zondag 25 mei 2025

Potlooddatum II

 Op 1 februari maakten we een afspraak voor 29 maart voor een volgende pontjestocht omgeven door allerlei mitsen en maren. Josephine had al een datum voor de operatie: 10 maart. Hoeveel ze op de potlooddatum kan, is in de nevelen van haar revalidatievoortgang gehuld.

Ik had uitzicht op half mei voor het vervangen van mijn rechterheup. Mijn conditie was zodanig achteruitgegaan dat ik nog maar 200 meter kon lopen en noodgedwongen het golfen en het fietsen had opgegeven.


 29 maart

Josephine: “Dat is het voordeel van met 1 kruk lopen. Ik hoef niet meer op een krukje in de keuken te eten.
Ik heb ook de thuishulp opgezegd. Ik kan lopen naar een paar supermarktjes in de buurt. Desnoods iedere dag. Ook de afwas en was kan ik wel zelf doen.”


Bettie: “Met de rollator loop ik als een kievit.

Zuster Jim heeft de pleister eraf gehaald en me geholpen met douchen. Ben doodop van het douchen. De misselijkheid begint langzaam af te nemen. Ben gestopt met de Oxycodon. Ben weer met eten begonnen.”


24 mei


Vertigo is een gebogen spiegel van 5500 kilo roestvrij staal van kunstenaar Anish Kapoor.

We lopen allebei weer en hebben afgesproken bij Museum De Pont in Tilburg. 
Een aparte tentoonstelling Theaters of Life van de Japanse kunstenaar Meiro Koizumir.
De angst om als mens je keuzevrijheid te verliezen is een grote drijfveer voor hem. Hij laat je nadenken over het opgeven van je individualiteit in ruil voor collectieve doelen of technologische vooruitgang.

Een militair (nu 99) heeft over de verschrikkingen van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog een boek geschreven. De man zelf kan nauwelijks meer praten. Jongelui lezen fragmenten voor of beelden ze uit. Alles is op video vastgelegd.

Zijn vader tekent de bommenwerper B29, die Hiroshima en Nagasaki bombardeerde, op het plafond voor de 8-jarige Meiro. De vader heeft een microfoontje in zijn hand en zo hoor je het schrapen van het potlood wat het dreigende geluid van de vallende bommen oproept. Dat geluid achtervolgt je bij de hele tentoonstelling.


Na deze indrukken zijn we wel toe aan een ouderwetse pannekoeck. In Oosterhout op landgoed De Hannebroeck in Oosterhout bevindt zich het pannekoeckenhuys.

Onderweg passeer ik een paar fietsers gehuld in regenkleding en denk aan de vele keren dat wij ook zo reden en ik ben nu blij dat ik in m’n warme auto zit.
Een gekwetter verwelkomt ons zodra we de deur open doen. Een goed teken: kinderen. Aan de muur oude werktuigen, ook een goed teken. De kaart laten we gesloten: een pannenkoek naturel en een pannenkoek spek met appel. Deze keer geen tekening om te kleuren, maar een rebus. 



We detecteren al snel een roodborstje, buizerd en een Vlaamse gaai. Hé, bij de ijsvogel houd ik drie vakjes over. Dan is het vast een ijsvogeltje. En dat plaatje is een muis, slechts drie letters ervoor: relmuis?

We komen er niet uit. Dan maar Google raadplegen: het vogeltje is een boomklever en de muis is een bosmuis. Nooit van gehoord. We vullen de letters in de genummerde vakjes, in de op te lossen zin: 

                “De Oosterhouter al eens geproefd?” ‘

Dat is een pannenkoek op het menu,’ zegt de serveerster.

Voor een toetje raadplegen we wel het menu. ‘Mmmm, een dame blanche,’ mompelt Josephine. ‘Oh maar ook ijs met advocaat. Sorry Gerard , ik ben je ontrouw en neem ijs met advocaat.’



Ik neem aardbeien met slagroom. Oh, lekker, echte slagroom en ook nog eens heel veel.

We hadden – toen we de rebus hadden opgelost - al na zitten denken wat we met de prijs zouden doen . Daar hadden we niet over na hoeven denken.                                             

24 mei 2025.

donderdag 27 februari 2025

Potlooddatum

 In onze jeugdige overmoed hadden we bedacht dat we onze laatste pontjes met een rollator zouden doen. Nu realiseren we ons dat daar nog een fase voor zit. Wellicht zelfs meer fasen.
Nu zitten we in de fase van versleten heupen. Josephine is als eerste onder het mes geweest.

