Logeren was voor mij het betreden van een
andere wereld. Het vaakst was ik bij mijn peettante en peetoom in Weert: Tante
Betty en Oom Piet. Zij waren eind jaren dertig vertrokken vanuit Rotterdam,
omdat er geen werk meer was bij de Oranje-Boombrouwerij. De Wertha-brouwerij
had nog wel plaats voor een kuiper. Iemand die vaten of tonnen maakt.
Bij ons thuis werden een maal per week
boodschappen gedaan. Je kinderfiets met fietstassen was dan zo zwaar beladen
dat je goed voorover op je stuur moest leunen. Anders ging je fiets steigeren. Tante
Betty echter ging elke dag met een rieten mandje op pad: langs de bakker en de
groenteboer. Mijn tante sprak geen Limburgs, maar de middenstanders deden dat
natuurlijk wel. Maar wel aangepast, zodat wij het ook konden verstaan. De
bakkersvrouw was altijd ‘zo meug’. Ik genoot van de lokale verhalen.
Tante Betty en Oom Piet met mij |
Toen de houten vaten in
onbruik raakten, werd mijn oom bijrijder op de vrachtwagen, die de kroegen
bevoorraadden. Als hij in de buurt was, kwam hij me ophalen. Gauw werden er wat
kleren in een koffer gepropt. En daar gingen we dan. Bij elk café kreeg ik een
glas limonade en de mannen een glas bier. Met een klotsende buik arriveerden we
later op de dag in Weert.
Vandaag gaan we
op pad naar een andere Ome Piet. Die over de Ringvaart Haarlemmermeer mensen
overzet naar het Amsterdamse Bos.
De fietstocht
naar station Nieuwerkerk verliep droog met weinig wind. In Breukelen stapten
een paar Feijenoordsupporters de sprinter binnen en de regen arriveerde. Van
station Duivendrecht naar het Amsterdamse Bos moet niet moeilijk zijn, maar
toch slaagden we erin er anderhalf uur over te doen. De kaart was niet
gedetailleerd genoeg. Het leek wel een intervaltraining: voortdurend stoppen om
ons te oriënteren.
Oranje resten
In Waver, een
buurtschap aan het zuidpuntje van de polder de Ronde Hoep, zien we de restanten
van Koningsdag. Oranje slierten in de goot, werkloze bierpompen op een rij,
ingepakte kermisattracties en een etalage met oranje attributen.
Pannekoekenboerderij Meerzicht
Ineens waren we
in het Amsterdamse bos. Het frisse voorjaarsgroen licht door de regen nog
feller op. We kwamen dus van de ‘verkeerde’ kant. ‘Zullen we dan maar eerst een
pannenkoek eten?’
In 2006 hadden we hier al het wonder aanschouwd van een voortdurende ronddraaiende ring met koekenpannen. Zeer efficiënt.
In 2006 hadden we hier al het wonder aanschouwd van een voortdurende ronddraaiende ring met koekenpannen. Zeer efficiënt.
Bij de
pannenkoekenboerderij stond al een bord: ’60 meter: het veer van Ome Piet’.
‘Slechts 1 maal
bellen,’ luidde de instructie. Als brave meisjes hielden we ons hieraan. Bij
het pontje aan de overkant staat een aantal mannen gezellig te kouten. We
worden niet opgemerkt. Het regent nog steeds en we willen naar huis. ‘Wilt u
overvaren?’ klinkt het opeens van de overkant. We knikken.
Binnen een minuut
zijn we aan de overkant. Ome Piet zijn mond staat niet stil en we krijgen
aanwijzingen voor het dichtstbijzijnde station: Amsterdam Halfweg. De naamloze
oom aan het roer zwijgt slechts.
Station Amsterdam Sloterdijk
Dat trekt ons
niet aan en we rijden richting Sloterdijk. Het is nog een behoorlijke afstand
en als we in de verte het logo van Reed Elsevier zien opdoemen, weten we dat
het niet meer ver kan zijn. Ik ben nog nooit zo blij geweest bij het naderen
van dit gebouw.
Hoofdkwartier van Reed Elsevier |
Voor het station
vraag ik een man om ons als verzopen katten te fotograferen. ‘Ik ga niet
lachen, hoor,’ roept Josephine hem toe.
Door de 5 minuten
vertraging haal ik de sprinter van 14:36. Het is druk. Drie jongemannen zitten
op de gereserveerde plaats voor fietsen. Ik wijs de jongens op het bord
Voorrang met de afbeelding van een fiets. Met een ‘kanker’ staat de ene jongen
op, gevolgd door de anderen. Als ze staan, zie ik op hun jasjes AFC Ajax staan.
Gelukkig niet uit vak 410, neem ik aan.
Bij Amsterdam
Centraal stroomt de trein leeg en kan ik een zitplaats vinden. Ik check nog
even de verregende foto’s van vandaag. Bij thuiskomst blijk ik de camera te
hebben laten liggen. Online een formulier ingevuld en nu maar afwachten. En dus
geen eigen foto’s bij deze blog.
Weersachterafspelling
’s Avonds weten
de weermannen altijd goed het weer te voorspellen van de voorbije dag. Zaterdagavond
was de voorspelling: ’s ochtends regen in het westen, ’s middags in het oosten.
We zouden om half elf vertrekken van station Duivendrecht. Een uurtje regen
kunnen we wel hebben, maar de hele dag, daar houden we niet zo van. Zeker niet
als ons een droge middag is beloofd.
Maar… een pontje gedaan, nog 55 te gaan.
27 april 2014
2 opmerkingen:
Ha Bettie,
Weer genoten van je pontjesverhaal, in de stromende regen nog wel!. Leuk je verhaal over vroeger van tante Betty en oom Piet.
Zulke herinneringen krijgen steeds meer waarde naarmate wij iets ouder worden.
Bedankt en tot ziens op de golfbaan.
Groetjes Ria.
Mooi verhaal, mooie omgeving om te fietsen die Ronde Hoep. Jammer van de regen!
Hermine
Een reactie posten