den Lindehof - mini Dexter koeien
Gesterkt door dit verhaal rijden we verder over de dijk langs de Overijsselse vecht. Bij het plaatsje Hessum moet het beoogde pontje liggen. We hoeven niet te zoeken. Een bordje wijst ons de weg. Een fietspad van betonplaten leidt ons naar de veerstoep.

Zelfbedieningspont

Elektrische zelfbedieningspont Hessum - Dalfsen
Een druk op de knop en de pont komt in beweging. Met zonnepanelen wordt de benodigde elektriciteit opgewekt. Zo alleen als we bij de meeste pontjes kunnen zijn, zo druk is het hier. Het is een komen en gaan van fietsers en wandelaars. Het mooie weer en het feit dat het in een fietsroutenetwerk ligt, zullen hier wel aan bijdragen. Aan het gezin dat bij opa en oma op bezoek is, vragen we of ze een plek weten om koffie te drinken. De vader verwijst ons naar hotel MooiRivier met een prachtig terras aan de Overijsselse Vecht.

Afval



Het bordje ‘U wordt verzocht uw afval mee te nemen,’ ontlokt Josephine de opmerking: “Je kunt me hier dus niet achterlaten.” Ik zou niet durven. Bovendien, hoe zou het verder moeten met de pontjestochten, zonder Josephine? Vandaag was ik bijvoorbeeld meer dan anders in de war met links en rechts. Is dat de opmaat naar de verwarde bejaarde, die ik in november word?


Congreshotel MooiRivier

Terras bij restaurant MooiRivier
Ook hier is het druk, maar we vinden nog net een plaatsje buiten. Dit keer blijft het bij drinken. Onze boterhammen hebben we al op en het station Ommen is niet ver meer weg.

OV-chipkaart

De oprisping van de politici om de huidige OV-chipkaart af te schaffen, is gespeend van enige kennis over de invoering van een dergelijk systeem. Mijn naamgenoot Betty de Boer roept zelfs dat het nieuwe systeem 1 juli uitgerold moet worden.
Laten we eerst eens het huidige systeem een kans geven. Vandaag heb ik zonder problemen mijn fietskaartje opgeladen, vervolgens mijn vrij reizen opgeladen, ingecheckt op Nieuwerkerk aan den IJssel, uitgecheckt in Zwolle, ingecheckt bij Arriva in Ommen, uitgecheckt bij Arriva in Zwolle, ingecheckt bij de NS in Zwolle, uitgecheckt in Rotterdam Alexander.
Voor ons is het grote voordeel van de kaart dat we onderweg onze reisplannen kunnen bijstellen, zonder dat het ons extra geld kost of gedoe geeft. Of dat we de trein net missen, omdat we een extra kaartje moeten kopen.
Alleen de palen om in en uit te checken mogen wel wat meer in het zicht en in de loop staan.

Nostalgie

Was deze tocht nu echt anders? Hadden we nostalgische gevoelens? Nee, het was weer een gezellige en mooie tocht. Een afwisselend landschap: zandverstuivingen, heide, donkere bossen, vennetjes en natuurlijk die prachtige rivier die het Vechtdal zijn naam geeft.
De 49 kilometer hebben we vandaag moeiteloos bij elkaar gefietst. Toegegeven: de hele tocht, half voor de wind. De E-bike stellen we nog even uit.

Eén pontje gedaan, nog 47 te gaan.
19 oktober 2014


maandag 29 september 2014

Dodelijke risico’s zijn er overal

Risico lopen we elke dag. Bij het uit bed springen, in de douche stappen, de trap aflopen, eten, fietsen, werken, boodschappen doen, sporten. Hoe zit het eigenlijk met het risico dat we lopen op onze pontjestochten?
In 2013 waren er 184 dodelijke ongevallen met fietsers. Net iets minder dan dodelijke ongevallen met auto’s (bestuurder en passagiers). Met de trein zijn er af en toe ongelukken, maar die zijn te verwaarlozen. Over pontjesongelukken hoor je maar zelden. De laatste die ik me herinner, was die op het Amsterdam-Rijnkanaal waar een pontje door een vrachtschip werd overvaren. De pontjesbaas kwam daarbij om. Er waren geen passagiers aan boord.

