zondag 18 augustus 2019

Drie maal diep

De waters die we dit weekend in Groningen gaan oversteken hebben allemaal het achtervoegsel ‘diep’: het Reitdiep, het Boterdiep en het Wolddiep. Volgens Wikipedia is een diep een ontwateringskanaal in veengebieden.Onze uitvalsbasis is Hotel Wad Oars in Anjum in Friesland. We zetten beide fietsen op één auto en koersen naar Winsum. Fietsen eraf en het eerste knooppunt zoeken. Tot op onze verbazing rijden we omlaag en weer omhoog. Winsum ligt zeker op een wierde (een kunstmatige heuvel om bij hoog water droog te blijven).

Het Boterdiep

Eindelijk knooppunt 71 gevonden. We fietsen via Onderdendam en Bedum naar Zuidwolde. Een rustiek geplaveid (lees: hobbelig) pad brengt ons bij de veerstoep waar het voetveer ligt te wachten. Het pontje is een schakel in Het Groene Ommetje van de Groningse dorpen Zuidwolde en Noordwolde. We stappen aan boord en Josephine volgt de instructies op het bedieningspaneel. Als de ketting strak staat, moet het pontje in beweging komen, maar dat doet hij niet. Zijn het aanvangsperikelen? Het pontje is pas op 25 mei 2019 in de vaart gekomen. We zoeken naar een telefoonnummer om het euvel te melden, maar we vinden geen aanwijzingen.
Tot onze schrik merken we dat het pontje wel van de kant is losgekomen. Met een aanloop op het pontje zouden we de overkant kunnen  halen, maar met die nattigheid is dat niet echt een optie Tot ik op het idee kom aan de vastgelopen ketting te trekken. Het lukt, we kunnen van boord.
Het voetveer over het Boterdiep van Zuidwolde naar Noordwolde.

 Bij de brug over het Boterdiep hebben we eetcafé Moeke Vaatstra gezien. Voordat ik naar binnenstap valt mijn oog op het uithangbord voor Vlek Genever, maar door mijn beslagen bril lees ik ‘Vlek geneest’. Dat geloof ik graag, want onze voorouders zwoeren bij een jenevertje op zijn tijd.
Eetcafé Moeke Vaatstra.

Wij nemen zelfgemaakte appeltaart. Experts als wij zijn op het gebied van appeltaart krijgt deze een dikke 8.
Een echt bruin café, precies zoals een bruin café hoort te zijn. De kroeg bestaat al meer dan 100 jaar. De vloer met zijn geometrische vormen getuigt daarvan. In een vitrinekast hangt het oude vaandel van de muziekvereniging Uno Animo.

De oude vloer in de gang bij Moeke Vaatstra.

We fietsen naar het noorden. Bij het de uitspanning Ruischend Riet in het recreatiecentrum ‘Garnwerd aan zee’ stappen we af om wat te eten. Op de kaart staan poffertjes voor de Kleine gast. Ik leg aan de serveerster uit dat Josephine 1.50 meter is en dus een kleine gast en we recht hebben op die poffertjes. Afgemeten antwoordt ze dat de Kleine gast slaat op de leeftijd en niet op de lengte. Op mijn verzoek vraagt ze het na in de keuken. Bij hoge uitzondering krijgen we ze. Josephine stipuleert dat ze 1.56 meter is. De poffertjes komen: zonder boter en met een heel klein beetje poedersuiker. Met weemoed denken we aan de poffertjes op Paviljoen Malieveld waar ze drijven in de boter en rijkelijk voorzien zijn van poedersuiker.

Reitdiep

Na deze teleurstelling gaan we weer de regen in op weg naar Aduarderzijl.
Het Reitdiepveer komt pas over 20 minuten, maar we kunnen droog wachten in een RUSTWAT (Door heel Nederland worden door particulieren in schuurtjes koffiekannen, koeken en ijsjes in de diepvries aangeboden. Het is zelfbediening en het geld doe je in een kistje.)
Al snel horen we het gezellige getuf van het Reitdiepveer. We gaan aan boord en delen een vlaggetje uit van de Vereniging Vrienden van Voetveren. De mannen van het veer gaan het vlaggetje meteen ophangen.

