vrijdag 29 februari 2008

Pas op meerdraden

“Waar is de reis heen, vandaag?” vraagt Gerard tijdens het ontbijt.
“Abcoude.”
“Ik zou naar Abwarme gaan, als ik jullie was,” antwoordt hij ad rem.
“Heb je gezien dat de vogels op het ijs lopen? Straks ligt het pontje weer vastgevroren,” roept hij nadat hij het tafelkleedje heeft uitgeschud.
Zoals onze trouwe lezers weten, laten wij ons door niets weerhouden.

Op het station van Gouda moet Josephine in mijn Sprinter stappen, maar dat is niet het geval. Ik pak de mobiele telefoon en vraag aan Josephine waar ze zich bevindt. Het is even stil, maar dan volgt beduusd: “Ik zit in de trein naar Gouda”. Op dat moment verlaat mijn trein het station Gouda. Met een “Dan zien we elkaar wel op het perron in Abcoude,” nemen we afscheid. Later bel ik nog een keer om te zeggen, dat ik alvast in dat gezellige koffietentje ga zitten. Maar helaas, het is een gloednieuw station geworden en er is nergens een drankgelegenheid te zien.

Hoe ging dat nu eigenlijk voordat wij allebei een mobiele telefoon hadden? Nadat we een keer tevergeefs op elkaar gewacht hadden: De een op Den Haag Centraal en de ander op Den Haag Hollands spoor, hadden we afgesproken dat als de ander er na een half uur nog niet is, ga je gewoon in je eentje fietsen. De ander kan dan ook zijn eigen plan trekken. Ook dit is vastgelegd in het Pontjesreglement.

Op de net aangeschafte fietskaart zetten we de route uit naar ‘s-Graveland. Na enige tijd ontdekken we dat we de verkeerde kant op rijden. Als we even later het oude station passeren, roepen we in koor dat op de kaart nog het oude station staat en dat we daardoor in de war waren geraakt.

We volgen de Gein en de Vecht en komen in Hinderdam. Langs het water staat een bord met de tekst “Pas op meerdraden”. Wat zijn dat nu weer? “Met die draden liggen de schepen aan de huizen vast; zie je die haken niet in de muren? Ik hoef niet te bukken, maar jij wel,” zegt Josephine. Ik zie helemaal geen draden over de weg lopen en ik besluit het thuis op te zoeken. Het zijn inderdraad kabels waarmee de schepen worden vastgelegd, maar en passant leer ik ook nog wat een kam betekent.

Even later rijden we langs het Naardermeer. Tussen een paar eenden zie ik ineens een mandarijneend. In Engeland had ik ze wel eens gezien; in Nederland echter nooit. Josephine is onverstoorbaar. Voor haar is een vogel, een vogel. Meer woorden heb je daarvoor niet nodig. Bij de Erfgooiersbrug zien we een picknicktafel in de zon en we besluiten onze eerste boterhammen te eten met een beker Rooibosthee.

We vervolgen onze weg naar het zelfbedieningsveer vlakbij de vestiging van Natuurmomumenten in ‘s-Graveland tegenover de buitenplaats ‘Schaep en Burgh’. In het bezoekerscentrum krijgen we duidelijke aanwijzingen hoe we pontje kunnen vinden. Zo’n mooi pontje hebben we nog niet eerder gezien. Ondanks dat het veer alleen voor voetgangers is, zetten we toch onze fietsen erop. Er zitten twee draaimechanieken op. Een voor heen en de andere voor de terugweg. Het handvat voor de heenweg is niet aanwezig en dat maakt het draaien erg lastig. Josephine is degene met de technische knobbel en zij probeert het handvat van de terugweg eraf te wrikken, maar het kogelgewricht blijkt met een borgpennetje vast te zitten. Met wat doorzettingsvermogen bereiken we de overkant.

Helemaal terugfietsen hebben we geen zin in en we besluiten door te fietsen naar Hilversum. We kopen een extra kaartje naar Woerden en in Utrecht splitsen zich onze wegen. Ik besluit de Intercity te nemen naar Rotterdam Alexander in plaats van de stoptrein naar Nieuwerkerk aan den IJssel. Bij de controle van de kaartjes merkt de conducteur niet op dat mijn kaartje maar tot Nieuwerkerk is. Hij knikt me zeer vriendelijk toe.