Station Utrecht Centraal

Op het drukke perron stond ik dit allemaal te overdenken. Deze drukte is een ideale plaats voor een zelfmoordterrorist, die onder het roepen van ‘Allah Akbar’ zichzelf opblaast. Zo in gedachten mis ik de Whatsapp-melding van Josephine: “Ik sta vooraan perron 12b Utrecht.” Nou word ik van zo’n melding nooit wijzer en zeker niet op station Utrecht Centraal. Want, wat is vooraan? De trein komt binnenlopen en m’n telefoon gaat: Josephine is ongerust dat ik nog niet geantwoord heb.
Het laatste balkon van de trein, het fietsbalkon, stopt precies voor mijn neus. Ik krijg de voicemail als ik opneem. Ik stap snel in. Later krijg ik haar wel te pakken. We zitten wel in dezelfde trein, maar maximaal van elkaar verwijderd.

De Nederlanders en regels

“En nu zitten wij hier!” is het antwoord van de treinreizigers met grote koffers die op de voor fietsen gereserveerde plaatsen zitten. In de voorwaarden van de NS staat:
‘Fietsen moeten geplaatst worden in het speciale fietsgedeelte in de trein, te herkennen aan een sticker op de buitenkant.’
Ik wijs op het bordje ‘Voorrang voor fietsers’ en vertel dat ik er weleens door een conducteur uitgezet ben, omdat mijn fiets niet op de juiste plaats stond. “Laat die conducteur maar komen,” is de reactie
Ze ruimen wel een plaats in voor mij, zodat ik ook kan zitten. Ik zet de fiets zodanig dat hij de minste last veroorzaakt. Ik ben niet van plan mijn goede humeur te laten bederven en vraag waar ze zijn geweest, wijzend op de labels AMS aan hun koffers.
Naar Boston, naar een bruiloft van een nicht. Ik vertel over de bruiloft van een vriend in New York in 1985 waar wij ook naar toe zijn gevlogen. Ik ben dus niet de enige gek die even voor een bruiloft naar Amerika vliegt.
In Arnhem stappen ze uit zonder dat de conducteur is langs geweest.

Snelbinder

Bij het station van Nijmegen moeten de Waal over om bij het beoogde pontje te komen. Ineens fietsen we over een prachtige brug (De Snelbinder) die aan spoorbrug is vastgemaakt. Het fietspad is twee kilometer lang en verbindt het centrum van Nijmegen met het dorp Lent. Een tijdwinst van 10 minuten ten opzichte van het omfietsen over de Waalbrug.
De wegwijzerbordjes zijn nog niet compleet op dit traject, maar Josephine haar richtingsgevoel zorgt ervoor dat we de juiste richting inslaan naar Valburg.

Het Pontjesreglement

Het reglement schrijft voor dat er pas na 20 kilometer gestopt mag worden voor een versnapering.
Josephine zit midden in een verhaal over de citatie-index als we pannenkoekboerderij Aan de Linge ontwaren. Een blik op de teller: 24,2. Ja, het mag.



Met een heerlijke, ambachtelijke pannenkoek in de maag fietsen we even later het dorpje Hemmen in. Echt zo’n dorpje zoals je alleen in Engelse detectiveseries ziet. Een kerk aan een plein met bomen en grasveld waar links en rechts kromme straatjes op uit komen.

Lakenvelders

In een wei zien we twee Lakenvelders staan. Zo genoemd door de brede witte streep (laken) over hun lijf. Bijzonder is dat er een zwarte en een rode Lakenvelder bij elkaar staan. Normaal zie je – als je ze al ziet – rode of zwarte.




Onze fantasie gaat gelijk werken. Wat gebeurt er nu als je ze kruist? Rode, zwarte en witte vierkanten of stippen? Een soort zebra met rode, zwarte en witte strepen?

