maandag 29 september 2014

Dodelijke risico’s zijn er overal

Risico lopen we elke dag. Bij het uit bed springen, in de douche stappen, de trap aflopen, eten, fietsen, werken, boodschappen doen, sporten. Hoe zit het eigenlijk met het risico dat we lopen op onze pontjestochten?
In 2013 waren er 184 dodelijke ongevallen met fietsers. Net iets minder dan dodelijke ongevallen met auto’s (bestuurder en passagiers). Met de trein zijn er af en toe ongelukken, maar die zijn te verwaarlozen. Over pontjesongelukken hoor je maar zelden. De laatste die ik me herinner, was die op het Amsterdam-Rijnkanaal waar een pontje door een vrachtschip werd overvaren. De pontjesbaas kwam daarbij om. Er waren geen passagiers aan boord.

Station Utrecht Centraal

Op het drukke perron stond ik dit allemaal te overdenken. Deze drukte is een ideale plaats voor een zelfmoordterrorist, die onder het roepen van ‘Allah Akbar’ zichzelf opblaast. Zo in gedachten mis ik de Whatsapp-melding van Josephine: “Ik sta vooraan perron 12b Utrecht.” Nou word ik van zo’n melding nooit wijzer en zeker niet op station Utrecht Centraal. Want, wat is vooraan? De trein komt binnenlopen en m’n telefoon gaat: Josephine is ongerust dat ik nog niet geantwoord heb.
Het laatste balkon van de trein, het fietsbalkon, stopt precies voor mijn neus. Ik krijg de voicemail als ik opneem. Ik stap snel in. Later krijg ik haar wel te pakken. We zitten wel in dezelfde trein, maar maximaal van elkaar verwijderd.

De Nederlanders en regels

“En nu zitten wij hier!” is het antwoord van de treinreizigers met grote koffers die op de voor fietsen gereserveerde plaatsen zitten. In de voorwaarden van de NS staat:
‘Fietsen moeten geplaatst worden in het speciale fietsgedeelte in de trein, te herkennen aan een sticker op de buitenkant.’
Ik wijs op het bordje ‘Voorrang voor fietsers’ en vertel dat ik er weleens door een conducteur uitgezet ben, omdat mijn fiets niet op de juiste plaats stond. “Laat die conducteur maar komen,” is de reactie
Ze ruimen wel een plaats in voor mij, zodat ik ook kan zitten. Ik zet de fiets zodanig dat hij de minste last veroorzaakt. Ik ben niet van plan mijn goede humeur te laten bederven en vraag waar ze zijn geweest, wijzend op de labels AMS aan hun koffers.
Naar Boston, naar een bruiloft van een nicht. Ik vertel over de bruiloft van een vriend in New York in 1985 waar wij ook naar toe zijn gevlogen. Ik ben dus niet de enige gek die even voor een bruiloft naar Amerika vliegt.
In Arnhem stappen ze uit zonder dat de conducteur is langs geweest.

Snelbinder

Bij het station van Nijmegen moeten de Waal over om bij het beoogde pontje te komen. Ineens fietsen we over een prachtige brug (De Snelbinder) die aan spoorbrug is vastgemaakt. Het fietspad is twee kilometer lang en verbindt het centrum van Nijmegen met het dorp Lent. Een tijdwinst van 10 minuten ten opzichte van het omfietsen over de Waalbrug.
De wegwijzerbordjes zijn nog niet compleet op dit traject, maar Josephine haar richtingsgevoel zorgt ervoor dat we de juiste richting inslaan naar Valburg.

Het Pontjesreglement

Het reglement schrijft voor dat er pas na 20 kilometer gestopt mag worden voor een versnapering.
Josephine zit midden in een verhaal over de citatie-index als we pannenkoekboerderij Aan de Linge ontwaren. Een blik op de teller: 24,2. Ja, het mag.



Met een heerlijke, ambachtelijke pannenkoek in de maag fietsen we even later het dorpje Hemmen in. Echt zo’n dorpje zoals je alleen in Engelse detectiveseries ziet. Een kerk aan een plein met bomen en grasveld waar links en rechts kromme straatjes op uit komen.

Lakenvelders

In een wei zien we twee Lakenvelders staan. Zo genoemd door de brede witte streep (laken) over hun lijf. Bijzonder is dat er een zwarte en een rode Lakenvelder bij elkaar staan. Normaal zie je – als je ze al ziet – rode of zwarte.




Onze fantasie gaat gelijk werken. Wat gebeurt er nu als je ze kruist? Rode, zwarte en witte vierkanten of stippen? Een soort zebra met rode, zwarte en witte strepen?

De Nederrijn

We hebben geleerd dat de Rijn bij Lobith ons land binnenkomt. Puristen beweren dat het eigenlijk bij Spijk of Tolkamer is. Hij splitst zich al snel in de Waal, Nederrijn (die overgaat in de Lek) en IJssel
De Nederrijn bij Lienden is ons doel vandaag. Na ruim 40 kilometer staan we op de veerstoep.




Het pontje dat we vandaag op het oog hebben, is vlakbij twee andere overzetveren: die van Wageningen naar Randwijk en die van Opheusden naar Wageningen. Je zou zeggen: ‘Waarom doe je die niet alle drie tegelijk?’ Antwoord: ‘Omdat we de eerste twee al in 2009 hebben gedaan; het pontje van vandaag stamt uit 2013.’
‘Ja, dit is de laatste dag (van dit seizoen),’ hoor ik de veerbaas tegen andere passagiers zeggen. Dat klopt. Daar had ik hem op uitgezocht: eind april 2015 begint de dienst weer.

Hoe risicovol was deze tocht?

Van bedreigingen zijn we ons niet bewust geweest vandaag. Op de Nederlandse dijken rijden nogal wat slierten motorrijders, maar daar hebben we vandaag weinig last van gehad. We hebben in een landelijke omgeving gefietst met veel afwisseling.
Maar het kan ook anders. ’s Avonds tijdens het nieuws hoor ik over het ongeluk in Haaksbergen tijdens een motortruck-evenement waar drie doden zijn gevallen.


Eén pontje gedaan, nog 48 te gaan.

28 september 2014