zaterdag 30 november 2013

Zalig zijn de onwetenden

'Waarom doe je hem niet in dat tasje onder je zadel?' antwoordt de fietsenmaker op mijn vraag of de ketting van mijn slot niet ergens anders gemonteerd kan worden, omdat ik hem er iedere keer aftrap. 'Dat kan niet, want daar zit een plakdoosje en een reserve binnenband in.' Ik doe het tasje open: Leeg! Hoe lang rijd ik al rond met dat lege tasje? Zalig zijn de onwetenden. 

Voor de winter laat ik mijn fiets altijd een servicebeurt geven, omdat hij nogal te lijden heeft van onze soms barre pontjestochten. De fietsenmaker kijkt kritisch naar mijn ketting en de bladen: ‘Trapt de fiets weleens door? Tussen de 5 en 10.000 kilometer moeten namelijk de bladen vervangen worden.’ ‘Nee, hij trapt niet door.’ Ondertussen realiseer ik me dat de kilometerteller al een keer rond is geweest. Thuis kijk ik het na; hij heeft 11.323 kilometer afgelegd. Ik besluit het af te wachten; de raderen zijn versleten of niet.
‘Voor dat slot van u hebben fietsendieven trouwens een ‘loper’ ontwikkeld.’ Op mijn weerwoord, dat ik nooit in risicovolle buurten kom – met in gedachten die ver afgelegen pontjes -, reageert hij met ‘Bij ons bij de werkplaats zijn dit jaar al 11 fietsen gestolen.’ Oeps, de reparatieplaats is 700 meter van mijn huis. Ook deze opmerking neem ik voor kennisgeving aan.
De volgende dag staat mijn fiets mij glimmend op te wachten. ‘We hebben hem ook maar even schoongemaakt!’ 

 Vrijdag

 ‘We kunnen deze keer wel op vrijdag fietsen,’ mailt Josephine. Ha, dat opent perspectieven. Sommige pontjes varen alleen door de week. Het driehoeksveer Krimpen aan de Lek, Ridderkerk en Kinderdijk vaart in het naseizoen alleen door de week. Dat wordt een thuiswedstrijd voor mij. Ik haal Josephine op bij station Rotterdam Alexander. ‘Wil je een toeristische route of rechtstreeks naar Krimpen aan de Lek?’ ‘De toeristische route.’ We fietsen langs het winkelcentrum Alexandrium, door het Schollebos en recreatiegebied Hitland, over de dijk naar Nieuwerkerk aan den IJssel naar de motorveerboot (deze hebben we al gedaan op 21 januari 2006).



Ik druk op de veerbel en schrik van de harde toeter. 
De veerboot maakt zich van de overkant los. We stappen aan boord en Josephine staat klaar met de portemonnee, maar de veerbaas negeert haar. Na verloop van tijd wendt hij zich naar de passagiers om de betaling in ontvangst te nemen. Aangezien ik vaker met deze boot oversteek, ben ik zijn houding gewend.
Aan de overkant blijkt een heel nieuwe steiger te zijn aangelegd. Wij vermoeden dat voortaan de waterbus vanauit Dordrecht hier ook gaat aanleggen. ‘Nee, dat is alleen voor dit veer,’ bromt de veerbaas. 



1953

Het beeld langs de Hollandsche IJssel dat de plek markeert waar het gat in de dijk was geslagen

 In Ouderkerk aan den IJssel wijs ik Josephine op de kerk. De ouderlingen hiervan speelden – volgens het boek 1953, waarop de film De storm is gebaseerd - een rol bij de stormramp van 1953:
Even verderop aan de overkant was een gat in de IJsseldijk geslagen, waardoor half Zuid-Holland onder water dreigde te lopen. Een medewerker van Rijkswaterstaat vorderde het schip Twee Gebroeders van de schipper Arie Evegroen om in dit gat te varen. Daarnaast waren ook nog stenen nodig om het gat verder te dichten. Het oog van de man van Rijkswaterstaat viel op de klinkertjes rondom de kerk en hij vroeg permissie om die te gebruiken. Dit werd geweigerd door de ouderlingen.
‘Dan zijn dit in ieder geval wel nog de authentieke steentjes,’ stelde Josephine nuchter vast. 



De Krimpenerwaard

We fietsen tegen de wind in door de Krimpenerwaard naar Krimpen aan de Lek. Links en rechts zijn de weilanden wit bespikkeld met zwanen. De veerstoep van de autoveerpont (reeds gedaan op 7 april 2002) naar Kinderdijk weet ik wel te vinden. Maar waar is de aanlegplaats van het driehoeksveer? We verspreiden ons om links en rechts te zoeken. Ineens zien we hem varen. Hij verdwijnt een paar keer achter vrachtboten, maar komt links van de aanlegplaats weer tevoorschijn. 

Motorveerboot Drechtsteden 2 

Zodra we aan boord zijn gestapt, vertrekt hij met gezwinde vaart naar Ridderkerk. Buiten ons is een jonge vrouw aan boord gestapt. Ze is op weg naar het bedrijf van haar vader, die een motorenfabriek heeft. Ze gaat assisteren bij de telefoon. Desgevraagd vertelt ze dat ze inderdaad een motor uit elkaar kan halen en weer in elkaar kan zetten.
Aan dezelfde steiger leggen twee waterbussen aan en een jong Japans stel stapt over bij ons aan boord. 



Het pontenknooppunt Ridderkerk

Hun kaartjes zijn helemaal nat geworden en de veerbaas heeft moeite om het strookje eraf te scheuren. Hij zegt in het Nederlands: ‘Uw kaartje is helemaal nat geworden en kijk eens het is heel erg moeilijk om het af te scheuren.’ Het Japanse stel kijkt strak naar de kaartjes. ‘Ze verstaan het toch niet, ‘ voegt hij eraan toe. Ik bekijk deze actie met stijgende verbazing. Waarom doen wij Nederlanders dit? Een onschuldig grapje?
Pas later bedenk ik me dat ik er wel iets over had mogen zeggen, indachtig de ‘grap’ van Gordon over de Chinese kandidaat Xiao Wang in Holland’s Got Talent. 


Wij varen door naar Kinderdijk, waar een pannenkoek lonkt. Eén wand in Grand Café Buena Vista is helemaal gevuld met oude radio’s, maar gelukkig staan ze niet aan. Lijkt het nu zo of wordt het steeds donkerder? Ja, het is voorspeld en uitgekomen. We hullen ons in onze regenkledij en aanvaarden de terugreis. Bij café restaurant De Roode Leeuw wijs ik Josephine de weg naar station Nieuwerkerk en ik fiets naar huis. 

Een pontje gedaan, nog 64 te gaan. 

29 november 2013.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ha Bettie,


Je hebt weer een leuk verhaal geschreven.
Ik heb een ondeugende opmerking: waarom heb je Josephine niet naar het station N begeleid?
Vind ik eigenlijk niets voor jou om haar zo alleen te laten gaan!

Hartelijke groet,
Mieke