De Nederrijn

We hebben geleerd dat de Rijn bij Lobith ons land binnenkomt. Puristen beweren dat het eigenlijk bij Spijk of Tolkamer is. Hij splitst zich al snel in de Waal, Nederrijn (die overgaat in de Lek) en IJssel
De Nederrijn bij Lienden is ons doel vandaag. Na ruim 40 kilometer staan we op de veerstoep.




Het pontje dat we vandaag op het oog hebben, is vlakbij twee andere overzetveren: die van Wageningen naar Randwijk en die van Opheusden naar Wageningen. Je zou zeggen: ‘Waarom doe je die niet alle drie tegelijk?’ Antwoord: ‘Omdat we de eerste twee al in 2009 hebben gedaan; het pontje van vandaag stamt uit 2013.’
‘Ja, dit is de laatste dag (van dit seizoen),’ hoor ik de veerbaas tegen andere passagiers zeggen. Dat klopt. Daar had ik hem op uitgezocht: eind april 2015 begint de dienst weer.

Hoe risicovol was deze tocht?

Van bedreigingen zijn we ons niet bewust geweest vandaag. Op de Nederlandse dijken rijden nogal wat slierten motorrijders, maar daar hebben we vandaag weinig last van gehad. We hebben in een landelijke omgeving gefietst met veel afwisseling.
Maar het kan ook anders. ’s Avonds tijdens het nieuws hoor ik over het ongeluk in Haaksbergen tijdens een motortruck-evenement waar drie doden zijn gevallen.


Eén pontje gedaan, nog 48 te gaan.

28 september 2014

vrijdag 29 augustus 2014

Drenthe: Op de grens van het zand en het veen

Tot een paar jaar geleden waren er geen pontjes in Drenthe en ineens zijn er vier. Aanleiding voor ons om daar eens poolshoogte te nemen.
Onwillekeurig denk je bij deze provincie aan heide, veen, schapen, brinken en dorpen. Dit weekend gaan wij controleren of dit beeld nog klopt.

Zwolle als startpunt

Niet alleen in Drenthe zijn er nieuwe pontjes. Ook in Overijssel zijn er vijf bijgekomen. We nemen daarom dit weekend het zelfbedieningskabelveerpont in de stad mee. Goed verscholen tussen bomen, struikgewas en braamstruiken ligt het pontje op ons te wachten. Meestal glijdt zo’n voertuig soepel naar je toe, maar deze rust op een paar tonnen en schommelt bij elke ruk aan het touw. ‘Voel jij je ook duizelig?’ vraagt Josephine. Inderdaad, het lijkt of we een zeereis achter de rug hebben, als we weer aan de wal staan.
In het Doepark Nooterhof aan de Goertjesweg over de Zandwetering

Het Reestdal

We fietsen naar het noorden. De rivier De Reest stroomt op de grens van Overijssel en Drenthe. Daar moet ergens het volgende pontje liggen. Google Maps geeft aan dat het rechts van de A 32 moet liggen. Bij het informatiebord van het Reestdal worden we niet veel wijzer. Het pontje staat er niet op. Zouden we dit zandpad af moeten? Jongelui komen zwabberend over het zandpad aan fietsen. Blijkbaar is het te fietsen. We stappen op. De sporen van de fietsers voor ons geven precies aan waar het zand mul is. We slalommen om deze plekken heen en komen zonder te vallen bij het voetpad naar de veerstoep.

Het zandpad De Reestouwe
Parallel aan de A32 trekken wij onszelf naar de overkant van De Reest

Buitenherberg Ter Linde

We willen het zandpad mijden en rijden de andere kant op om vervolgens weer op het beginpunt uit te komen.
Het vriendelijke gespetter is inmiddels overgegaan in pijpenstelen. Langs de Hoogeveensche Vaart rijden we naar Zuidwolde waar we een hotel hebben geboekt. Af ten toe rusten we wat uit en eten een boterham, die we met de hand moeten bedekken om hem droog te houden. Na 75 kilometer – vanaf Zwolle – komen we aan als twee verzopen katten. Er is een bruiloft aan de gang. De bruiloftsgasten kijken verbijsterd naar ons. Gerard, die met de auto is gekomen, heeft medelijden met ons.
Op de kamer spreiden we de natte spullen uit in de hoop dat ze morgen weer droog zijn. Van de geprinte beschrijvingen van de pontjes is niet veel meer over. M’n onderbroek is oranje gekleurd door het oranje ‘zeemleren’ kruis in mijn fietsbroek.


