“Wist
je dat ieder mens gemiddeld bijna twee jaar van zijn leven besteedt aan
wachten?’
“Wat? Zo lang?’ Sanne liet zich niet uit het veld slaan.‘En dat is niet eens het ergste aan wachten. Het ergste is dat je tijdens het wachten nooit precies weet hoe lang het wachten nog duurt. Wachten zou minder erg zijn als je het zou kunnen plannen.’
Fragment
uit ‘Tilt’ van Michiel Stroink
Hoe profetisch zouden die woorden blijken.
Wieringerwaard
Na het moddergevecht van de vorige keer had ik een pontje
uitgezocht waarvan ik zeker wist dat beide veerstoepen geasfalteerd waren.
De kabelmotorveerpont over het Noordhollands Kanaal van Anna
Paulowna naar Julianadorp voldoet aan dat criterium. Vanuit Schagen rijden we
door de Wieringerwaard naar Anna Paulowna. De straffe bries hebben we
afwisselend voor en van opzij. Soms tegen.
Een bankje
De Molenvaart bij Anna
Paulowna
Is dit geen ideale plek voor een boterham? Of zou dit een privébankje zijn? We wagen het erop en installeren ons. Tussen de twee stoelen is een tafeltje geïnstalleerd. Ideaal voor een boterham met soep. De vrouw des huizes komt naar buiten. Onder de uitroep ‘Zitten jullie lekker? loopt ze het dorp in.
Met de zelfontspanner maak ik wat foto’s.
Deze actie lokt de echtgenoot naar buiten. Hij vertelt dat hij de steiger zelf heeft gebouwd van afvalhout. Van een buurman heeft hij het bankje gekregen.
We antwoorden dat we met ons thermisch ondergoed nergens last van hebben.
‘Vinden jullie het niet koud? Hier waait het altijd.’
Lunchpauze
Na 200 meter rijden we ineens tegen het pontje aan, maar… de
pontjesbaas luncht van half een tot een uur. En het is 2 minuten over half een.
We gaan in het wachthokje zitten, uit de wind, in de zon.
De overkant is binnen een minuut bereikt.
Gaan we naar Julianadorp, naar Anna Paulowna naar het
station of naar Den Helder?
We hebben pas 22 kilometer gereden. Conclusie: We gaan naar Den Helder.
Den Helder blijkt een grote bouwput te zijn en we besluiten maar gauw weer naar huis te gaan. We kijken op onze telefoon wanneer de volgende trein gaat. 'Hé, die gaat pas om 17:04 uur en het is nu tien voor twee.' Op het perron wordt het ons duidelijk.
De omroeper: 'Er rijden geen treinen tussen Anna Paulowna en
Schagen wegens een ongeval. Er worden bussen ingezet. Het spoor zal omstreeks
vijf uur weer vrij zijn.We hebben pas 22 kilometer gereden. Conclusie: We gaan naar Den Helder.
Den Helder blijkt een grote bouwput te zijn en we besluiten maar gauw weer naar huis te gaan. We kijken op onze telefoon wanneer de volgende trein gaat. 'Hé, die gaat pas om 17:04 uur en het is nu tien voor twee.' Op het perron wordt het ons duidelijk.
Auto gegrepen door trein in Oudesluis
Wachten
We gaan op zoek naar een pannenkoek. Altijd een troostrijke bezigheid: pannenkoeken eten. Ik vraag aan een puber bij de bushalte waar we een pannenkoek kunnen eten. Ze rolt met haar ogen bij het idee
al dat ik dat uitgerekend aan haar vraag. Later zegt Josephine: ‘Ja, dat is
natuurlijk helemaal niet cool.’
Je vent lastig?!!
De horeca ziet er troosteloos uit tot we Diverzo ontdekken. Het blijkt een
echtgenotencrèche te zijn. Terwijl zij
in de belendende winkel kleding past, zorgt het horecapersoneel gratis voor hem. Zij hoeft alleen de consumpties af te rekenen.
Op de kaart staat alleen een pannenkoek onder het opschrift ‘Kids’. Wij vragen of die ook voor volwassenen geldt. ‘We maken er gewoon een grotemensenpannenkoek van,’ luidt het antwoord.
Op de kaart staat alleen een pannenkoek onder het opschrift ‘Kids’. Wij vragen of die ook voor volwassenen geldt. ‘We maken er gewoon een grotemensenpannenkoek van,’ luidt het antwoord.
We controleren nog een keer de Reisplanner in de hoop dat de treinen eerder dan 5 uur gaan rijden. Tot onze schrik zien we dat het is opgeschoven naar 21:00 uur. Wat nu?
De bus
We exploreren alle mogelijkheden. Maar al het treinverkeer,
of het nu naar Lelystad, Nijmegen of Maastricht is, loopt via Anna Paulowna. Er
rijden wel bussen, maar die nemen geen fietsen mee. We vermannen ons en nemen
de trein. Vanaf daar zullen/moeten we gaan fietsen naar Schagen.
