maandag 8 september 2008

Carolina

De 8 pontjes in het Gelderse Rivierengebied was de uitdaging in ons jaarlijks fietsweekend.
‘Ga zo voorin mogelijk zitten, als je in Gouda instapt, dan halen we misschien de stoptrein naar Zutphen in Arnhem’, mailt Josephine.
Het zijn weer Duitse treinstellen en ik kan niet zo gauw een fietsbalkon vinden en stap maar in. Als ik eenmaal binnen ben, kijk ik nog even naar buiten om te zien of Josephine in de trein zit. Ja, maar bijna achterin.
Het station van Arnhem wordt nog steeds verbouwd. De lift blijkt stuk te zijn en we moeten dus een paar steile trappen op zonder een rail voor de fiets. Josephine brengt eerst haar tassen naar boven. Inmiddels heeft een vrouw haar fiets opgepakt en ze loopt in een soepel drafje de trap op. Toch missen we de aansluiting.

Vanaf station Brummen rijden we zo het bos in, waar ons de eerste fietsers van de fietsvierdaagse tegemoetkomen. Al gauw varen we over de IJssel naar Bronkhorst, de kleinste stad van Nederland. Via Steenderen, De Emmer, Rha en Olburgen gaan we weer terug naar de andere kant (Dieren) met het gierpontveer ‘Steeds Voorwaarts’.
Ik heb de onverdeelde aandacht van de mannen als ik wijs op de kantelschroef van deze pont. Verder weet ik er niets van. Dat hoeft ook niet. Ze vragen niets en kijken alleen maar bewonderend naar de schroef.
Josephine fotografeert inmiddels de zeevogels die op de zogenaamde ‘bochtaken’ of ‘kabelschuiten’ zitten en zodoende meezwieren met de gierpont.

Carolinaberg
We steken een weg over en ik kom bijna niet meer vooruit. Zit er iets tussen mijn ketting of sta ik in de verkeerde versnelling? Nee, dit is nu vals plat. We zijn aan de beklimming begonnen van de Carolinaberg. Boven aangekomen, rusten we even uit en lezen op een plakkaat dat we in een sterrenbos zijn. Inderdaad, de paden lopen als stralen van een ster alle kanten uit. Na een leuke afdaling met haarspeldbochten begint een berg genoemd naar haar broer Willem.

Op een open plek is daar ineens De Carolinahoeve uit 1765. Het doel van de hoeve was om hier even te kunnen verpozen en om paarden te laten verwisselen. Wij gaan gewoon weer op onze eigen stalen rossen verder, nadat we een pannenkoek hebben genuttigd.

Bij Rheden komt de Wuta ons dwars over de IJssel varend ophalen. Aan de overkant ontdekken dat het vanaf deze kant moeilijk is om in ons hotel in Velp te komen. Josephine probeert een gratis terugreis te versieren, maar de pontbaas is onverbiddelijk. In 2009 wordt er een veerbaas gezocht. Wij denken erover na. Om 4 uur begint het te regenen en we slaan het geplande ommetje over en rijden rechtstreeks naar het hotel. We worden verwelkomd door Gerard en Jan, die naar de Olympische spelen zitten te kijken. Met vandaag meegerekend hebben we alle 10 pontjes over de IJssel gehad.
De hele avond en nacht blijft het regenen.

Bij Lobith komt de Rijn ons land binnen
Volgens Gerard kan ik van twaalf uur tot de middag onthouden. Bij het ontbijt op zaterdag zeg ik dat ik maar weinig van geschiedenis op de lagere school heb onthouden, maar dat ik nog wel weet: ‘Bij Lobith komt de Rijn ons land binnen... en vandaag gaan we dat even controleren.' Dat ontlokt Josephine de opmerking dat ik dat geleerd moet hebben bij geografie. Heb ik eens een keer iets onthouden en dan is het weer bij de verkeerde les.
Als je trouwens op de kaart kijkt, zie je dat Spijk of Tolkamer eerder in aanmerking komen als aanduiding voor de plaats waar de Rijn ons land binnenkomt.