Elim

Goed gemutst, ondanks de hier en daar nog klamme kleding, gaan we op weg naar Klazienaveen voor het derde pontje. We merken dat we niet echt opschieten. Door de turfafgravingen zijn er veel langwerpige velden, waar we omheen moeten rijden. We kunnen niet doorsteken. In het plaatsje Elim vinden we de eerste horecagelegenheid.
De naam Elim komt uit het Oude Testament: de oase waar de Israëlieten verbleven na hun tocht door de Rode Zee. Het voelt voor ons een beetje als een oase. Het is nog droog en we zitten in de zon. Het café blijkt de stempelpost van de fietsclub De Peddelaars te zijn. Twee mannen in rood/gele fietskledij zitten aan de stamtafel en ik vraag af ze al gestempeld hebben. Nee, dat hebben ze nog niet. Aan hun gemoedelijke buikjes te zien, zijn ze niet zo fanatiek.

Toerboekje

In de jaren zeventig was ik lid van een fietsclub. Elke zaterdag reden we zo’n 100 kilometer in groepsverband. In de vrije weekenden kon je langs stempelplaatsen (horecagelegenheden) rijden en zo aantonen hoeveel kilometer je had gefietst. Aan het einde van het jaar moest je het toerboekje inleveren en op het eindejaarsfeest werd bekend gemaakt wie de meeste kilometers dat jaar had gereden. Voor sommige leden was dit heel belangrijk.
Op zo’n vrij weekend reden ze in alle vroegte langs de stempelposten om later op de dag in gewone kleren op het terras te kunnen zitten. Naaste concurrenten dachten dan dat hij dat weekend niet reed en rekenden zich rijk.
Ik vertel dit verhaal aan de twee mannen. Nee, zo fanatiek waren zij niet.

Even later staat een van de twee met een beïnkte stempel aan onze tafel met de vraag waar hij de stempel moet zetten. Ik heb al jaren geen toerboekje meer. We laten hem op onze fietskaart stempelen.

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald

Josephine kijkt op de kaart en vervolgens naar de donkere wolken. ‘Ik denk dat Klazienaveen voor vandaag te ver is. Laten we met een boog terugrijden en het pontje doen dat we gisteren vanwege de regen hebben overgeslagen. Te meer daar we voortdurend om moeten rijden omdat er geen dwarswegen zijn.’ Dat lijkt me een goed plan.
Hoe zullen we verder gaan?

Hebben we tot op heden veel weilanden gezien, nu rijden we over smalle paadjes in kleine bospercelen. Het gaat weer regenen. Via Zuideropgaande, Nieuw Moscou, Kerkenveld, Alteveer en Linde komen we bij het plaatsje Fort. Fort betekent een doorwaadbare plaats. Dat is altijd een goede aanwijzing dat het pontje niet ver weg kan zijn.





Vanaf de Brink rijden we richting Bloemberg en ineens zien we het bordje ‘Wandelroute -> naar het pontje’. Het graspad ziet er berijdbaar uit. En... hoera, het is weer droog.


Het pontje over de Reestvervangende leiding.



Aan weerszijden zit een schapenkop. Aan de ene kant een ram en aan de andere een ooi.


Beilerdingspilroute

In de middeleeuwen waren de boerschappen verenigd in grotere bestuurseenheden: de dingspelen. De oudste kerkelijke eenheden (parochies) die later werden gesplitst in meerdere kerspelen. Beilen is zo’n kerspeldorp, dat wil zeggen een dorp waar als vanouds de kerk stond.
Daar gaan we vandaag op de trein stappen naar huis. Maar eerst nog een mooie tocht over het Echternerveld en de Dwingeloosche Heide. We verlaten het beekdallandschap met weidelanden en veenafgravingen met kanalen en vaarten en komen zo op de hogere zandgronden. In Echten zien we voor het eerst een ouderwetse plaggenhut.



