‘Nee,
dat vind ik geen vreemde hobby,’ antwoordde een Brit die ik van mijn
merkwaardige queeste, alle pontjes van Nederland te doen, vertelde. ‘Bij ons
heb je “groundhoppers”, die proberen zo veel mogelijk voetbalstadions te
bezoeken. Er zijn 92 Engelse profclubs en als je van al die voetbalclubs een
thuiswedstrijd hebt bezocht, hoor je bij een elitair clubje en krijg je een
speciale stropdas.’
Mmmm, nu begrijp ik waarom we nog geen volgers hebben. We moeten een speciale prijs in het vooruitzicht stellen.
Mmmm, nu begrijp ik waarom we nog geen volgers hebben. We moeten een speciale prijs in het vooruitzicht stellen.
Kinderen
spelen niet meer
Het was erg druk in de trein en ik
moest bij mijn fiets blijven staan op het balkon. Al gauw werd me een zitplaats
aangeboden door een moeder met twee kinderen. Dat sloeg ik af.
De kinderen speelden ‘Olleke, bolleke,
rebusolleke,’ waarbij de knuffelpoes ook mee mocht doen.
In de volgende trein hoor ik bij het
naderen van Culemborg ik achter mij ‘We zijn er bijna,’ zingen door een peuter.
Ze zijn er nog: gewone kinderen.
Lekdijk
We fietsen over de Lekdijk naar de
Liniepont, die vaart over de Lek tussen Fort Honswijk, Werk aan het Spoel en
Fort Everdingen. Dit veer is opgezet in het kader van de Nieuwe Hollandse
Waterlinie.
We vangen een blik over
de Baarsemerwaard en de Goilberdingerwaard.
Diefdijk
Over deze dijk – op de grens van
Zuid-Holland en Gelderland – die werd aangelegd in de 13e eeuw ter
bescherming van de Vijfherenlanden en de Alblasserwaard, fietsen we richting
Leerdam. Ineens zien we een bordje
Foto:
Karel
Brouwerens
Hmm, zou het hier al zijn? Voorzichtig
dalen we via een onverhard pad naar de rivier. Ja, het klopt.
Culemborgse vliet
Aan de overkant van de Culemborgse
vliet zien we een mooi fietspad, dat vast ook wel naar Leerdam leidt.
Heukelumse
krakelingen
Bij de Glasblaserije in Leerdam
bestellen we een Heukelumse krakeling. De serveerster vertelt dat een bakkerij
in Heukelum alleen maar deze krakelingen bakt. ‘Worden ze internationaal
verspreid?’wil ik weten. ‘Nee, alleen in de regio.’
Ze zijn heerlijk en we nemen nog een
tweede.
Holletje
Het station is 347 meter hier vandaan,
zegt Josephine, terwijl ze naar het scherm van haar iPhone tuurt. Een vrouw aan
een belendende tafel roept: ‘Het holletje op en alsmaar rechtdoor.’ Terwijl we
haar bedanken, denken we allebei: ‘Mens, bemoei je er niet mee!’ We rijden
omhoog en bij de hoofdstraat aangekomen, slaan we linksaf. Even later stellen
we vast dat we twee maal rechtsaf moeten slaan om bij het station te komen. ‘Oh,’
zegt Josephine, ‘we hadden natuurlijk rechtdoor moeten rijden na het holletje.’
Ja, dat krijg je ervan als je niet goed luistert. Nu hebben we 400 meter
gereden in plaats van 347.
Station
Dordrecht
We hebben twee minuten om over te stappen.
Met de lift halen we dat niet. ‘Ga jij maar, dat haal je wel’, moedigt
Josephine mij aan. Ik til mijn fiets op en loop de twee trappen af, 25 meter
naar links en weer twee trappen omhoog. Twee jongelui rennen voor mij uit als
jonge gazellen en ik er hijgend achteraan. Ik ben op tijd en ik kan zelfs nog
naar het fietsbalkon lopen.
Als ik nahijgend in de coupé zit, denk
ik: ‘Ik ben toch gek! Veronderstel dat ik me verstapt had, dan was ik met fiets
en al gevallen.
Wanneer ga je je eindelijk eens als
een 62-jarige gedragen?’
Nog 85 te gaan.
10 juni 2012.