Waren de regels streng: 1) we moeten met z’n tweeën zijn, 2) we moeten de veerstoep al fietsend bereiken en 3) een pontje is pas een pontje als de Vereniging van voetveren dat ook vindt. Tegenwoordig laten we ze een beetje vieren.
Aan het eerste
criterium voldoen we nog steeds. Sinds we niet meer met de trein reizen, is het
tweede criterium onder druk komen te staan. We zijn niet meer afhankelijk van
de ligging van de stations. Met de auto kunnen we overal komen.
Voordat ik m’n laatste vier stents kreeg, was ik gauw kortademig. En maakten we
meer gebruik van de auto dan de fiets. Vorig jaar kochten we elektrische
fietsen en zo veroverden we de fiets weer terug.
Een ander probleem is,
dat er maar pontjes bijkomen. We beginnen ondertussen de moed te verliezen of
we ze ooit allelmaal gedaan krijgen in dit leven. Zo hebben we besloten gewoon
alleen nog maar leuke pontjes te doen en bijvoorbeeld geen rondvaartboten.
Zo viel mijn oog op
het jaarprogramma ‘Liefde voor de Mark,’ een rivier die o.a. door Breda
stroomt. Met dit programma wordt een nieuw gedachtegoed en perspectief op de
culturele ruimte ontwikkeld die de rivier Mark verdient in het nieuwe
stadsgebied ’t Zoet in Breda. Met andere woorden: de rivier moet binnen Breda
niet eindigen, maar rond gaan. Om dit onder de aandacht te brengen, werden
verschillende kunstenaars uitgenodigd om hun visie te geven op het project.
Kunstwerk De Veerman |
We gingen op de uitnodiging in: Stap aan boord en ervaar de liefde voor De Mark (rivier) door de ogen van Bredanaars, ondersteund door verschillende kunstenaars. Online kochten we tickets om het evenement te bezoeken. Ons ging het om het bezoeken van de Veerman. Een drijvend kunstwerk in de Mark. Sloepen varen regelmatig heen en weer tussen de opstapplaatsen en het drijvende object.
Zodra we Breda
naderden waarschuwden verschillende borden ons dat er wegomleggingen waren in
verband met een hardloopwedstrijd. De parkeergarage konden we niet bereiken.
Josephine parkeerde bij het station. Ik reed toch de straat in die eigenlijk
afgesloten was en vond tot mijn verbazing drie parkeerplaatsen op straat. Dat
zou me nog duur komen te staan,
Josephine appte dat
ze mij opwachtte bij Haven 25. Dat was vlakbij waar ik geparkeerd had. Het is
nog geen 11 uur en we gaan eerst koffie drinken in een café en praten bij. Een
dweilorkest praat alleen nog maar luidruchtig.
Eerst op zoek naar
de opstapplaats. We zien het kunstwerk De veerman drijven, maar hoe komen we
daar? Een vrouw op het platform wijst naar rechts. We lopen de kade af en zien
ineens de vlaggen van Crossart en een mevrouw die naar onze tickets vraagt. Ik
heb mijn ticket uitgeprint. Josephine heeft de hare niet bij zich. Dat is geen
probleem. Ze belt een sloep en even later komt die aanvaren. Wij zien hem wel;
de vrouw niet. De sloep legt aan en wij worden verzocht om in te stappen. Dat
valt nog niet mee. Een diepe stap. Maar we worden geholpen en zitten eindelijk.
Zowel de stuurman als de matroos blijken kunstenaars te zijn. De banieren die in de boot liggen, hebben zij ontworpen. Het is de bedoeling dat wij de banieren op houden. ‘Met de wind mee,’ is het advies. Op een papier zijn de kunstwerken uitgelegd. Wij doen braaf wat ons gezegd wordt. Lezen de beschrijving en houden een banier op. ‘Jullie zijn nu deel van het kunstwerk,’ zegt de matroos en ik zeg dat zij onderdeel zijn van ons pontjesproject en leg uit wat het inhoudt. ‘Oh,’ is de reactie.
Als we bij het
drijvend kunstwerk arriveren, krijgen we weer het oncharmante uit de sloep
klimmen. Op De Veerman krijgen we uitleg over het project. Er hangen
beschrijvingen van het totale project waarin kunstenaars hun visie geven. Duidelijk
is, dat alles gedaan is uit liefde voor de rivier de Mark en dat die beter
bereikbaar wordt voor iedereen. In het gastenboek schrijven we een lovende recensie
met het adres van onze weblog erbij.
Het confronterende instappen herhaalt zich. Er varen nu meer mensen mee en die hebben niet zo’n moeite met instappen. We hoeven nu geen banieren op te houden. Bij de steiger klimmen we weer heel charmant aan wal.
Wat gaan we nu
doen? Een pannenkoek? Bij de recensie van de Bredase pannenkoekenhuizen
beginnen ze al meteen over toppings. Brrr. Kijk een pannenkoekhuis in het
Mastbos. Daar gaan we naartoe. ‘We halen mijn auto op en dan breng ik jou naar
de parkeergarage bij het station, zeg ik.
Ik rijd weg en wordt al snel tegengehouden door een verkeersregelaar. ‘Terug
en,’ ze kijkt op een briefje ‘rechtsaf de Middellaan in en dan links de
Molenstraat in en dan kunt u verder. Sorry, ik kom hier niet vandaan.’ We
volgen de instructies om uiteindelijk weer bij een hek te belanden. Wat nu?
Ik rijd om het hek heen en sla links af, waar ik ook vandaan was gekomen,
vanochtend. ‘Wat doe je nu, je bent op het hardloopcircuit.’ ‘Dat kan wel
wezen, maar er zijn nu geen lopers en als ik dat stoplicht haal, dan ben ik uit
de problemen.’
Ik ben eerder bij
het pannenkoekenhuis Dennenlucht en wacht braaf tot me een tafel wordt toebedeeld:
Tafel 14, tot 16:00. Gestrest arriveert Josephine;
de stad uit waren er nog steeds wegomleggingen geweest.
Ha de kaart,
eindelijk rust. ‘Nee, hè’
STEL JE EIGEN PANNENKOKE SAMEN’
De moed zakt ons in
de schoenen. Een pannenkoek naturel heet hier een basispannenkoek. We slaan de
kaart dicht en bestellen een pannenkoek naturel en een pannenkoek spek/appel.
6 oktober 2024