Tegenwind vertrekken we naar het zuiden en we verheugen ons al op de terugreis. In een weiland zien we 2 paarden naast elkaar draven. Even later constateren we dat ze door middel van een touw met elkaar verbonden zijn. Een man probeert ze te vangen. Vanavond zien we wel hoe het afgelopen is.
Bij Westervoort varen we over de Nederrijn met de Christoffel II naar Huissen. Het lijkt wel of al het autoverkeer over de dijk moet. Even later zien we een waarschuwingsbord met “kantstrook”. Wij vermoeden dat daarmee de stenen randen worden bedoeld ter weerszijden van het asfalt.


Kasteel Doornenburg
Links verheft zich ineens kasteel Doornenburg, waar Floris is gefilmd. Josephine is jong genoeg voor Floris, maar zij heeft warmere herinneringen aan Thierry de Slingeraar.
Hier tekent zich een generatiekloof af. Ik herinner mij alleen maar
“Coco en de vliegende knorrepot”, Dappere Dodo en Mik en Mak

We steken met motorgierveer Willem het Pannerdens kanaal over naar Pannerden. Met zoveel overeenkomst in letters verwachten wij wel een pannenkoekrestaurant. De plaatselijke kroeg biedt uitkomst. Terwijl de vrouwelijke uitbater de cappuccino mèt cafeïne voor me neerzet, vraagt ze: “Decaf is dat cafeïnevrij?” Als ik dat bevestig, zegt ze: ‘Oh, dat had ik wel gehad.’
De geserveerde pannenkoeken zijn lekker knapperig en als ik haar daarmee complimenteer is ze opgelucht, want eigenlijk waren ze mislukt!?

Spoedig daarna bereiken we de Heen en Weer V die ons over het Bijlands kanaal voert. Boven het bordje naar de volgende pont, staat ook de Millinger theetuin genoemd. Dat ziet er veelbelovend uit. Na een paar kilometer zie ik in een ooghoek op een bordje een tekst, die begint met ‘Wegens omstandigheden...’ We keren terug en inderdaad het pontje is in reparatie. Nu missen we dorpen met namen als Hulhuizen, Flieren, Honderdmorgen en Boerenhoek. We fietsen weer terug naar de Heen en Weer en de veerbaas bevestigt dat de pont uit de vaart is. Waarom vermelden ze niet op de ene pont dat de andere niet vaart? Aangezien de veerman op Oom Piet Rusch lijkt en dat een aardige man is, duiden we het hem niet euvel.
Weer een gat dat we later moeten dichtrijden.

Mammoet
We laten Pannerden rechts liggen en fietsen op Loo aan. Ha, eindelijk een plaatsnaam die echt op een bos duidt. We ontwaren weinig bomen.
Bij een gebouwtje staat een mammoet en Josephine ziet al snel dat hier de Betuwelijn ondergronds gaat. Oh ja, hier zijn toen mammoetbotten gevonden. Op een bankje eten we even een krentenbol. Aan de overkant zien we steeds meer donkere wolken. Misschien is het toch nog niet zo gek dat we niet konden overvaren. Dan hadden we nu in de regen gereden.

Als ik had geweten dat we zoveel paarden zouden zien, had ik ze geteld. Op de terugweg zien we dat de paarden aan het begin van onze tocht nu van elkaar verlost zijn.
Josephine had tijdens de terugreis al een paar keer gemopperd dat we weer tegenwind hadden. Ik twijfelde omdat de dijken waarover we rijden, zo kronkelen. Maar de windzak op de brug over de IJssel bewijst haar gelijk.

Bergen en nog eens bergen
Zondagmorgen stelt Josephine voor om lekker door de bossen te gaan rijden naar Ede-Wageningen. Achtereenvolgens beklimmen we de Kluizenaarsberg, Zijpenberg, Tafelberg, Kemperberg en het Hoogste punt van de Veluwe. Uiteraard hebben we even zovele afdalingen.

In Oosterbeek is de weg opgebroken en we moeten voor een tijdelijk stoplicht wachten. Zou dat stoplicht wel op ons reageren? Zijn we zwaar, hoog, breed of lang genoeg? Bevatten onze fietsen voldoende ijzer? We weten niet waarop hij reageert, maar het licht springt uiteindelijk op groen.