In Anna Paulowna aangekomen, zien we dat de ingezette bussen, luxe reisbussen zijn. De bagage wordt onderin gestopt. We doen net of we gek zijn en sluiten bij de rij aan. De buschauffeur probeert onze fietsen erin te krijgen. Dat lukt niet. De chauffeur van de volgende gereed staande bus staat te lachen bij het aanschouwen van zijn pogingen. ‘Lach maar, je krijgt deze twee dames van mij, want ik ben vol.’
We lopen met de fiets aan de hand naar de volgende bus. Met wat heen en weer gemanoeuvreer liggen onze fietsen in het luik. We verwachten dat we een half uurtje moeten wachten op de volgende trein uit Den Helder. Maar hij rijdt meteen met ons tweeën weg. Vanuit onze hoge, comfortabele positie bekijken we het Noordhollandse landschap, dat we vanochtend met de fiets doorkruist hebben.
In Anna Paulowna aangekomen, zien we dat de ingezette bussen, luxe reisbussen zijn. De bagage wordt onderin gestopt. We doen net of we gek zijn en sluiten bij de rij aan. De buschauffeur probeert onze fietsen erin te krijgen. Dat lukt niet. De chauffeur van de volgende gereed staande bus staat te lachen bij het aanschouwen van zijn pogingen. ‘Lach maar, je krijgt deze twee dames van mij, want ik ben vol.’
We lopen met de fiets aan de hand naar de volgende bus. Met wat heen en weer gemanoeuvreer liggen onze fietsen in het luik. We verwachten dat we een half uurtje moeten wachten op de volgende trein uit Den Helder. Maar hij rijdt meteen met ons tweeën weg. Vanuit onze hoge, comfortabele positie bekijken we het Noordhollandse landschap, dat we vanochtend met de fiets doorkruist hebben.
Als we een tijdje op weg zijn, zie ik een bord met ‘Den
Helder 24’. Ik kijk Josephine aan: ‘Hadden we dit schuin tegen de wind in
moeten fietsen zo laat in de middag?’ Ze knikt.
In Schagen staat de trein al klaar en hij rijdt meteen weg als we ons geïnstalleerd hebben.
Bij Zaandam kan ik overstappen – met een wachttijd van 25 minuten – op de sprinter naar Capelle.
Om 19:16 uur ‘wapt’ Josephine: ‘Verder geen tegenslag.’
Ik schrijf terug: ‘Mooi, ik ben bij Breukelen.’
In Schagen staat de trein al klaar en hij rijdt meteen weg als we ons geïnstalleerd hebben.
Bij Zaandam kan ik overstappen – met een wachttijd van 25 minuten – op de sprinter naar Capelle.
Om 19:16 uur ‘wapt’ Josephine: ‘Verder geen tegenslag.’
Ik schrijf terug: ‘Mooi, ik ben bij Breukelen.’
M’n boek Tilt heb ik bijna uit (bladzijde 184 van de 207) als de sprinter in Capelle arriveert. Na een rit door het donkere Schollebos, ben ik om kwart over acht thuis waar de gestoofde groenten met kip bijna klaar is.
Voor een pontjestocht van 12 seconden ben ik 12 uur en drie kwartier onderweg geweest.
Vinden jullie dit nu leuk?
Naar aanleiding van de vorige tocht door de modder, merkte
een van de lezers op. ‘Vinden jullie dit nu leuk? Ik heb helemaal geen
aanvechting om dit ook te gaan doen.’
Het antwoord is: ‘Ja, wij vinden dit leuk, omdat het altijd anders is. Je komt op onvermoede plaatsen, diversiteit in de Nederlandse landschappen, het weer is nooit hetzelfde, je ontmoet heel diverse mensen en het is uitdagend om een doel te hebben en dit – in etappes – te verwezenlijken. Bovendien verliezen we nooit ons humeur. We accepteren de dingen, zoals ze zijn.’
Het antwoord is: ‘Ja, wij vinden dit leuk, omdat het altijd anders is. Je komt op onvermoede plaatsen, diversiteit in de Nederlandse landschappen, het weer is nooit hetzelfde, je ontmoet heel diverse mensen en het is uitdagend om een doel te hebben en dit – in etappes – te verwezenlijken. Bovendien verliezen we nooit ons humeur. We accepteren de dingen, zoals ze zijn.’
Eén pontje gedaan, nog 58 te gaan.
22 februari 2014
4 opmerkingen:
Dacht ik net: wat hebben ze fijn weer, krijg je pech met de NS.
58 pontjes nog, wat moet dat straks als ze op zijn?
Hermine
Hoipipeloi,
Je pontje verhaal heb ik met veel plezier gelezen en er kwamen weer veel herinneringen naar boven
alleen maar plezierige.
groeten ook aan Gerard
Corrie
Dacht ik net dat jullie bij een boer zouden moeten overnachten, ontmoeten jullie weer een leuke buschauffeur die het probleem voor jullie oplost. Weer een heel leuk avontuur. Eigenlijk komt de titel: "Pontjesavonturen" beter tot zijn recht.
Nel
Ik zag de reis helemaal voor me, mooi beeldend beschreven hoor, sportieve meiden in elk opzicht!
Nelly
Een reactie posten