vrijdag 12 maart 2010

Bielkade

Als pontjesvaarder moet je alles in de gaten houden, zelfs koopzondagen. Het pontje Wal-Nood in Alkmaar vaart alleen op zondag als het koopzondag is. En dat is de eerste zondag van de maand. Daarom gingen wij op 7 maart 2010 per trein naar Alkmaar.

Het pontje zou van de Bierkade naar de Eilandswal varen. Wij fietsen in de richting van het Biermuseum. Nee, daar is het niet. De kaasmarkt is uitgestorven. Ineens zie ik een Chinese man. Alle vooroordelen opzij schuivend, vraag ik in het Nederlands of hij weet waar de Bierkade is. Gelukkig kan ik op het laatste moment nog verhinderen dat ik Bielkade zeg. Indachtig wat Gerard, mijn man, een keer is overkomen. Een Japanse vrouw vraagt hem in het station waar ze sigaretten kan kopen. Voor hij er erg in heeft, zegt hij: “Op het pellon”. “Op het pellon? Dankuwel” en blij loopt ze naar het perron.
De chinees bestudeert het Google-kaartje dat ik geprint heb en knikt een paar maal. Terwijl hij zo druk bezig is, bedenk ik me dat Aziaten nooit nee zeggen. Het zou wel eens lang kunnen gaan duren, voordat hij antwoord gaat geven. Maar ineens weet hij het en hij wijst dat we het bruggetje over moeten om alsmaar rechtdoor te rijden en dat we dan vanzelf op de Bierkade komen. Wij rijden door het smalle Fnidsen en bereiken inderdaad de Bierkade.

Om de hoek zien we een boot liggen, die er wel als een pontje uitziet. Hij blijkt op zijn rustplaats te dobberen en vanaf 12 uur legt hij pas aan bij de Bierkade. We passeren het Nederlandse Kachelmuseum en we hebben de neiging om naar binnen te gaan, zodat we ons kunnen warmen. Het is -1°C. We vermoeden dat de kachels niet branden en dan heb je er niets aan. Nauwelijks heeft Josephine de thee ingeschonken op de veerstoep of we horen de pontjesbaas de motor al starten. Met de theebeker in de ene hand en de fiets in de andere, gaan we de Wal-Nood 2 op. Het water is zo smal dat we nog steeds niet onze thee op hebben als we aan de overkant zijn. We stappen af en gaan eerst rustig onze thee opdrinken. “Kijk”, zegt Josephine “er zit een haak aan de buitenkant van het pontje, die automatisch om de dukdalf grijpt.” Het klaphekje, dat toegang geeft tot de pont, gaat eveneens automatisch open en dicht. De pontjesbaas hoeft dus helemaal niet uit z’n stuurhut te komen. Dit is de hoogste graad van automatisering, die we hebben meegemaakt.

Voor de wind naar Castricum lijkt ons wel wat. Aan onze rechterhand hebben we de duinen en links de mooie villa’s van de buitenwijken van Heiloo en Limmen. Ineens zien we een bordje “Rustpunt pontjesroute”. Wat hebben we gemist? Vlug in het pontjesboekje gekeken: “Ha, deze route hebben we al half augustus 2003 gedaan.”
We hebben slechts 22 kilometer gefietst, maar wel het beoogde pontje – de 149e - gescoord.

Nog 51 te gaan.

Hoewel? Het verslag over het jaar 2009 van de Vrienden van de Voetveren vermeldt dat er in 2009 18 veerponten in de vaart zijn gekomen en dat er 5 gestopt zijn. Ik zoek later nog wel eens uit wat de gevolgen zijn voor onze telling; niet alle pontjes voldoen immers aan de voorwaarde dat de veerstoep al fietsend bereikt moet kunnen worden.

1 opmerking:

Anoniem zei

:-)))) ...je had gewoon Bielkade kunnen zeggen Bettie ;-). Een onderzoek heeft uitgewezen dat chinezen het verschil niet horen, en het daarom ook niet kunnen uitspreken tussen R en L (er bestaat geen r in het chinees dus ze hoeven die R klank niet te leren ). Hoe het precies in elkaar zit kan ik niet meer navertellen, maar uit ervaring (bij SAS call center waar wij regelmatig chinezen aan de lijn hadden) weet ik dat dat inderdaad zo is (bij het spellen van namen of adressen). Vandaar dat die mevrouw ook blij was met het antwoord van Gerard (pellon). Loes