Een plaggenhut in Echten.


Josephine vertelt over haar grootvader, die in Drenthe de pacht moest innen. Op de fiets reed hij van plaggenhut naar plaggenhut. Op een gegeven moment hoort hij achter zich roepen: ‘Hé, u reed over ons huis heen!’ Toen hij omkeek, zag hij dat de hut zo laag was, dat hij hem helemaal niet gezien had.

Dwingeloosche heide

Het hele weekend zijn we geen vrijetijdsfietsers tegengekomen. Op de heide moeten we ineens file rijden. Dat is snel afgelopen als er ineens een bui losbarst. We schuilen in een hut.


Het hele gebied is bezaaid met een honderdtal kleine en grote vennen.


Vreemd genoeg staat het Oranjekanaal niet op de fietsknooppuntkaarten. We schatten dat het ergens boven Beilen moet liggen. In Hijken vragen we het even. ‘Deze weg in en voor de Holle Brug rechtsaf. Maar ik weet niet of hij er ligt.’ Bij doorvragen bleek ze te bedoelen dat ze niet wist of hij aan deze of gene zijde van het kanaal lag. Bij aankomst blijkt hij aan gene zijde te liggen. 
Drie van de vier pontjes van dit weekend lagen aan gene zijde.
Ik maak wat foto’s voor de website van de Vrienden van de voetveren. Het pontje is zo nieuw dat er nog geen foto is ingestuurd.

Een prachtig achtkantig hekwerk rond de pont.

Wat is mij bijgebleven van Drenthe? Veel paarden en koeien, mooie vergezichten, lange rechte wegen, klinkerwegen en zandpaden, berken en eiken, weinig brinken, nauwelijks schapen. En het was vooral nat en koud (maximaal 17 graden). Maar toch hebben we 184 kilometer afgelegd.

Vier pontje gedaan, nog 49 te gaan.

22, 23 en 24 augustus 2014

maandag 4 augustus 2014

Het gaat goed met de pontjes

‘Hallo Bettie, klopt het dat ik je zojuist op televisie hebt gezien?’ Ik herken de stem van een lid van de golfclub.
Ik moet even nadenken. ‘Ging het over pontjes?’ ‘Ja.’
De spreker aan de andere kant van de lijn vertelt dat hij het filmpje op Nostalgienet had gezien.
Hij zal wel doelen op de opname van TV-West een paar jaar geleden. Regelmatig merken vrienden of kennissen op dat ze me gezien hebben op een regionale zender.
Josephine en ik zijn niet slim geweest; we hadden een percentage moeten vragen elke keer als hij werd uitgezonden.

Klik in de rechterkolom op het driehoekje in de foto 'Geen pontje wordt gemist' om het filmpje te zien.

De Zaanboot

Vandaag gaan we op pad zonder filmploeg. Achter Amsterdam CS varen de ponten naar de overkant af en aan, maar wij zijn op zoek naar de Zaanboot. We zitten op steiger 14 te wachten, terwijl deze langzaam vol loopt. Hadden we moeten reserveren? We blijven rustig zitten. Om half twaalf komt het IJveer XI aan. Helemaal volgeladen en het duurt enige tijd voordat iedereen er af is. Wij blijven zitten als doorgewinterde pontjesvaarders. Hij vaart toch niet weg voordat iedereen aan boord is.

IJveer XI op het IJ
Links en rechts de bedrijvigheid van de havens. Gelukkig geen gids die zegt wat we links en rechts behoren te zien. Alleen het gezellige gepruttel van de dieselmotor horen we.



In Zaandam moeten we met de fiets in een gootje een steile trap op om op de weg te komen. We halen het net. Met de geur van cacao in onze neus fietsen we langs de Zaan. We rijden het veenplassengebied Het Twiske in. Een afwisselend landschap met langgerekte weilanden en bosjes. Het water is nooit ver weg. Via het Ilperveld rijden we Amsterdam-Noord binnen om de pontjes in het Schellingerwouderpark te zoeken. Maar eerst een ijsje…

Op he toilet in de ijszaak hangt een poster


De logica tussen de twee boodschappen ontgaat mij.