Terwijl we bij Heveadorp op een ponton op de ‘Samenwerking 2’ wachten, zien we grote groepen kieviten zich verzamelen op weg naar het zuiden. Josephine roept: ‘Tot ziens op Sicilië’.
Op de pont wordt reclame gemaakt voor een café in Driel. De tweede consumptie is gratis. Als we daar aankomen, blijkt er een vervanger te staan en die bakt geen pannenkoeken.
Hij heeft de kassa per ongeluk dichtgedaan en nu heeft hij geen wisselgeld meer. Iedereen graait in al zijn zakken om de rekening te betalen. Wel weet hij dat aan de andere kant van het dorp net een pannenkoekenrestaurant is geopend. Dat klopt, de bloemstukjes van de opening staan er nog. De meisjes in de bediening zijn nog erg onwenning. De pannenkoek smaakt trouwens prima.

Als we bij Randwijk op het Lexkesveer staan te wachten, zien we de Wageningse Berg opdoemen. Die kan er ook nog wel bij.

Het was weer een afwisselende dag met ‘bergen’ in het bos, dijken met links de uiterwaarden en rechts de rijk gevulde boomgaarden. Aankondigingen van dijkverhogingen zien we niet, wel van dijkterugleggingen. Zo wordt bij Wageningen de Nederrijn verbreed om de toekomstige overvloedige regenval – volgens waarzegger Al Gore - op te vangen.

Johan Maasbach
Bij aankomst op het station Ede-Wageningen hebben we 2 minuten om kaartjes te kopen en de trap naar perron 4 te nemen. Dat halen we moeiteloos. In de dubbeldekker zijn tegenover de fietsenstalling twee plaatsen diagonaal tegenover elkaar vrij. Een jonge vrouw zit in een boek te lezen en een bejaarde bestudeert aantekeningen in een opschrijfboekje. Zowel Josephine als ik proberen ons op de hoogte te stellen van wat de buurvrouw leest. Op een gegeven moment strikt de oudere vrouw het boekje dicht met een oranje veter. Hoewel ik vermoed dat de aantekeningen van religieuze aard zijn, vraag ik toch wat ze aan het lezen was. In een sneltreinvaart vertelt ze haar levensverhaal: de geboorte in de Schilderswijk in Den Haag, het wegvoeren van haar vader in 1944 toen ze 4 was, een bewegend hoofdje van het kindje Jezus op de arm van Maria, binnenlopen bij Johan Maasbach, gedoopt worden, kinderen die aan de drank, drugs en alcohol waren/zijn of een gokverslaving hadden/hebben, en die wel/niet inmiddels bekeerd zijn en haar verhuizing naar Doetinchem. Haar bijnaam is zuster Rebel. Haar naam is Carolina en ze zegt dat ze heel goed kan luisteren. Ze ziet onze sceptische blik, omdat ze al een half uur aan het woord is. ‘Echt waar.’ We knikken.

Na een uur moet ik overstappen in Gouda en blijft Josephine achter met Carolina.
Later op de avond mailt Josephine: ‘Voorlopig hoeven we ons geen zorgen te maken. Carolina zal voor ons bidden: "Jullie staan er open voor. Je weet maar nooit wat er gebeurt.” ’

Nog 80 te gaan.

6 opmerkingen:

Anoniem zei

O, dat station Arnhem, praat me er nirt van? Wanneer zou dat nou eindelijk eens af zijn? En je noemt "vals plat". Die kreet hoor ik al mijn hele leven, maar eigenlijk weet ik nog steeds niet wat dat betekent. Kun je dat de volgende keer uitleggen?
Groetjes,
Inge

Anoniem zei

Bettie,

Heb weer genoten van je verhaal. Lees hem meestal direct als ik het zie in mijn mailbox.
'k Heb ook altijd zin om te fietsen daarna. Deze keer een flashback...Heb +/- 8 jaar in Didam gewoond veertig jaar geleden dus het fietsen in de omgeving Velp, huusen en het oudste stadje van Nederland is bekend gebied.
Kijk alweer uit naar jullie volgende avontuur (onder de bescherming van het gebed van Rebel)

Groeten,
Jannetje

Anoniem zei

Target-fiets komt naar het westen! - fiets van de week bij Mammoet: een Target.

Josephine

Josephine zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Josephine zei

Jeetje wat een avonturen beleven wij! En jij kan het prachtig vertellen.

Josephine

Anoniem zei

Bedankt voor een interessante blog