vrijdag 2 juni 2017

Een nieuwe transportmethode toegevoegd aan ons repertoire

‘Grrr, lukt niet om lichten fietsdrager op de auto aan te krijgen. Vorige keer zat hij er in 10 min op.’ appt Josephine de avond voor de geplande pontjestocht.
We besluiten wel te gaan, maar dan zonder fiets. In Terneuzen ontmoeten we elkaar in het restaurant aan de sluizen. Een wandelkaart hebben we niet, maar wel een autokaart van het gebied. Het pontje moet dicht bij de N62 liggen, maar die staat niet op de kaart.
 
Waar loopt de N62?
We trekken onze wandelschoenen aan en beginnen langs het kanaal van Sas van Gent naar Terneuzen naar het zuiden te lopen. Van de aardrijkskundeles herinner ik mij nog dat ik het kanaal een magische klank had.
Grote schepen met sleepbootjes die een dwergen lijken naast die giganten halen ons in.

De massa is opgelost

Onderweg had ik drie keer in de file gestaan en het lijkt wel alsof al die mensen verdampt zijn. Gans alleen lopen langs lange lanen met bomen. Links en rechts velden met graan of lege akkers.


We volgen een goederenspoorweg en even later kondigt een fluit de komst van de trein aan. Als een paar kleine kinderen zwaaien wij vrolijk. Een brede arm wuift terug.


De temperatuur is opgelopen tot 31°C. De meegenomen grote paraplu geeft mij voldoende schaduw en Josephine heeft haar hoedje op.

De Sleurschuut

Na drie uur gelopen te hebben, zien we het pontje ineens beneden ons liggen. Via het Sluiskilpad bereiken we de veerstoep. Meestal zijn we helemaal alleen, maar nu zijn er kinderen met opblaasdinosaurussen en opblaasbadjes die als boot gebruikt worden. Ze maken plaats voor ons en we kunnen overvaren en onze weg vervolgen.
 
De sleurschuut
Dit trekvlot over de Westelijke Rijkswaterleiding kreeg als toepasselijke naam ‘De Sleurschuut’. Deze naam is bedacht door Bente Arissen van De Oranje Nassauschool uit Sluiskil.

We vervolgen onze weg en komen langs een informatiebord dat ons vertelt dat we ons op een bijzondere plek staan. Zeventien meter onder ons bevindt zich de Sluiskiltunnel waar de N62 doorheen loopt onder het Kanaal van Gent naar Terneuzen.



Liften

‘En nu gaan we met de bus terug,’ zegt Josephine opgewekt.
‘Dat lijkt me niet zo’n goed idee. De dichtstbijzijnde halte is twee kilometer weg en het zou me niet verbazen als de bus maar één keer in het uur gaat. Nee, we gaan liften.’
We steken de weg over om aan de goede kant te komen. Tijdens het oversteken, steek ik mijn hand op en dwing een auto tot stoppen. Op mijn vraag of we mee kunnen rijden naar Terneuzen, zegt de man ‘Stap maar in.’
Ik, naast een jongetje in een autostoeltje en Josephine voorin. ‘Ik moet eerst mijn vrouw ophalen,’ zegt de bestuurder. Wij vinden alles best als we maar in Terneuzen komen. Ongeschonden komen we daar aan.

Een gedaan. Nog 45 pontjes te gaan.

26 mei 2017

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoipipeloi,
Weer met veel plezier en interesse het pontjesverhaal gelezen en zag Terneuzen weer voor me en herinnerde me hoe klein we ons voelden naast die grote zeekastelen. Heel indrukwekkend om daar te varen. Jullie hebben en aardig eind gelopen en wel slim om te liften.
Liefs, Corrie

Anoniem zei

LIEVE BETTIE,

Wat een tocht, neem me petje voor je af,

Groetjes, Diny