Het vlaggetje hangt.
We mogen in de stuurhut komen schuilen en we vragen de hoeveelste passagier we van vandaag zijn: ‘Jullie zijn nummer 2 en 3.’

De fietsen zijn vastgesjord.
We varen door een oude sluis en de heren leggen ons uit dat ‘zijl’ ‘sluis’ betekent. We volgen het Reitdiep in de lengte. De motor hapert. ‘Wees niet bang, dames, ik schakel over op de elektriciteit.’ Jammer, ik houd wel van het sonore motorgeluid. De vrijwilligers wijzen op de kanonnen aan weerszijden, die de strijd tussen Middag en Humsterland symboliseren.

Relict uit de tijd dat er nog hevig werd gevochten tussen regio's.

In Schaphalsterzijl aangekomen, wijst de veerman hoe we met een mooie omweg naar Winsum kunnen rijden. Eigenlijk willen we de kortste weg nemen, maar we volgen toch zijn advies op en we rijden over smalle kronkelende wegen in een zeer open landschap met wierden, oude dijken en kwelders.

Het Wolddiep

De volgende dag is windkracht 6 met windstoten voorspeld. We kiezen de route zodanig dat we eerst tegen wind rijden rechtstreeks naar het pontje in het verveningsgebied De Bakkerom over het Wolddiep. De knooppuntenroute komt op het pontje uit. Volksverhalen zeggen dat ‘bakkerom’ een verbastering van een kreet uit de vervening 'de bak moet om' is.
Met de zijwind vereist het heel wat stuurmanskunst om tussen de palen van de veerstoep te komen. Even achteruit draaien en wachten tot het pontje de goede kant op drijft en dan hard doordraaien.
Het pontje drijft af.

Nog even tegen de wind in fietsen naar Tolbert om koffie te drinken in Partycentrum De Postwagen. De eigenaar is met vakantie en we worden doorverwezen naar de manege, waar op de Fokdag Groningen-Drenthe Comb. Peize e.o. Friese paarden worden getoond.

Een prachtig Fries paard.

Terwijl we een gevulde koek eten, bekijken we de keurmeesters in het zwart met een bolhoed op en de jonge mannen die de paarden begeleiden in smetteloos wit en een stropdas om. Een gratis voorstelling.

Trekpontje over de Kromme Raken

Op de website pontjes.nl van Wim Kusee staat: 
‘Aan de oostzijde van Warfhuizen, gelegen tussen Groningen en Zoutkamp, is een wandelroute uitgezet. In deze wandelroute werd een zelfbedieningstrekpontje opgenomen, dat in 2015 in de vaart is gebracht. Helaas werd het pontje getroffen door diverse kinderziektes, die van een dusdanige aard waren, dat het pontje in de loop van 2016 langdurig uit de vaart is genomen. Sindsdien is er niets meer gehoord van dit veerpontje.

Dat gaan we natuurlijk even controleren. In Warfhuizen slaan we de Vaart Oostzijde in en volgen de Kromme Raken. We passeren twee boerderijen en we stoppen waar de pijl van Google aangeeft: Hier is ‘t.

Hier had het pontje over de Kromme Raken moeten liggen.
Ik kan nauwelijks over het gras op de oever heen kijken. Hier is heel lang niemand meer overgestoken. We lopen nog een stukje door. Nee, overal is het gras hoog.

En nu laten we ons door de wind naar ons hotel blazen om morgenochtend de fietsen weer op de auto te laden en terug naar Holland te rijden, zoals ze hier zeggen.

Drie pontjes gedaan:
Nog 22 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

8 en 9 augustus 2019.

maandag 5 augustus 2019

De brede weg


Ik rijd het parkeerterrein van de Jumbo in Lage Zwaluwe op en zie Josephine met haar nieuwe regenjack achter haar auto wachten. Ze stapt in en verzucht dat ze geen zin heeft om weer in de regen te fietsen. Ik ben snel om. 

‘Laten we de rondvaartboot over de Grevelingen nemen, die alleen hoogzomer vaart en die oorspronkelijk op de planning stond,’ stelt Josephine voor.
‘Dan gaan we eerst koffie drinken in Onze kerk in Hooge Zwaluwe, nu we nog in het bourgondische Brabant zijn,’ is mijn antwoord. De Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden behoren immers tot de Biblebelt en daar hoeven we op zondag weinig te verwachten.

