Op Schouwen-Duiveland rijden geen treinen. De auto is dus het aangewezen
vervoermiddel. We spreken af op een parkeerplaats in Zierikzee. Ik heb geen
fietsdrager. De drie achterstoelen moeten er dus uit. De avond tevoren doe ik
dat al. Het kliksysteem is eenvoudig, maar de stoelen zijn zwaar.
Mijn gedachten gaan terug naar de jaren zeventig dat ik nog een lelijke eend
had. Een toerclub in Roosendaal had een tocht uitgezet van 150 kilometer en de
start was om acht uur. De avond tevoren haalde ik de achterbank eruit en legde
mijn fiets erin. De achterbank woog niks en zat vast met een pennetje. Om kwart
voor acht was ik in Roosendaal en haal mijn fiets uit de eend en wil hem naar
de start rijden. Maar… de fiets staat op slot en het sleuteltje heb ik niet bij
me. Tja, zegt een van de medefietsers, ‘Ik heb wel een betonschaar.’
‘Doe maar’.
Mijn redder loopt naar zijn bestelbus. De andere renners stappen op.
Een ferme knip en het slot is door. De betonschaar weer in de bus.
Renners van de organiserende toerclub zijn loyaal bij ons gebleven. In een waaier tijdend en af en toe van kop wisselend halen we de anderen bij. Ik zie dat we af en toe 35 kilometer per uur rijden.
Dit was de eerste en de laatste keer dat ik zo hard heb gereden en zoveel.
‘Doe maar’.
Mijn redder loopt naar zijn bestelbus. De andere renners stappen op.
Een ferme knip en het slot is door. De betonschaar weer in de bus.
Renners van de organiserende toerclub zijn loyaal bij ons gebleven. In een waaier tijdend en af en toe van kop wisselend halen we de anderen bij. Ik zie dat we af en toe 35 kilometer per uur rijden.
Dit was de eerste en de laatste keer dat ik zo hard heb gereden en zoveel.
Op woensdag heb ik al de reservesleutel van de fiets in het handschoenenvak
gelegd. De kans dat Josephine een betonschaar bij zich heeft, acht ik klein.
Op de parkeerplaats ‘s Heer Lauwendorp aan de rand van Zierikzee ontmoeten
we elkaar.
Dreischor
Hemelsbreed ligt het beoogde pontje 3 kilometer van Zierikzee vandaan. We
maken eerst een ommetje. We fietsen over kreekruggen met het bloeiende
fluitenkruid links en rechts naar Dreischor, een zogenaamd ringdorp. In het
centrum liggen aan de ringvormige straat de kerk, winkels en woonhuizen.
Boerderijen liggen in een lint langs de wegen die naar de ring voeren.
Foto: Gerard Op het Veld |
Schuddebeurs
Chique villa’s en buitenplaatsen tussen het lommer wijzen erop dat we in
Schuddebeurs zijn gearriveerd. De plaatsnaam geeft aan dat de beurs van de
rijken werd leeggeschud om de inpoldering te betalen.
Beneden aan de Schouwsedijk ligt het pontje.
Beneden aan de Schouwsedijk ligt het pontje.
Aan de overkant worden we opgewacht door Brutus, die even later na het
uitgebreid besnuffelen van mijn fietstas er tegen aan plast. De Poolse
eigenaresse is druk aan het bellen en merkt niets.
In Zierikzee teruggekeerd, rijden we door de stadspoorten, langs oude gevels
en monumenten terug naar de parkeerplaats
Een gedaan. Nog 46 pontjes te gaan.
23 april 2017.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten