maandag 29 april 2019

Een tocht over woeste moeras- en heidegronden in Brabant en wat daaraan voorafging

Het bierreclamemuseum in Breda

Jullie hebben een tijdje niets van ons gehoord, maar dat betekent niet dat we stilgezeten hebben. Alleen waren er geen pontjes bij betrokken.

In januari hebben we gewandeld in Breda en daar het bierreclamemuseum bezocht. Geen receptie, geen suppoost. Je stapt gewoon een café binnen met stamgasten aan de ene kant van de bar en de barman aan de andere. ‘Nee, ze serveren geen koffie en al helemaal geen appelgebak.’ We nemen een biertje en ieder een zak paprika chips. Muziek schalt uit de jukeboxen.
Het duurt even voor we bekomen zijn van de lichtreclames van biermerken rondom ons heen.
Het Bierreclamemuseum is eigenlijk gewoon een bar die 's zondags van 11:00 tot 23:00 open is en van kelder tot zolder volgestouwd is met biermemorabilia.
  
Het ontroert me de uithangborden, biervaten en glazen te zien van het niet meer bestaande biermerk Wertha. Ik zie mijn peetoom Piet nog aan de slag als kuiper van de houten biervaten bij die brouwerij in Weert. Toen de aluminiumvaten hun intrede deden, reed hij mee op de vrachtwagen om bier te bezorgen bij de cafés. Ik mocht weleens mee en dan kreeg ik bij elk café een glas limonade.

Bier dat in Weert werd gebrouwen.

Dodendraadroute

Op 3 maart waren ons krokusjes beloofd langs de Dodendraadroute, de elektrische draadversperring uit de Eerste Wereldoorlog. Er zijn fietstochten uitgezet langs de Belgisch-Nederlandse grens, waar de Duitse bezetter in 1915 een draadversperring onder hoogspanning plaatste: de dodendraad.
We startten in Baarle Nassau in de stromende regen, die ons niet meer verliet.

Achtung Hochspannung - Lebensgefahr.
Onderweg zijn informatiepanelen. En reconstructies van wachthuisjes en kapelletjes.
Terug in Baarle Nassau blijken onze auto’s ingebouwd te zijn door carnavalswagens. Nadat we een biertje hadden gedronken, waren de wagens al opgenomen in de optocht.


Dus: we hebben genoeg meegemaakt, maar vandaag weer een pontjesverhaal.

De Aa of Weerijsroute

We ontmoeten elkaar op een parkeerplaats aan de Roosendaalseweg in Etten-Leur. Rotondes rijgen zich aaneen op deze weg. Mijn blik wordt op een rotonde onmiddellijk getrokken door een replica van een van de eerste vliegtuigen. Ik heb bewondering voor de mannen die met deze vliegtuigen van hout, stalen buizen, bamboe ribben en textiel de lucht in gingen.

Een zogenaamde Wright Flyer.
Op 27 juni 1909 vloog er voor het eerst een gemotoriseerd vliegtuig in Nederland. Suikerbaron Heerma van Voss had dit luchtreisje georganiseerd vanwege het 40-jarig jubileum van zijn fabriek. Charles Alexandre Maurice Joseph Marie Jules Stanislas Jacques graaf Charles de Lambert was de piloot.
Dit gedenkteken, dat door leerlingen van de metaalopleiding in Etten-Leur is gemaakt, memoreert deze vlucht boven de Klappenbergse Heide.

Rucphense en Langendijkse Heide

We verlaten de bedrijventerreinen aan de Roosendaalseweg en draaien de Rucphense en Langendijkse Heide op. De heide is verdwenen en omgevormd tot bouwland en dennenbos afgewisseld met loofbomen.

Een heerlijk warme dag.
Asfaltpaden gaan onverwachts over in zandpaden, zodat we ineens stilvallen. Ons snelle reactievermogen zorgt ervoor dat we niet vallen, maar elegant naast onze fiets springen. In dit soort bossen met dennengeur zou ik wel eeuwig willen rijden. Maar een kop koffie zou ook wel lekker zijn. We vermoeden dat de borden ’t Ossekopke naar een horecagelegenheid zullen leiden. Ik spreek een jonge vrouw in een gele jurk met witte stippen aan en vraag of dit juist is. Ze doet haar oordopjes uit en kijkt op haar telefoon en vertelt ondertussen dat ’t Ossekopke in handen van particulieren is en waarschijnlijk niet open is op Eerste Paasdag. Ze verwijst ons naar The Lodge, op 6 minuten fietsafstand scha ze. 
Daar is alles ingedekt voor de Paasbrunch, maar we mogen in een loungeset plaatsnemen die vanaf drie uur is gereserveerd. Blijkbaar is dit de enige beschikbare tafel. Iedereen wordt naar deze plaats verwezen. Het wordt een gezellige boel.

Aa of Weerijs

Deze beek ontspringt in België en ontmoet de singel, De Mark, in Breda. In de jaren zestig en zeventig is beek genormaliseerd, waardoor het typische beekdalenlandschap veel van zijn aantrekkelijkheid verloor.
We zijn enigszins verdwaald en via een zandweggetje komen we op een gloednieuw fietspad uit dat parallel aan de Aa loopt. De mensen op een bankje vragen waar wij in godsnaam vandaan komen. Wij kunnen niets anders doen dan achter ons wijzen. 200 Meter naar links ligt het pontje. Goed uitgemikt.

Het voetveer over de Aa of Weerijs.
We hebben ons een beetje verkeken op de afstand, maar met een paar rustpauzes leggen we de 8 kilometer naar Etten-Leur af om uiteindelijk 57 kilometer te hebben afgelegd. 
We mogen een ijsje in Etten-Leur.

Nog 28 Nederlandse pontjes te gaan.
Nog 28 Belgische pontjes te gaan

21 april 2019.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoipipeloi,

Met veel plezier je verhalen gelezen. Ik lees dat jullie België ook bij je pontjes betrekken. Ik vind het stoer om in de stromende regen toch door te gaan.
In de Piushaven in Tilburg hebben we ook gelegen maar ik kan me er niets meer van herinneren, zal de leeftijd wel wezen.
Je hebt een leuke manier van schrijven. Als ik het lees, zie ik het voor me.
Ik kijk weer uit naar de volgende belevenissen.
Groeten,
Corrie

Anoniem zei

Goed om te lezen dat jullie weer op pad zijn geweest, zoals altijd beleef je het zelf mee door je leuke schrijfstijl.
Groet, Nel

Anoniem zei

Ha Bettie,
Ik heb vanochtend in ochtendjas genoten van alle pontjes verhalen!
Je schrijft zo goed en vooral beeldend en geestig, dat het, volgens mij, als jullie alle pontjes hebben gehad, uitgegeven zou kunnen worden.! Ik zie het al liggen in de winkel, met als titel: Pontje meer of minder?

Liefs, Marjan.