Een paar maanden geleden kregen we van hem de opdracht ook iets dergelijks te tekenen of te schilderen, bijvoorbeeld de route naar je school. Als ondersteuning kreeg je een luchtfoto van het gebied dat je had uitgezocht. Ik koos voor Het Malieveld in Den Haag. Het grootste deel van mijn schooljeugd en mijn werkzame leven heeft zich afgespeeld rond dit veld. Net als Kees heb ik mijn kaart geupload naar www.handmaps.org
Deze opdracht bracht mij weer op het idee dat ik wil proberen te verbeelden: ontmoetingen met mensen gedurende je leven. Ik ben gebiologeerd door het feit dat je bijvoorbeeld 2 uur lang in het theater zit met een paar honderd man en binnen 5 minuten na de voorstelling is ieder weer zijn eigen weg gegaan alsof er niets gebeurd is. Zo is het ook met de pontjestochten. Je zit in de trein met een paar mensen gedurende een bepaalde tijd, ik ontmoet Josephine, we reizen en/of fietsen samen, op een pontje word je ook weer voor een paar minuten verzameld en dan gaat ieder zijn eigen gang. Dit is mijn eerste poging om dat te verbeelden:
Legenda:
De grijze lijn verbeeldt de treinpassagiers, de paarse lijn is Josephine en Bettie wordt vertegenwoordigd door de groene lijn. De blauwe ovalen markeren de pontjes.
Op de site van de Vereniging Vrienden van Voetveren had ik opgezocht waar we het pontje in ‘s-Hertogenbosch konden vinden, maar ik had de print thuis laten ligggen. Richting Vught, dat wist ik nog wel. Welgemoed volgden wij de borden richting Vught en kwamen we uit in het natuurgebied Bossche Broek. Links van ons stroomde de Dommel. Bij een fietsknooppunt constateerden we dat we niet goed zaten. Maar weer terug en nog eens proberen. Even later reden we Vught binnen en dat was toch niet de bedoeling. Uiteindelijk bleek het veel dichter bij het station te zijn, dan we dachten. Al met al hadden we al 8 kilometer afgelegd, voordat we het pontje vonden. Voor ons uit huppelden Floor, Sanne en Meike naar de Moerasdraak en ze wilden natuurlijk alle drie draaien. De vader zei verontschuldigend: “Dit gaat wel even duren.” Wij hadden geen haast. Ik amuseerde me met de strijd tussen de meiden die natuurlijk even lang wilden draaien als de ander. Het was veel te zwaar voor ze en vader gaf iedere keer een paar flinke zwengels, waarna zij weer verder konden draaien. Josephine maakte op haar gemak foto’s. “Hé, hier hebben we een paar jaar geleden gestept met een bedrijfsuitje,” zei Josephine toen we de andere kant eindelijk bereikt hadden.
Het ziet er altijd zo gezellig uit, zo’n steppend gezelschap, maar ik kan jullie verzekeren dat het erg zwaar is.
Als een jongeman aanstalten maakt om de Moerasdraak weer terug te varen, springen we gauw aan boord. Josephine biedt nog wel aan dat we ook wel willen draaien, maar hij wijst het af. De eerste sneeuwvlokjes dwarrelen door de lucht.
Herpt aan de Bergsche Maas is ons volgende doel. Aan het eind van de lange rechte weg naar Vlijmen met wind tegen en ijzige regen besluiten we om eerst maar eens een bakkie te doen. We stevenen op de kerk af in de overtuiging aan de overkant een kroeg te vinden. Die is er ook wel, maar hij is nog gesloten. Maar er is nog een kerk en daar tegenover vinden we Hotel Prinsen. In de lounge zit een gezelschap mannen te praten over moeilijkheden in het bestuur en over mannen die niet met elkaar kunnen opschieten. En dat de kwestie al zo lang loopt. We luisteren er nieuwsgierig naar. Bij mannen komen dat soort dingen toch niet voor?
We hebben even een zwak moment: “Zullen we terugrijden naar Den Bosch en de trein naar huis nemen?” Het tijdstip 10 over half een, doet ons besluiten toch maar door te rijden. Even regent het nog, maar al gauw wordt het droog. Het is mooi in het land van Heusden. In Haarsteeg eten we een boterham op een bankje voor de fietsenwinkel van de gebroeders Bart en Leen. Waar de afkorting T.H.H. voor staat in het opschrift : “De buurtbank van Bart en Leen T.H.H. 13-10-2001”, weten we niet. In de etalage liggen fietsbellen met Mickey Mouse en Winnie the Pooh, maar de winkel is gesloten.
In Herpt rijden we zo de pont op en in Bern er weer af. Herpt was vroeger samen met Bern één gemeente. Door de omlegging van de Maas tussen 1890 en 1904 werd de gemeente gescheiden en kwam Bern in de provincie Gelderland te liggen. De provinciegrens ligt in het midden van de Maas. Dat we weer in Gelderland zijn, blijkt uit het feit dat het pontje van Nederhemert Noord naar Nederhemert Zuid niet op zondag vaart. We hebben het bourgondische zuiden verlaten.
De wegen zijn omzoomd met kale bomen. In de zomer is het natuurlijk mooier, maar dit heeft toch ook wel iets en we hebben de wereld voor onszelf en dat is ook prettig. Een picknicktafel van ijzerdraad in een felle kleur geschilderd, kunnen we niet weerstaan.
Onder het zingen van “...en te midden van die rommel dreef de torenspits van Bommel...” rijden we Zaltbommel binnen. Was Ellen (Boom) maar hier, die zou het hele lied zo oplepelen.
Bij het station staat de lift ons al uitnodigend op te wachten. De ene knop vermeldt “Utrecht” en de andere “s-Hertogenbosch”. Zouden we net als Abeltje met de lift rechtstreeks naar Utrecht vliegen? Helaas, we komen gewoon op het perron uit. Er hangt geen dienstregeling en ik vraag aan een wachtende mevrouw hoe laat de trein komt. Dat blijkt 10 over 3 te zijn. We hebben tijd genoeg voor een kopje thee. Om drie uur neemt de vrouw duidelijk een beslissing: ze verlaat het perron met haar rolkoffertje. Josephine verwacht dat ze zo op het andere perron tevoorschijn zal komen. Dat is niet het geval. Wij speculeren verder:
1. haar zoon zou haar om 3 uur komen ophalen en ze wachtte liever op het perron;
2. ze had een afspraak met iemand, maar zag er vanaf;
3. ze was ons gekwebbel zat;
4. ze was beledigd dat we haar geen kopje thee aanboden.
Er zijn vast nog meer mogelijkheden. De aandrager van de origineelste oplossing krijgt een Mickey Mouse fietsbel.
Enne... nog 73 te gaan.