Zoeken, zoeken en nog eens zoeken

De aanwijzingen waar de pontjes liggen, waren niet zo duidelijk, maar we hebben een Nederlandse mond en vragen staat vrij. Normaal gesproken zijn er niet veel pontjes in buurt waar wij zoeken. De aangesprokenen antwoorden in onvervalst Amsterdam dat ze hier niet bekend zijn, maar dat die pontjes daar ergens moeten liggen. Meestal bedoelen ze de vele veren achter het centraal station van Amsterdam. Nadat we het hele park doorkruist hebben, geven we het op. Het wordt al laat.

's Avonds in het journaal

Veerpontjes. Je zou denken dat ze langzaam verdwijnen, maar niets is minder waar. Want in drie jaar zijn er bijna 30 fiets- en voetveren bijgekomen. Dus deze conclusie kun je trekken. Gerdo Goudriaan van de Vrienden van de Voetveren:

‘Het gaat goed met de pontjes! Ja, we zitten nu op 300 pontjes en we zijn van een dieptepunt gekomen: van 215 pontjes zo rond 1980. Dus er is een enorme stijgende lijn in te zien. Dat heeft alles te maken met de toenemende recreatie, maar ook het bewustzijn dat we een waterrijk land zijn. En dat daar pontjes bij horen. Behalve dat het nuttig is; het is gewoon lekker op het water. Het is heerlijk en je geeft je even over.’
Het gaat vooral om pontjes in toeristische gebieden, bijvoorbeeld over het Reitdiep in de kop van Groningen. Daar werd in nieuw pontje in gebruik genomen met 60 vrijwilligers als bemanning. (Een instructie voor het varen volgt voor de vrijwilligers). Volgend jaar komt hij in de vaart.

De trouwe lezer begrijpt dat wij door de voortdurende toename van pontjes nog vele jaren bezig zullen zijn.

Eén pontje gedaan, nog 53, of eigenlijk 83 te gaan.

donderdag 22 mei 2014

Verbindingen


 Buiten de verbinding tussen twee oevers, die door een pontje overbrugd worden, zijn er ook nog sociale verbindingen. Vandaag gaan we die twee samenbrengen.

Op de reünie van scouting had ik Tonny de Graaf weer ontmoet waarmee ik in 1975 de fietsvierdaagse van Borculo had gedaan. We haalden herinneringen op.

Fietsvierdaagse van Borculo in 1975

De achterbank had ik uit mijn lelijke eend gehaald en onze fietsen lagen oncomfortabel boven op elkaar achter ons. Tonny haar moeder had nog zorgzaam wat kussentjes ertussen gestopt, zodat we bij een noodstop niet ineens de fietssturen in ons nek hadden. Wij op weg.
Plotseling kruiste een spoor de provinciale weg en de alarmbellen rinkelden en het rode licht knipperde. Ik stopte en we verbaasden ons erover dat we geen spoorbomen zagen. ‘Hoor jij dat ook?’ Heel zachtjes hoorden we ‘boem, boem, boem’ in een mooie cadans. Ineens ging ons een licht op. We stapten uit. En ja hoor, we stonden onder de spoorbomen die op het linnen dakje bonsden.

Tonny woont weer in Groningen, haar geboortestad. Ze nodigde ons uit om het pontje bij Noordlaren te doen samen met haar. Nu combineren we wel vaker pontjestochten met bezoeken aan mensen die we kennen. Oud-collega Arina Vermaas in Winterswijk, Inge van ’t Spijker in Maastricht en Gea Boschma in Haarlem waren haar voorgegaan.

Intercity naar Groningen

Tot mijn verbazing bestond de intercity maar uit één treinstel. En dus maar één fietsbalkon. Op dit balkon stonden al acht fietsen met hun baasjes. Ik kon niet anders dan instappen en me niet meer verroeren. Even controleren. Wie moet er waar uit. Twee jongens bij Hollands spoor. Mooi, dan kan Josephine er weer bij. Een man en een vrouw bij Leiden. Een ouder echtpaar in Amsterdam. Twee dames reden ook mee naar Groningen.




