zondag 9 maart 2008

Gaten dichtrijden

Toen we ergens in 1998 begonnen met samen te fietsen, waren pontjes een toevalligheid. Je vond het leuk ermee over te varen, maar verder dacht je er niet al teveel over na. Toen we eenmaal het boekje met overzetveren hadden aangeschaft, begonnen we ze ook te noteren. Maar we reden er niet gericht op. Nu we het serieuzer is geworden en we ze ook alle 200 gedaan willen hebben, moeten we heel gericht gaan rijden. Als je de vele pontjes over de Maas en Waal beziet, lijkt het heel erg simpel. Je begint in het westen en je steekt voortdurend de rivier over en binnen een paar dagen heb je ze allemaal gedaan. Twee factoren verhinderen dat.

Seizoenspontjes
De eerste, de meest hinderlijke, is het feit dat veel pontjes niet het hele jaar door varen: de zogenaamde seizoenspontjes. Sommige varen maar slechts 2 zomermaanden. Andere varen weer niet in het weekend. Aangezien de meeste pontjes in de Bijbelgordel liggen, melden we ons vaak op zondag tevergeefs aan.

Uit de vaart
Pontjes zijn ook wel eens uit de vaart door storm of reparatie. Dan valt ons hele reisschema in duigen. We eindigen dan nl. aan de verkeerde oever en moeten via een brug omrijden om weer bij een station te komen.

Hollandse Biesbosch
Later moeten we terug om dat ene pontje nog te doen. Dit noemen wij in het Pontjesreglement ‘gaten dichtrijden’. Vandaag, 2 maart 2008, gaan we zo’n gat dichtrijden. Vanaf april varen veel pontjes weer, maar het is kunst er een te vinden die in maart begint met varen. ‘Ha, hier is er een die in de voorjaarsvakantie begint.’ Alle pontjes over de Merwede hebben we gehad, maar nog niet die in de Hollandse Biesbosch. Ik schrijf nadrukkelijk de Hollandse Biesbosch; er is nl. ook een Brabantse Biesbosch, wat Gerard iedere keer weer stipuleert.

Station Dordrecht ligt gunstig ten opzichte van beide Biesboschen. Met windkracht 5 in de rug zijn we snel bij het bezoekerscentrum waar Zonnepont 7 vandaan vertrekt. Het veer ligt aangemeerd, maar gereedschap duidt er niet echt op dat hij vandaag gaat varen. Achter ons klinkt een stem “We varen vandaag niet, omdat het veel te nat aan de overkant is om te wandelen.” In mijn ooghoeken zie ik dat Josephine al aanstalten maakt om weg te lopen, maar ik besluit het erop te wagen. Ik vertel van onze queeste en als er op zijn gezicht een glimlach verschijnt en zijn ogen beginnen te glimmen, voel ik dat hij ons verzoek gaat honoreren. “Hebben jullie nog wat te doen hier?’ vraagt hij tenslotte. “We wilden even wat gaan drinken bij het paviljoen.” “Wanneer jullie daarna weer terugkomen, vaar ik even heen en weer. Hoe klinkt dat?” “Uitstekend.”

Als we achter een cappuccino (Bettie) en een warme chocolademelk zonder slagroom (Josephine) zitten, zien we steeds meer mensen de steiger oplopen. Ongerust vraag ik me af of hij zijn belofte nu wel waar kan maken. Misschien willen die andere mensen per se het Laarzenpad gaan lopen en eisen dat hij ze overzet. Maar het valt mee; ze komen voor de rondvaartboot.

Als we onze weldoener, Jan van Loon, weer op de steiger zien verschijnen, rekent Josephine snel af en we melden ons bij hem. Terwijl wij wachten tot de pont gereed is gemaakt, vertelt de kapitein van de rondvaarboot dat De Biesbosch de grootste vloot heeft, die op zonne-ernergie vaart. We waren naar de overkant en daar mogen we ook nog even aan wal stappen. Dat moet volgens het Pontjesreglement; anders geldt hij niet. Jan vertelt enthousiast over hoe mooi het hier is in de verschillende jaargetijden.

Fast Ferry
We stappen weer op de fiets om naar de waterbus te gaan, waarvan Jospehine een aanwijzing zag op de heenreis. Ineens ontdek ik dat ik mijn mobieltje kwijt ben. We vinden hem al snel bij de picknicktafel van het bezoekerscentrum. Ik weet dat de zakken van mijn regenpak te ondiep zij, maar ik trap er telkens weer in. We passeren een groep knotwilgen die diep in het water staan. Je waant je in een sprookjeslandschap, maar het gezoem van een energiecentrale brengt je weer terug in de werkelijkheid. Aan de andere kant van het fietspad staat een hoogspanningsmast en ik kan me niet herinneren dat ik ooit zo dichtbij zo’n mast ben geweest.