Vandaag haal ik haar op bij het Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) in Antwerpen. Bij het ziekenhuis aangekomen, kies ik voor het bordje Kiss & Ride. Ik kom toch in de parkeergarage terecht. Ik zet m’n auto neer en volg het bordje Ingang ziekenhuis. Bij de lift moet je etage kiezen buiten de lift. Maar hoe weet je nu welke etage je moet hebben? Iedereen loopt dolend heen en weer. Weet u hoe het moet? De taalbarrières zijn te groot. Ik word omgeven door een groot aantal immigranten die geen westerse taal machtig zijn. De enkele Vlaming die er loopt, versta ik niet.
Op goed geluk ga ik een lift in en kom zowaar in de grote hal terecht. Ik word verwelkomd met grote letters Onthaal.
Ik bel Josephine en ze vertelt dat ze nog op de ontslagpapieren wacht en dat ze dan met de lift naar beneden komt. Ik neem koffie en wacht in de buurt van een lift. Zowaar de goede lift. Josephine komt tevoorschijn, een beetje bleek maar dapper stappend tussen haar stokken. Ja, ze kan wel naar de garage lopen. Inmiddels ben ik er achter dat er een minknop op het toetsenbord buiten de lift zit. Ik druk op de min en dan de een. ‘Die etage bestaat niet,’ krijg ik als antwoord. Ik weet toch zeker dat ik op 0 ben. Een wachtende man verklaart ‘Je moet eerst naar min twee en daar staat de parkeerautomaat en dan kun je naar min 1.’ Ik volg de instructies. Geen parkeerautomaat te bekennen, maar wel mijn auto.
Josephine heeft natuurlijk geleerd hoe ze in een auto moet stappen, maar ze moet haar geopereerde been als eerst doen en dat lukt niet. Dan maar aan de andere kant op de achterbank. Dat lukt wonderwel. En nu op zoek naar de parkeerautomaat. Vlak voor de uitgang staat hij.

Josephine dirigeert mij naar de apotheek en naar haar etage. De etage ligt achter grote openslaande deuren in de straat. Josephine heeft al verschillende krassen op haar auto omdat ze de bocht te kort nam. Ik zorg dat ik er kaarsrecht voor sta.
‘Kun je je spiegels inklappen?’
‘Vast wel, maar ik weet niet hoe het moet.’
Met links en rechts een paar millimeter ruimte rijd ik naar het binnenplaatsje.
Haar etage is te bereiken door een paar stalen trappen.
‘Hier, houd m’n stok vast.’ Ze begint aan de beklimming. Ik ben onder de indruk.
Ondertussen sta ik met een zware rugzak om, twee tassen en een stok.
Eigenlijk kan ik geen trap lopen, maar ik kopieer Josephine’s kunsten en gebruik de stok op dezelfde wijze. Boven aangekomen, zijn er verschillende treetjes en een lange smalle trap naar de bovenste etage, maar het is beneden zo ingericht dat ze niet per se naar boven hoeft.
De kleine diepvries staat echter boven en ik moet twee soep en een brood halen.
De trap is te smal voor een stok. ’Eerst je goeie been op een trede en dan je andere been bijtrekken. En als je naar beneden komt, andersom lopen en dan je slechte been als eerste neerzetten.’
Het gaat wonderbaarlijk goed. Ik denk dat de oefeningen van de fysiotherapeut haar vruchten afwerpen.
Ik voer nog meer klusjes uit en dan mag ik gaan. Ik hoef niet te blijven slapen. ‘Maandagavond had ik er een hard hoofd in, maar gisteren heb ik zoveel geoefend dat ik vol vertrouwen ben.’

De auto keren en dan weer voorzichtig terugrijden door de poort en een ruime bocht en ik sta ongeschonden buiten. Er zijn overal wegomlegging maar uiteindelijk bereik ik de Ringweg.

Over een maand ben ik aan de beurt. 24 Maart is echter een potlooddatum, wat betekent dat er nog van alles tussen kan komen.

Ik dien het woord in voor de wedstrijd ‘woord van het jaar 2025’.

29 Maart staat de volgende pontjestocht gepland. Ik ben bang dat dat ook een potlooddatum is.