Als haringen in een ton

Tussen de fietsen door zaten nog een paar lopers voor de marathon van Leiden. Pas na Amsterdam waren we met z’n vieren over en konden we een zitplaats gaan zoeken.

Groningen

Op het perron stond Tonny ons al op te wachten. We rijden gezwind de stad uit en komen al snel in het prachtige natuurgebied Meerwijck. Deze oude veenafgraving vormt een onderdeel van de ecologische verbinding tussen de Drentse A, het Hunzedal en Westerbroek. Het bestaat uit moerasbos van elzen en ruigtekruiden. Enkele oude dichtgegroeide petgaten zijn opnieuw uitgegraven om moerasplanten een kans te geven. Veel watervogels en Schotse Hooglanders. Een marter schiet de berm in. We slalommen om de harige rupsen (van de Grote beervlinder?) heen die in een rap tempo over het fietspad lopen.

Hoeveel mensen passen er op een veerpont?


‘Let op! Max. 10 personen op de pont’ waarschuwt een bordje op de zelfbedieningskettingveerpont. Daar trekt niemand zich iets van aan. En wie toevallig bij het draaiwiel staat, is aan de beurt om te draaien. De achterste sluit de ketting. In een vloek en een zucht zijn we aan de overkant.
‘We kunnen hier koffie drinken of even verderop,’ kondigt Tonny aan. Nog maar even doorfietsen, want we kennen onszelf. Als we eenmaal zitten, zijn we moeilijk weer in beweging te krijgen. In de tuin van Herberg De Blankehoeve halen we herinneringen op aan de fietsvierdaagse.


Hoe zat het ook al weer?


‘Hoeveel fietsten we op een dag?’ ‘Honderd kilometer.’ ‘En dat op een gewone fiets!’

‘Herinner je nog die jongen, Bart, die achter mij aanzat?’ ‘Ja, nu je het zegt: een leuke knul met krullen.’ ‘Precies, ik heb nog een tijdje met hem gecorrespondeerd. Het was trouwens de eerste jongen die achter me aan zat. Ik vond het wel spannend. Maar ik had jou als chaperonne bij me. Er kon me dus niets gebeuren.’

‘Wat moet ik er trouwens van denken dat een van je zonen Bart heet?’ ‘Dat heeft daar niets mee te maken; ik heb het altijd een mooie naam gevonden. En toevallig heet mijn zwager Bart; zo was het vernoemen ook gelijk geregeld.’

‘Kookten we eigenlijk zelf?’ ‘Ja, we hadden een camping-gazstelletje bij ons. De tent hadden we van de scoutgroep Satoko Kitahara geleend.’

‘Ik weet er eigenlijk niks meer van. Wel, dat zo mijn liefde voor het fietsen is ontstaan.’

Haren


1975
2014

Via de prachtige villawijk van Haren fietsen we terug naar het station. Ik wil nog wel graag een foto van toen herhalen. We rijden wat heen en weer om een soortgelijke achtergrond te vinden. Een brede deur met een boog. Een mevrouw biedt uitkomst: ‘Als je hier terugrijdt, linksaf slaat en daarna rechtsaf, vind je zo’n deur. De bewoners zijn niet thuis. Bij het huis aangekomen, zien we verschillende auto’s staan. Maar we wagen het erop en Josephine maakt de foto.

Groningen Europa in

We rijden langs Euroborg, het stadion van FC Groningen, waar vanavond de play off voor de Europa League wordt gespeeld. Hoe dichter we het station naderen, hoe meer in groen wit geklede mannen ons tegemoet rijden.
Later schrijft Tonny: ‘Ik vond het een zeer geslaagde dag! En 's avonds allemaal blije familieleden in verband met de overwinning van FC Groningen!
Ze gaan nu "Europa in" en Bart mag met de buurman mee naar de eerste uitwedstrijd.... dat stond al een jaar of zeven op het programma; maar ze redden het steeds niet... tot nu!’

Maar… een pontje gedaan, nog 54 te gaan.

18 mei 2014