Bij de halteplaats van de waterbus aangekomen, lezen we in de dienstregeling dat hij alleen in hoogseizoen vaart op zondag. Dan gaan we de Merwede maar oversteken en naar Sliedrecht rijden om daar de Fast Ferry naar Dordrecht te nemen. De wind staat dwars op de brug. We rijden middenop om de windvlagen tussen de spijlen op te vangen. Aan het einde van de brug vraagt Josephine of ze geen strepen op haar gezicht heeft. Ik zie niks. Dan dringt pas tot me door dat ze bedoelt dat de zon af en toe wel op haar gezicht scheen en soms (bij de spijlen) niet. Het wordt tijd dat Josephine de zonnebrandcreme weer toevoegt aan haar fietsbagage.

In Sliedrecht hoeven we maar 8 minuten op de ferry te wachten. Josephine neemt een kaartje naar Dordrecht en ik een naar Krimpen aan den IJssel. De eerstvolgende halte is: jawel, de halteplaats waar we een half uurtje eerder de dienstregeling hadden bestudeerd en geconcludeerd hadden dat hij niet werd aangedaan. Beiden stappen we in Dordrecht uit. Josephine rijdt naar het station en ik stap over op de boot naar Krimpen aan den IJssel. Voordat ik in Krimpen de boot verlaat, verhuis ik mijn huissleutels van mijn fietstas alvast naar de zak van mijn regenjack. Thuis aangekomen, zijn ze verdwenen. De 6 kilometer naar de boot leg ik in omgekeerde volgorde aan de verkeerde kant van de weg af in de hoop de sleutels weer te vinden. Helaas kan ik ze niet ontwaren en haal ik bij de buren de reservesleutels.
Een teleurstellend einde van de dag, maar we hebben wel weer een pontje gedaan vandaag en de volgende maand beginnen de meeste seizoenspontjes weer te varen en hebben we een ruimere keus.

Nog 95 te gaan.

4 opmerkingen:

Ton zei

In het begin vroeg ik me af waar de naam Zonnepont 7 vandaan kwam, maar verderop in het verhaal wordt het duidelijk: boten die op zonne-energie varen. Hoe verzinnen ze het. Wat dan weer een ‘waterbus’ is, is me niet duidelijk geworden. En vervolgens wordt de ‘Fast Ferry’ naar Dordrecht genomen... Ik kan het niet meer volgen. Waar gaat dit over? Seizoenspontjes, boot, halteplaats, waterbus, bezoekerscentrum (????), bruggen, twee Biesboschen, hoogspanningsmasten, metershoge stoelen, verdronken knotwilgen... Ik word er bang van. Geef mijn portie maar aan Fikkie. Nooit zal ik een fietstocht ondernemen om ergens in den lande een pontje te nemen. Het regent en waait bijna altijd, de pontjes varen nooit of zijn gewoon opgeheven, het gevaar is groot dat iedereen in verschillende, verkeerde treinen stapt, stations zijn verplaatst of worden verbouwd, de inhoud van je jaszak verdwijnt in het gras en je moet de hele dag boterhammen eten en chocolademelk drinken. Dit is niet gezond meer!
Toch zien Bettie en Josephine er goed uit. Ik denk dat ze op het werk lekker kunnen bijkomen van alle vermoeienissen en spanningen in het weekend.

Philomene zei

Verkochten ze bij dat Zonnepont ook beverkoeken? We hebben ooit een clusteruitje naar de Biesbosch gemaakt en toen heb ik daar gegeten. Nou ja, dat heeft indruk gemaakt dus!
En regenpakken zijn lastige dingen, jij raakt sleutels en mobieltjes kwijt, ik ben vandaag zomaar mijn hele regenbroek verloren...

Anoniem zei

Misschien is het een idee om voortaan een paar boekjes van de vliegende theedoek mee te nemen en deze proberen te verslijten aan de pontjesbaas. Laat hem tijdens de vaart het verhaal lezen van de pontjestocht en hij is vast verkocht en het boekje ook.

Groetjes,Nel

Anoniem zei

Ik geniet ook altijd zo van jullie pontjes verhalen. Hebben jouw vriendinnen ook mannen? En gaan die dan met elkaar wat anders doen, of blijven die lekker thuis en zorgen voor een warm onthaal als jullie nat, moe en verwaaid thuiskomen?

Alice Rusch