‘Bij ons in de Biblebelt’

Mevrouw Blankenstijn-Morée
 
In het Catharijneconvent in Utrecht heb ik de tentoonstelling bezocht ‘Bij ons in de Biblebelt’ over reformatorische christenen. De foto’s van de gelovigen in hun doordeweekse kleding met daarnaast dezelfde persoon op zondag hebben op mij de meeste indruk gemaakt. Trouw schreef hierover:
Bij het fotograferen van mevrouw Blankenstijn-Morée zes jaar geleden heeft de Friese fotograaf Sjaak Verboom zijn principe dat mensen niet mogen lachen op zijn foto’s moeten loslaten. Toen de destijds 86-jarige dame haar zaterdagse jurk verruilde voor haar zondagse kleding, veranderde haar blik. “Ze begon helemaal te stralen”, zegt Verboom. “Ik dacht: schei uit met je verhaal dat lachen niet zou mogen. Je ziet bij mevrouw Blankenstijn aan haar lach wat het geloof met haar doet, wat het voor haar betekent.”

De Grevelingen

We zetten koers naar Den Osse op Schouwen. Op Schouwen Duiveland fietsen de kerkgangers onbevreesd naar de kerk in hun goeie goed. Geen regenpak te bekennen. Zo onverschrokken kun je alleen zijn als je vertrouwt op de Heere.
Ik sla de Brede weg in. Normaal had ik daar geen acht op geslagen, maar sinds ik de tentoonstelling heb bezocht met schilderijen die de brede weg (vol verlokkingen) en de smalle weg (met beproevingen) verbeelden, begrijp ik nu de symboliek van deze straatnaam.
 
Rondvaartboot de Grevelingen

De Grevelingen ligt al te wachten, maar we mogen nog niet aan boord. We observeren de duikers, die in verschillende stadia van ongekleed-zijn verkeren.
Aan boord blijken we de enige Nederlanders te zijn. Duits is de voertaal en de bemanning schakelt soepel tussen Nederlands en Duits. Zodra we los komen van de wal, schiet iedereen naar boven.
We genieten de onverdeelde aandacht van de jongeman achter de bar. Als ik hem vraag een foto van ons te maken, stelt hij voor om op het warme appelgebak te wachten. Als de appelpunten zijn gearriveerd, ziet hij mijn lege koffiekopje. Die moet eerst worden bijgevuld. Dat staat gezelliger, vindt hij.
Het plan van vandaag mag veranderd zijn, maar de appeltaart is een blijvertje.
 Uit de luidspreker komen woorden, eerst Nederlandse, gevolgd door Duitse, over wat we links en rechts zien. We negeren het. Wij zitten gezellig in de kombuis met onze persoonlijke gids en de route voor onze neus.
De Rondvaartroute 
Zondags wordt de blauwe route gevaren en zo missen we de RTM-uitstaphalte waar we de Eilandentram naar de Rosestraat in Rotterdam-Zuid hadden kunnen nemen. ‘Het Moordenaartje’ weet ik, mijn Rotterdamse wortels verradend. Overal langs de lijn met onbewaakte spoorwegovergangen veroorzaakte de tram veel verkeersslachtoffers, vandaar dat hij al spoedig de "moordenaar" genoemd werd.
We passeren onbewoonde zandplaten met prachtige namen als Dwars in den Weg, Kabbelaarsbank en Hompelvoet. Onze persoonlijke ober brengt mij m’n tosti en Josephine een broodje worst.


Op de tafel naast ons liggen nog de kleurplaten en potloden, die het Duitse gezin hebben achtergelaten. Ik kijk ernaar en denk: ‘Zal ik?’
Aan het einde van de reis gaan ze weer aan het tafeltje zitten en dan blijkt dat het hun eigen spullen zijn. Ik weet niet of ik mij in het Duits hieruit had kunnen redden als ik al kleurend was aangetroffen aan ‘hun’ tafel.
 
De fietsen zijn in ieder geval buiten geweest.

Een lui en loom dagje, maar… we hebben de pont gedaan die we in 2013 gemist hebben, omdat hij niet voer op die dag.

Eén pontje gedaan:
Nog 25 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

28 juli 2019.