woensdag 11 juli 2007

Veenbonken

Volgens de ongeschreven regels van het Pontjesreglement is het niet toegestaan de pontbaas te bellen voor nadere informatie over de afvaarten. Het boekje van de Vereniging Vrienden van de Voetveren is het enige middel dat geraadpleegd mag worden. Voor het pontje dat we deze dag, 30 juni 2007, op het oog hebben, zijn de vaartijden heel expliciet aangegeven. Vertrek Noorden om 12, 14 en 16 uur; vertrek Nieuwkoop om 13, 15 en 17 uur.

Voor het station Woerden raadplegen wij de kaart. Het pontje staat er niet op. Dat is niet verwonderlijk, omdat het alleen maar in de zomermaanden vaart. Kwart voor elf. Wat is wijsheid? Naar Nieuwkoop rijden of naar Noorden. Vanaf Woerden liggen ze in elkaars verlengde. De keuze is gauw gemaakt. We rijden naar Noorden en beslissen daar verder.

In Kamerik fietsen we langs de Kamerikse Wetering waar we een bord middenin zien staan, waarvan we de tekst niet helemaal begrijpen. Het gaat over ongewenst riet. Ons lijkt dat riet altijd welkom is. En wij fantaseren door dat het mischien wel om de meisjesnaam Riet gaat en dat we op een aloude vete over Riet zijn gestuit. De volgende borden duiden echter op een conflict tussen de bewoners en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden over het wel of niet uitbaggeren van de wetering.

Een mooi zandpaadje over een dijk brengt ons bij het Woerdense verlaat. Om 20 voor 12 arriveren we in Noorden. Terwijl Josephine de aankomst- en vertrektijden leest, lees ik de woorden “eigen gemaakte appeltaart“. “Als we snel op de fiets stappen, dan zijn we nog op tijd in Nieuwkoop om daar het veer te nemen. Vijf kilometer tegen de wind in een kwartier? Dat moet lukken.” “En als we het niet halen?” “Dan rijden we weer terug naar Noorden en dan nemen we die van 1 uur.” “In alle gevallen hebben we dus appeltaart?” “Ja.”

In Nieuwkoop proberen we de Hollandse kade te vinden. Als we het VVV-kantoor binnenstappen, begint de torenklok te slaan. Dat veer halen we dus niet meer. Binnen worden we uit de droom geholpen: “Het veer vertrekt of uit Noorden of uit De Meije.” Als we buiten komen, slaat de klok nog steeds. Dat lijkt me meer dan 12 slagen. Voor de wind zijn we zo weer terug in Noorden, waar het appelgebak op ons wacht.

Het wordt steeds drukker op het terras. Moeten die ook allemaal mee? Niet alleen het aantal mensen neemt toe, maar gelukkig ook het aantal boten dat passagiers komt ophalen. Blijkbaar is het een geliefde vertrekplaats om over de Nieuwkoopse plassen te varen. Als het veer aankomt, stappen er 2 mensen met de fiets af en wij blijken de enige twee te zijn voor de terugreis. Onze fietsen worden aan boord gereden door de veerbootkapitein. Wat een service! Dat maken we niet vaak mee.

De door zonne-energie aangedreven motor hoor je nauwelijks. Al snel maken we ons los van de andere boten. De kapitein wijst op de boten die achter ons varen, waar inmiddels paraplu’s zijn opgestoken: “Die moeten 20 euro betalen en ze zijn overgeleverd aan de natuurelementen. Hier zit je voor een paar euro’s droog.”

Links en rechts manshoog riet. Je hoort veel vogels, maar je ziet ze niet. De kapitein vertelt dat hij laatst nog een buizerd heeft gezien en dat de mensen in de boot het zo knap vonden dat hij hem herkende. Nou, zegt hij, dat wist ik natuurlijk niet zeker, maar het is meest voorkomende roofvogel in Nederland. Je zit dus al gauw goed. Ik beaam dat ik ook al gauw roep dat ik een buizerd ontwaar als ik een grote vogel zie cirkelen in de lucht.

De vaarroute staat aangegeven, maar af en toe wijkt de kapitein van de route af om ons wat doorkijkjes te laten zien, zoals een stukje plas vol met waterlelies. Ik zeg maar niet dat ik vanuit mijn huiskamer uitkijk op waterlelies. Toegegeven, ik zie met diezelfde blik ook graffiti op de brug. Dan is dit toch idyllischer.

Verderop wijst hij ons op een veenbonk. Dat is een stuk veen dat losgeschoten is en op die manier een eilandje vormt. Uit de verte lijkt het wel de rug van een nijlpaard. Ook zien we stapeltjes turf. Zo varen we 3 kwartier door de prachtige natuur en je kunt je nauwelijks voorstellen dat je je in de Randstad bevindt.

Bij aankomst worden de fietsen weer keurig van boord gehaald en we krijgen het advies om niet naar theetuin “De Meije” te gaan, omdat je daar eerst 4 euro toegang moet betalen. We waren toch al van plan om de andere kant uit te fietsen. Dus, dat komt goed uit. Josephine is net een week ziek geweest en daarom besluiten we de terugreis naar Woerden te aanvaarden. Ons doel hebben we immers al bereikt.

Vandaag 1 pontje gedaan, nog 107 te gaan.