Als ik thuiskom, ga ik eerst naar de computer. Zijn er nog bestellingen binnengekomen op De vliegende theedoek? Ja, hoera weer 2.

Nog 96 te gaan.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Dag Bettie,

Ik was het mailtje van Free Musketeers kwijt geraakt, maar heb nu net
via de website jullie boek besteld. Ik ben erg benieuwd naar jullie
verhalen!

Groetjes, ook aan Gerard,

Rianne

Ton zei

Het begin van het verhaal illustreert al dat het pad van pontjesvaarders niet over rozen gaat: op de vroege zondagochtend mag Bettie in Gouda in de kou staan blauwbekken omdat de N.S. vergeten is om een‘stationsrestauratie’ mee te laten bouwen bij de nieuwbouw.
Maar de N.S, is niet de enige die het de reizigers moeilijk maakt. In Hinderdam spannen ze kabels over de weg om schepen aan huizen vast te leggen. Nou ja, het plaatsje heet natuurlijk niet voor niets zo. Het ligt trouwens op 52° 17' NB, 5° 4'OL en een inwoner heet een Hinderdammer (denk ik).Ik heb het niet opgezocht, maar ik vermoed dat het in de buurt van Nichtevechte ligt, wat ik persoonlijk de mooiste plaatsnaam van Nederland vind, en waarvan de inwoners Nichtevechtjassen heten.
Dan worden er kaarten gedrukt waarop oude stations staan, zodat de treinreiziger het spoor bijster raakt en worden er incomplete zelfbedieningsveren in het water gelegd, dit alles om het leven van de argeloze pontjesvaarder zo onaangenaam mogelijk te maken. Leve het openbaar vervoer!
Het ontbreken van het draaimechaniek vind ik eigenlijk heel treurig. Het stomme is dat wanneer jullie van de andere kant zouden zijn gekomen, er niets aan de hand zou zijn geweest! Maar ja, jullie zijn eigenwijs en komen dus van de verkeerde kant...
Dan nog iets opvallends: de mandarijneend. Die zie je volgens mij niet veel hier en het opmerkelijke is dat er tegenwoordig tegenover het C.S. in Den Haag twee Indische eenden zwemmen. Die zijn ook zeldzaam, geloof ik. Ik noemde ze eerst ‘zebra-eenden’ vanwege die streep op hun kop, maar die blijken helemaal niet te bestaan. Elly vogelde uit dat het om de Indische eend ging, wat mij later door een Haagse dame bevestigd werd. Ze zwemmen de hele tijd in de periferie van 15 ganzen, worden door hen geaccepteerd, maar ‘mengen’ zich niet. Die doen dus niet aan inburgeren. Overigens zijn er plotsklaps 10 van de 15 ganzen door de gemeente weggevangen en aan ‘een handelaar’ verkocht, maar vraag me niet naar de policy hiervan.
Maar goed, om op het fietsen en de pontjes terug te komen: het is mij duidelijk dat het een lijdensweg is. Daarnaast moet Bettie ook nog eens grijsrijden op het spoor omdat ze het traject Nieuwerkerk – Rotterdam niet meer kan bekostigen. Gelukkig heeft ze tegenwoordig een bijbaantje: ze schrijft verhalen, zodat ze met het publiceren daarvan nog een beetje geld bijverdient.

Philomene zei

Hoefde je echt niet bij te betalen in de trein, Bettie? Dat was dan inderdaad wel een hele aardige conducteur! Ik zie tegenwoordig alleen maar hele strenge in de trein.
Maar zeer leerzaam ook weer dit verhaal. En interessant erg ook dat commentaar van Ton. Het wordt bijna een kennisbank ;-)

Anoniem zei

Goedemorgen Bettie!!! :-))
Ik zit op mijn werk even tussen 2 telefoontjes door mijn mailtjes te "bespioneren" en ik lees even de opmerking van Gerard: Abcoude - Abwarme...dat vond ik een hele goeie, zo maar even tussen neus en lippen door. Misschien is het wel een hele gewone en oude opmerking in Nederland maar ik moest er om lachen!!
Het is altijd een beetje vreemd gevoel om hier in Zweden om Nederlandse opmerkingen te lachen want niemand anders snapt het leuke ervan.

Nu moet ik weer werken!!
Doei, groetjes!

Loes